De Ford Ranger is een compacte pick-up. Althans, in vergelijking met die gigantische F-150.
Een van de best verkochte auto’s ter wereld is de Ford F-Series. Daar worden er honderdduizenden per jaar van verkocht, in sommige gevallen bijna een miljoen stuks. Het maffe is, bijna allemaal in de Verenigde Staten. De pick-up is in dat land dan ook een ‘way of life’. Je hebt gewoon zo’n ding, of je ‘m nodig hebt is een tweede.
Je kan ze ook krijgen als enorm krachtige, snelle, stoere of luxe uitvoeringen, waardoor het eigenlijk een soort SUV is met een handige laadruimte, wat het technisch gezien ook is. Juridisch gezien ook, waardoor pick-ups aldaar aan andere eisen moeten voldoen dan personenauto’s. Ze zijn dan ook heel erg goedkoop, relatief gezien. In de rest van de wereld werkt het iets anders. Daarom dat wij in Nederland de Ford Ranger krijgen, een wat meer verstandige pick-up.
Inhoudsopgave
Twee verschillende modellen
Let op, er zijn twee modellijnen qua Ranger. De eerste arriveerde in 1983. Dat was de Ford Ranger in de VS. Dat model moest dienen als een kleinere pick-up onder de F-150 die telkens groter groeide. Met name de Japanse merken (zoals Toyota met de HiLux) hadden populaire modellen die een maatje kleiner waren. De naam Ranger was snel gevonden. Het merk was al eigenaar van de naam en gebruikte het eerst als uitrustingsniveau. In eerste instantie op de Edsel Ranger, later ook op de F-150 en Bronco. De Ford Ranger was er met Pinto-viercilinders, een paar V6-motoren en diesels van Japanse makelij (Mazda of Mitsubishi). Die generatie ging tot 1993 mee.
In 1993 verscheen de tweede generatie Ford Ranger, die net als de F-150 (en een hoop andere auto’s in die tijd) een stuk ronder was qua styling. Alle diesels gingen met pensioen. Het begon met een potige viercilinder (2.3 liter) en eindigde met een dikke 4.0 V6 uit de Ford Aerostar. Qua uitvoeringen was het vrij overzichtelijk. Het begon met een XL (basis), XL Sport (basis, met wat striping), XLT (wat extra bekleding en een radio) en STX (stoffen bekleding, casette-speler, toerenteller en stuurbekrachtiging). De meest luxe uitvoering was dus niet echt luxe.
Nu ook een Ford Ranger voor buiten de VS
In 1998 gebeurt er iets bijzonders. Er komen namelijk twee soorten Ford Rangers. In eerste instantie is daar de Amerikaanse versie. Wederom dikke viercilinders en een hoop V6-en. Voor het eerst kon je ze met kleine deurtjes achter krijgen en er waren meer uitvoeringen qua luxe. Het segment was duidelijk aan het groeien.
Maar in 1998 gebeurde er meer, want de rest van de wereld krijgt ook een Ford Ranger. Dat is verwarrend genoeg óók een compacte pick-up. Deze is echter niet gebaseerd op de Amerikaanse Ford Ranger, maar op de Mazda B-Series. Hier lag de focus veel meer op dieselmotoren, alhoewel je op sommige markten alsnog die ouderwetse 4.0 V6 kan krijgen. Deze generatie is leverbaar in Azië, Zuid-Amerika, Afrika en Australië. In de VS blijft Ranger een hele lange tijd in basis dezelfde auto. Van 1998 tot 2011 is het onderhuids dezelfde Ranger. In de rest van de wereld is dat min of meer ook het geval.
Twee modellijnen worden één
In 2011 zijn de segmenten dermate naar elkaar toegetrokken dat Ford besluit één Ranger te voeren. Dit model wordt overal verkocht. Deze generatie, de P375 staat op het T6-platform. Er zijn enkele benzinemotoren voor sommige markten, maar de meeste hebben een dieselmotor. In Nederland is deze generatie ook leverbaar. Je kunt kiezen uit vrij sobere varianten voor professionele doeleinden of luxe dubbelcabines. In Nederland heeft de Ranger altijd een dieselmotor, geen benzine. Het begint bij de kale XL, maar loopt door tot een vrij luxe Limited of een stoer-sportief-ruige Wildtrak.
Kinetic Design
In 2015 arriveert er een flink gemoderniseerde Ranger. Officieel is het een facelift, alhoewel de wijzigingen behoorlijk zijn. Qua styling loopt de Ranger keurig in de pas met de andere Fords, met een ‘Kinetic Design’ vormtaal. In Nederland krijgen wij ‘m ook. Het begint met de kale XL, de iets minder kale XLT en de redelijk luxe Limited. Die hebben allemaal de 2.2 TDCI onder de kap. De Wildtrack heeft altijd de vijfcilinder 3.2 TDCI in de Super Cab, bij de Double Cab kun je de 3.2 combineren met de Limited-uitvoeringen. De Willdtrack en Limited kun je ook als automaat krijgen.
In 2019 krijgt de Ranger wederom een opfrisbeurt. In technische zin gebeurt er eigenlijk best veel. Er zijn namelijk nieuwe dieselmotoren, die in Europa de naam EcoBlue mee krijgen. Er is een versie met één turbo (150 pk) en eentje met twee turbo’s (213 pk). Die laatste kun je krijgen als Wildtrak of als Raptor. Er is in Nederland maar een carrosserievariant, de vierdeurs Super Cab.
Ford Ranger (P703)
In 2022 verschijnt de ‘P703’-generatie van de Ford Ranger. De basis is gelijk als zijn voorganger, de auto staat nog altijd op het T6-platform. Het koetswerk, interieur en veel onderhuidse techniek is echter wel nieuw. Er is nu ook een Volkswagen-versie van. De Ford Ranger en Volkswagen Amarok zijn onderhuids identiek. Sterker nog, de Amarok is een VW-derivaat van de Ranger. Ondanks unieke styling is de Amarok identiek en maakt deze Volkswagen gebruik van Ford-techniek.
Meer lezen?
Bekijk hieronder de laatste artikelen over de Ford Ranger.