De Ferrari F50 moest de legendarische F40 opvolgen. Lukte dat?
Weinig auto’s hebben zo’n impact gemaakt als de Ferrari F40. De combinatie van stijl, design, prestaties, sensaties en die legendarische badge is perfect gekozen. Waar concurrenten als de Porsche 959 veel geavanceerder waren en Lamborghini’s ongelikte beren waren, was de F40 een gefocuste raceauto voor de straat.
Die tactiek probeerden ze bij de opvolger ook toe te passen. Daarvoor werden alle registers losgetrokken. Voor het design keek men naar de Pininfarina Mythos, een concept car uit de late jaren ’80. Het design van de F50 is typisch jaren ’90 met veel ronde vormen. Aan de voorzijde zijn er geen klapkoplampen meer. Vergeet niet dat de Jaguar XJ220 en Lamborghini Diablo nog welke dergelijke ornamenten hebben. Qua spoiler is het een van de laatste Ferrari’s met enorme spoiler. Ferrari was al bezig met het creëren van downforce middels de onderzijde.
Le Mans en F1 blok
De opvolger van de F40 staat op een koolstofvezel chassis met aluminium ophanging. In plaats van een biturbo V8 heeft de F50 een echte V12. En met echte bedoelen we de Tipo 130B, wat in feite een motor is die zijn genen deelde met de Le Mans en F1-Ferrari’s. De motor was afkomstig van de 641 Formule 1-auto. Daarin reden Alain Prost en Nigel Mansell hun rondjes tijdens het 1990-seizoen. Sterker nog, ze wonnen gezamenlijk zes races! Nu leverde het 3.5 liter blok in de F1-auto zo’n 680 pk. De motor die in de 333 SP Le Mans-racer werd gebruikt kwam er dichter bij, dat was ook hetzelfde type motor.
Prestaties
Natuurlijk, de F50 was veel zwaarder dan de F1 auto en had minder vermogen. Maar je kon alsnog niet klagen. De motor is alsnog goed voor een maximum vermogen van 520 pk en 471 Nm. In principe meer dan voldoende gezien de auto slechts 1.230 kilogram weegt. De V12 is gekoppeld aan een handgeschakelde zesbak en uiteraard voorzien van achterwielaandrijving. Van 0-100 km/u sprinten duurde zo’n 4 seconden, de topsnelheid was 325 km/u. Daarmee zou de F50 sneller moeten zijn dan de F40, maar dat was dus niet helemaal het geval.
Diverse autobladen probeerden de F40 en F50 naast elkaar te zetten. Logisch, de ene topper uit Maranello tegen de andere. Helaas werkte niemand mee. Ferrari had geen F40 paraat. Uiteraard waren er zat journalisten die vermogende eigenaren konden vragen om een F40 en/of F50 uit te lenen. Dat gebeurde ook nauwelijks. Ferrari had namelijk alle eigenaren op het hart gedrukt om de auto’s niet uit te lenen voor een vergelijkingstest. De mensen die dat wel deden, werden dan automatisch geschrapt van de ‘Special Edition’-lijst van Ferrari.
Ferrari F50 niet tegen F40
Ferrari heeft namelijk een shortlist met prominente en fervente Ferrari-verzamelaars. Gedraag je je zoals Ferrari dat wil, dan mag je er nog eentje kopen. Ben je rebels, wordt je geschrapt en kun je niet zo’n auto kopen. Althans, niet via Ferrari zelf. Ferrari voelde aan zijn water dat de F40 (veel) sneller was. Zeker omdat je daar vrij eenvoudig de turbodruk van de IHI-turbo’s kon opschroeven. Ook had de F40 meer bruikbaar koppel.
Echter, er valt ook een hoop te zeggen voor de F50. Niets klinkt mooier dan een atmosferische V12 en de 8.500 toeren draaiende twaalfpitter stelde dan ook zeker niet teleur. Ook kon je in de Ferrari F50 het dakje eraf halen waardoor je kon genieten van het auditieve spektakel. Voor het betere stuurgevoel zit er geen stuurbekrachtiging op, dus ook de F50 was behoorlijk puur. Ondanks dat Ferrari niet al te beste reclame maakte met zijn beleid en de F50, waren alle 349 exemplaren in no time uitverkocht. Eigenlijk is men de auto pas later echt gaan waarderen om wat het is.
Ferrari F50 GT1
Alle 349 F50’s zijn identiek qua specificatie. Wel was er een topmodel in de vorm van de F50 GT (ook wel F50 GT1 genoemd). Hiermee kreeg de F50 de racepedigree die de F40 met de LM en GTE ook had. De F50 GT1 werd ontwikkeld voor de BPR-klasse. Deze stelde dat de auto’s afgeleid moesten zijn van een productie-auto. De F50 diende als basis, maar de GT1 was veel lichter: 909 kilogram. Ook was de auto veel lager: 110 cm. Het chassis werd ontwikkeld met behulp van Dallara. Heel erg bijzonder was de motor, de 4.7 V12 was nu goed voor 750 pk bij 10.500 toeren!
De auto stond klaar om mee te doen in competitieverband, maar Ferrari trok zijn keutel in. Porsche had namelijk de GT1 weten te homologeren. Dat was een pure racer met 911-koplampen en achterlichten. Sterker nog, de GT1 is eigenlijk een doorontwikkeling van de 962. Voor Ferrari reden om het te laten bij de drie gebouwde exemplaren die naar zeer gewaardeerde verzamelaars ging op de voorwaarde dat ze er niet mee gingen racen. Dat klinkt niet verkeerd, maar vergeet niet dat je er ook de weg niet mee op mocht. De laatste F50 liep in 1997 van de band. Het zou nog even duren voordat er een opvolger kwam. Pas in 2002 verscheen de Ferrari Enzo.
Meer lezen?
Bekijk hieronder de laatste artikelen over de Ferrari F50.