Jaguar begon ooit als typenaam, maar inmiddels is het een ijzersterke merknaam. Bij Jaguar denk je vooral aan bloedmooie coupés en sedans, maar inmiddels bouwen ze stiekem vooral cross-overs. Waaronder de volledig elektrische I-Pace.
Jaguar nieuws
-
Verzekeraar weigert gebruikte Range Rover: te onbetrouwbaar
Lees meer -
Goed nieuws: Jaguar is nog niet helemáál dood
Lees meer -
Jaguar verkoopt gewoon GEEN nieuwe auto’s meer
Lees meer
Jaguar videos
Modellen
Inhoudsopgave
De eerste Jaguar
Een van de meest tot de verbeelding sprekende merken is Jaguar. Het is een bijzondere positie die het merk heeft in het spectrum van bijzondere auto’s. Een Jaguar is niet als een Rolls-Royce of Aston Martin hyperexclusief, maar is absoluut specialer dan een BMW of Mercedes. Een soort Brits Maserati, zeg maar.
Bij de eerste Jaguar was Jaguar geen merknaam, maar een typenaam. De naam verscheen op een auto van de Swallow Sidecar Company, ook wel SS genoemd. Omdat het in 1935 was, waren er nog niet echt connotaties met de Tweede Wereldoorlog. In 1945 wordt wijselijk besloten door oprichters William Walmsley en William Lyons dat de naam SS omgedoopt moest worden tot Jaguar.
Jaguar
Jaguar richt zich op twee types auto. Enerzijds zijn daar de saloons, de luxe limousines met grote motoren, rijke aankleding en een statig voorkomen. Anderzijds zijn daar de roadsters, de XK’s. Deze sportwagens worden aangedreven door zeer krachtige motoren. Het getal 120 in XK120 staat dan ook voor de topsnelheid in mijlen, zo’n 200 km/u. Dat was vlak na de Tweede Wereldoorlog een ongekend hoge topsnelheid.
Als het gaat om stijlvolle limousines en sportieve coupé’s zijn er twee auto’s waarmee Jaguar absoluut legendarisch werd: de MkII en de E-Type. Er zijn soms van die auto’s waarvan de impact nooit meer geëvenaard gaat worden. De Ford Mustang is zo’n auto, maar de E-Type wellicht nog meer. De E-Type was weliswaar niet zo’n enorm kassucces qua aantallen, maar wel qua aanzien. Toen de E-Type (eigenlijk heette de auto XKE) op de salon van Genève in 1961 verscheen, noemde Enzo Ferrari het de mooiste auto ter wereld. En terecht.
Jaguar MkII
De MkII was niet eens de grootste Jaguar sedan, maar wel een van de fraaiste. Het is de auto waarbij Williams Lyons de slogan ‘Grace, Space and Pace’ bedacht. Een slogan die min of meer nog steeds toepasbaar is op elke Jaguar. De MkII (Mark Two) werd slechts van 1959 tot 1967 gebouwd. Gek genoeg kreeg de MkII geen directe opvolger. De S-Type 3.8 was al een soort luxere en snellere versie van de MkII die al sinds 1963 verkrijgbaar was (en iets langer in productie bleef tot 1968). De 420 (wat weer een nog luxere en snellere S-Type was) bleef tot 1969 in productie en was de voorloper van de XJ.
Jaguar XJ
Er zijn zo van die modellen die je meteen voor je ziet als je aan een merk denkt. Bij Porsche denk je aan een 911 en bij Land Rover aan een Defender. De archetypische Jaguar is natuurlijk de XJ. De XJ kwam in 1968 op de markt. Deze auto had de dubbele ronde koplampen aan de voorzijde en vooral dat hele herkenbare profiel. Een lange motorkap, met de wielen zo ver mogelijk naar voren. Een relatief compacte greenhouse en een aflopende kofferklep. De eerste XJ generatie is er in drie series: Series I (1968 tot 1973), Series II (1973 tot 1979) en Series III (1979 tot 1992). Ook de X300, X308, X350 en X358 zijn allemaal sterk herkenbaar als een Jaguar.
Ford overname
Een belangrijk moment voor Jaguar is de overname door Ford. De Amerikaanse gigant heeft wel oren naar een divisie van luxe auto’s. Lincoln is in de Verenigde Staten een zeer sterk merk, maar in Europa is het merk nauwelijks vertegenwoordigd. Met de aanschaf van Jaguar heeft Ford meteen een sterk merk in handen. Het eerste wat onder Ford gebeurd, is de verbetering van de kwaliteit. Het edele merk heeft nogal een reputatie opgebouwd als onbetrouwbaar merk. Dat is niet helemaal terecht, de auto’s zijn vrij prijzig en de techniek is dan vaak ook kostbaar.
S-Type
Uiteraard wil Ford geld verdienen met Jaguar. Dat lukt alleen door het vrij beperkte gamma te vergroten. De XJ8 en XK8 zijn absoluut Jaguars en uitstekende auto’s in hun eigen recht, maar enorme aantallen zet je er niet mee weg. De eerste ‘kleine’ Jaguar is de S-Type. De auto staat op een nieuw platform waar andere modellen ook gebruik van kunnen maken (zoals de Lincoln LS en de Ford Thunderbird). Deze auto’s maken deels gebruik van bekende Ford-techniek, alhoewel dat bij de S-Type redelijk meevalt. Alleen de 3.0 V6 is een Duratec V6, de V8 is van Jaguar. De S-Type is een concurrent van de BMW 5 Serie en Mercedes-Benz E-Klasse, alhoewel de auto nooit echt een vuist heeft kunnen maken qua verkoopcijfers.
X-Type
Jaguar gaat nog een stap verder met de X-Type. Deze auto moet het opnemen tegen de BMW 3 Serie en Mercedes-Benz C-klasse. Een groot verschil met alle andere Jaguars is dat de motor overdwars ligt en de auto in basis voorwielaangedreven is, alhoewel de auto in eerste instantie alleen met vierwielaandrijving op de markt komt. Later komen er kleinere benzinemotoren (een 2.1 V6) en zelfs enkele diesels. Deze hebben voorwielaandrijving. De compacte X-Type is geen verkoopramp, maar het is absoluut niet het succes dat Ford voor ogen had. In 2009 wordt het model van de markt gehaald zonder dat er direct een opvolger voor in de plaats komt.
Tata overname
Dat van de markt halen wordt gedaan door Tata, de nieuwe eigenaar van Jaguar (en Land Rover). In de 19 jaar tijd heeft Ford nooit een cent verdiend aan het Britse merk en met een financiële crisis op komst ziet Ford zich genoodzaakt enkele merken te verkopen. Jaguar Land Rover is een cluster in de Tata-groep en focust zich op premium automobielen, uiteraard.
Dat gaat gepaard met redelijk succes. Gelukkig mag Jaguar nog even gebruik maken van de techniek van Ford. De 2.0 EcoBoost motor en de diesels komen nog van Ford. Pas later worden deze motoren geleidelijk aangepast tot motoren behorend tot de Ingenium-familie. Onder Tata komt Jaguar in 2016 met de F-Pace, de eerste cross-over van het merk. Ondanks dat Land Rover uitstekend in staat is om Britse luxe cross-overs te bouwen, heeft Jaguar zo’n model nodig. Later wordt met de E-Pace een kleinere cross-over aan het gamma toegevoegd.
Jaguar I-Pace
De belangrijkste cross-over voor het merk is echter de I-Pace. Dit is de eerste volledig elektrische Jaguar in serieproductie. Het model is getekend door Ian Callum en is het eerste serieuze alternatief voor een Tesla, dat daarvoor vrij spel had als het ging om gave elektrische auto’s. In Nederland is de I-Pace verreweg de best verkochte Jaguar. Dat komt door het bijtellingsbeleid. Het was een van de weinige auto’s die je met weinig tot geen bijtelling kon rijden. In Nederland rijden er zo’n 5.000 van deze auto’s rond.