De Jaguar XE is de auto die de X-Type had moeten zijn.
Het lijkt zo’n simpele calculatie. Een model kleiner resulteert in kleinere marges, doch grotere aantallen. Daarbij vergroot je met een kleinere en betaalbaarder auto je naamsbekendheid en je klantenkring. De 3 Serie-rijder van vandaag is de 5 Serie-rijder van morgen. In 1999 kwam de eerste kleinere Jaguar, de S-Type (E-segment).
Deze zorgde voor een verkoopverdubbeling bij het edele Britse merk. Logischerwijs wilde Ford (toen het moederbedrijf van Jaguar) méér. Die auto was de op de Ford Mondeo baseerde Jaguar X-Type (D-segment). Dit model bracht niet het succes dat ze hadden verwacht. De X-Type kwam in 2001 op de markt en kon het strijdtoneel in 2009 verlaten. Een opvolger stond niet klaar.
Introductie Jaguar XE
Al helemaal niet omdat Jaguar rond die periode samen met Land Rover zich hadden afgesplitst van Ford. Toch wilde Jaguar weer terug dat stukje markt veroveren waar de BMW 3 Serie de scepter zwaait en de Mercedes-Benz C-Klasse en Audi A4 op de voet volgen. Dan is er een Volvo S60 en een Lexus IS, maar daartussen in zit nog een (potentieel) groot gat. De Jaguar XE werd eind 2014 onthuld op een privé-evenement in London.
De auto is getekend door Ian Callum en wordt gekenmerkt door een (zeer) clean lijnenspel. De auto maakt veel gebruik aluminum. Een groot verschil met de X-Type is het platform. De X-Type was in basis een Ford Mondeo. Althans, het onderstel. Nu was dat onderstel van grote klasse, maar de gemiddelde consument kon Jaguar en Mondeo moeilijk rijmen. De Jaguar XE kreeg daarom een uniek platform met achterwielaandrijving, net als de BMW 3 Serie en Mercedes-Benz C-Klasse.
Motoren Jaguar XE
De XE heeft nog wel een beetje Ford DNA in de vorm van de motoren. De 2.0 benzinemotor is namelijk een Ford EcoBoost. Deze kun je krijgen met 200 of zelfs 250 pk. De 300 pk sterke viercilinder is een Ingenium-motor van Jaguar zelf en is leverbaar vanaf 2017. Vanaf dat jaar werden de EcoBoost-motoren aan de kant geschoven en waren ook de 20t en 25t echte JLR-motoren. Het topmodel is de V6, die is voorzien van een 3.0 zescilinder met supercharger.
Deze motor kennen we onder andere van de Jaguar F-Type en levert 340 pk. Van 2017 tot 2019 heeft de motor zelfs 380 pk tot zijn beschikking. Deze motor blijft in de aanbieding tot 2019. Daarna worden er louter viercilinders aangeboden. Alle XE’s op benzine hebben een automaat. De 20t heeft altijd achterwielaandrijving. De 30t heeft altijd vierwielaandrijving, bij de 25t zijn beide opties mogelijk.
Naast benzinemotoren zijn er ook diverse diesels leverbaar. Deze zijn gek genoeg wel leverbaar met een handbak. Waarschijnlijk ook om de prijs aangenaam te houden. Er zijn drie verschillende gradaties van in basis hetzelfde 1999 cc grote blok. De E-Performance is de minst krachtige en heeft 163 pk. De 20d heeft 180 pk en de 25d heeft zelfs 240 pk. Vierwielaandrijving is standaard op de 25d en optioneel op de 20d. De E-Performance heeft altijd achterwielaandrijving.
Jaguar XE SV Project 8
Naast de gangbare modellen heeft Jaguar met de SV Project 8 iets bijzonders in huis. Het is de ultieme sportsedan die alle andere sportsedans overbodig moet maken. Met een 5.0 liter supercharged V8 die goed is voor 600 pk is het een van de sterkste, snelste en meest bijzondere Jaguars aller tijden. Toevallig is het ook een XE. Naast de motor is de rest van de auto helemaal aangepast. De spoorbreedte is (veel) groter, de voorzijde is anders en er is een enorme spoiler.
Er worden slechts 300 van gebouwd. Klanten hebben keuze uit een versie met achterbank of eentje zonder achterbank, maar met een rolkooi. Het is een auto waarmee je zo op het circuit kunt boenderen. De Jaguar XE SV Project 8 is een van de snelste seriegeproduceerde sedans aller tijden, alhoewel je je kunt afvragen of 300 wel echt serieproductie is en of een auto zonder achterbank wel echt een sedan is.
Facelift
De Jaguar XE wordt in 2020 flink gefacelift. Het grootste nadeel wordt aangepakt door middel van een compleet nieuw interieur. Dat was niet zozeer slecht, maar zeker niet de top van de klasse. Nu is het meer dan acceptabel. De grote voordelen van de XE, het strakke design en de eveneens strakke wegligging, blijven behouden. Er zijn nu twee benzinemotoren: de P250 en P300, waarbij de P staat voor Petrol en het getal voor het aantal paardenkrachten.
Ook is er een diesel: de D180. Alle Jaguars XE hebben nu een ZF-automaat met acht versnellingen, een handbak is geen optie meer. In 2020 wordt de D180 vervangen door de D200. Vierwielaandrijving is optioneel verkrijgbaar op de diesel. De P300 heeft het standaard, de P250 heeft altijd achterwielaandrijving.
In Nederland is de Jaguar XE een bescheiden succes. In het eerste jaar worden er 541 van verkocht, in 2016 zelfs 579. Daarna lopen de verkoopcijfers iets terug. 2020 is voorlopig het meest verschrikkelijke jaar voor de D-segment sedan van Jaguar: er worden slechts 78 van verkocht.
Artikelen
Meer lezen? Hieronder vind je de laatste artikelen over de Jaguar XE.