De Jaguar E-Type is misschien wel de meest iconische auto ooit gebouwd. Sowieso de mooiste.
Elk merk heeft zo zijn hoogtepunt. Zo’n auto waarbij alles op zijn plaats viel qua design, prestaties, prijs en verkoopcijfers. Denk aan de Volkswagen Golf 1, de Peugeot 205 en natuurlijk de Jaguar E-Type. Dat was de opvolger van de Jaguar XK150. Dat was een typisch Britse sportwagen van de jaren ’50 die zijn basis in de late jaren ’40 had (met de XK120).
Inhoudsopgave
D-Type voorloper Jaguar E-Type
Voor de basis van de E-Type moet men eigenlijk niet naar de XK150 kijken, maar de D-Type raceauto uit 1955. Die auto is in technisch opzicht veel meer gelieerd aan de latere straatversie. Met de D-Type werd (met succes) geracet. Het idee was om technische toepassingen van de D-Type te gebruiken op de opvolger van de XK150. De eerste prototypes reden in 1957. Dat was de zogenaamde ‘E1A’. Deze auto werd gebruikt om de techniek te testen. Daarna werd ‘ie vernietigd. De E2A was de tweede testauto, deze leek in technisch opzicht al iets meer op wat de E-Type zou gaan worden. Dus een zelfdragend koetswerk met stalen chassis en aluminium body. De auto zag er echter uit als een D-Type racer. Jaguar racete er dan ook mee om ‘m zo incognito te kunnen testen.
Introductie Jaguar E-Type
In 1961 word de Jaguar E-Type onthuld op de Salon van Geneve. Volgens Enzo Ferrari is het ‘de mooiste auto ter wereld’. Alhoewel daadwerkelijke bronnen van die uitspraak lastig te vinden, gaf het wel de commotie om de auto aan. Het was namelijk een ongekende prestatie van Jaguar. Vanwege het zelfdragende koetswerk was de E-Type behoorlijk licht én stijf. De wielophanging was rondom onafhankelijk. Rondom kreeg je schijfremmen. Of wat te denken van de motor: een potige 3.8 zes-in-lijn die goed was voor meer dan 260 pk. Daarmee moest de auto – volgens Jaguar – in staat zijn om 250 km/u te kunnen halen.
Van 0-100 km/u accelereren duurde minder dan 7 seconden. Dat is nog niet eens het meest bijzondere. Dat was de combinatie van het zeer moderne doch tijdloze design. Oh, en de prijs. Het was even lastig bepalen waarom je nu het dubbele moest uitgeven aan Aston Martin of Ferrari. Je kon de E-Type krijgen in drie uitvoeringen: FHC (Fixed Head Coupe), OTS (Open Two Seater) en 2+2 Coupe. Qua motoren was er keuze uit een 3.8 of een 4.2 zes-in-lijn. Die laatste had voornamelijk meer koppel. De vroege coupés met 3.8 motoren worden gezien als de meest pure E-Types en zijn het meeste geld waard. Van de Series 1 zijn er 38.419 gebouwd.
Series 2
In 1968 arriveert de Jaguar E-Type Series 2. Er is nog altijd keuze uit de drie carrosserievarianten. De 3.8 motor is komen te vervallen, alleen de 4.2 is mogelijk. Qua design is duidelijk te zien wat de wijzigingen zijn. De koplampen zónder glas ervoor zijn de makkelijkste indicatie. Ook werd er meer gebruik gemaakt van chroom, waaronder de bumpers. Ook de grotere knipperlichten vallen op. De wijzigingen vallen echter niet bij iedereen in goede aarde. De Series 2 was vrij kort in productie, van 1968 tot 1971. In die periode zijn er 18.809 van geproduceerd. De populairste variant is de OTS, dan de 2+2 Coupé en de FHC op de derde plek.
Series 3 met V12
In 1971 staat de Jaguar E-Type Series 3 klaar. In dit geval zijn er een paar hele grote wijzigingen. Ten eerste is er alleen keuze uit een OTS. (cabriolet of de 2+2 coupé, de korte FHC is komen te vervallen). Dat geldt ook voor de zescilinder motor. Er is een gloednieuwe 5.3 liter grote V12. Om de grote motor in de neus door het verkeer te loodsen kreeg je nu standaard stuurbekrachtiging mee (een optie op de Series 2).
De V12 in de derde serie Jaguar E-Type was goed voor 273 pk, waarmee je meer dan 250 km/u kon halen. Echter, niet alleen vanwege de prestaties was er een V12, ook vanwege de loopcultuur, koppelopbouw en exclusiviteit. Duitsers bouwden geen V12 in deze periode. Qua uiterlijke wijzigingen kun je de Series 3 makkelijk herkennen met een afwijkend front met chromen grille. Aan de achterzijde zijn er vier uitlaten in het midden. In 1974 werd de productie van de E-Type gestaakt. Van de Series zijn er 15.287 gebouwd. Uiteraard was de opvolger een compleet ander type auto, de XJ-S.
Nalatenschap Jaguar E-Type
De Jaguar E-Type zou uiteraard uitgroeien tot een gewilde klassieker. Eigenlijk al vanaf het moment dat de XJ-S van de band loopt. Die auto krijgt veel minder eenvoudig de handen op elkaar. Omdat er relatief veel E-Types zijn gebouwd, zijn de prijzen enigszins behapbaar. Dat niet alleen, de E-Type zou daardoor een populaire basis worden voor zogenaamde restomods. Met name Eagle is daar erg succesvol mee. Die pakken een E-Type en bouwen ‘m helemaal opnieuw op naar wens van de klant.
Meer lezen?
Bekijk hier onze laatste artikelen over de Jaguar E-Type.