Alpine is een legendarisch sportauto- en racemerk van Renault. Na vele jaren van afwezigheid kan je sinds 2018 weer de Alpine A110 kopen en de toekomst lijkt zelfs elektrisch voor dit Franse merk
alpine nieuws
-
Wat is de beste Franse hot hatch?
Lees meer -
Alpine A290 test superleuk, maar…
Lees meer -
Alpine ontwikkelt een gloednieuwe 3,5 liter V6!
Lees meer
alpine videos
Modellen
Inhoudsopgave
Renault 4CV
Het begint voor Alpine met de Renault 4CV. Dit was een compacte middenklasse auto met monocoque-chassis, achterwielaandrijving en in lengte geplaatste viercilinder-motor. De keuze voor deze auto was deels uit nood geboren, zoveel Franse auto’s die in aanmerking kwamen waren er niet destijds.
Om te zorgen dat de 4CV competitief was, maakt Jean Rédélé aluminium koetswerken en voerde hij de motoren op. Hij had behoorlijk wat succes op Le Mans, Sebring, de Mille Miglia en de Coupe des Alpes oftewel de Alpine Rally.
De naam Alpine
Dat is meteen waar Rédélé de naam voor zijn nieuwe merk vandaan haalde. Want naast succes op de baan, was er ook succes in de showrooms. Klanten wilde graag de de sportieve Renaults van Rédélé kopen. Onder het merk Alpine kon hij zijn eigen creaties verkopen.
De eerste unieke auto was de A106. De basis van de auto was weliswaar gelijk aan de Renault 4CV, maar op het platform van die middenklasser werd een lichtgewicht glasvezel coupé koetswerk gemonteerd. De Alpine A106 was in eerste instantie bedoeld om naam te maken in de racerij, iets dat ook lukte. Later werd de auto ook aangeboden aan het publiek.
Het is niet voor het eerst dat een sportieve tuner c.q. sportwagenbouwer of raceteam wordt ingelijfd door een grote fabrikant. Denk aan Abarth, AMG en Polestar, die respectievelijk door Fiat, Mercedes en Volvo werden ingelijfd.
Met Alpine is dat niet anders. Alpine bestaat al heel erg lang. Het merk werd door Jean Rédélé opgericht. Rédélé volgde een privé business-opleiding in Parijs. Na het behalen van zijn diploma startte hij een Renault dealer in Dieppe. Hij was de jongste dealer-directeur van Renault in Frankrijk destijds.
De Alpine A106 verscheen in 1958. In plaats van de 4CV als basis, werd het platform van de A108 gebruikt. Ondanks dat de 108 iets sportiever was en het hogere vermogen, werd de focus meer gelegd op een laag gewicht en compacte afmetingen. Iets dat Alpine voor langere tijd zou kenmerken. Met deze auto kon het merk zijn stempel drukken als zelfstandig fabrikant en werken aan naamsbekendheid.
Alpine A110
De grote doorbraak kwam echter met de Alpine A110. Deze kwam in 1961 op de markt. In technisch opzicht was het een doorontwikkeling van de A108, althans, qua platform. De Alpine A110 maakte voornamelijk gebruik van R8-onderdelen.
Het vermogen nam wederom iets toe, zonder dat de auto veel zwaarder werd. Als het gaat om sportieve successen voor het merk Alpine, is de A110 zonder meer de belangrijkste auto. De auto won diverse rally’s en race’s inclusief de Rally van Monte Carlo in 1973, waarmee de auto heldenstatus verkreeg.
Dat was het dan ook zo ongeveer in de rallysport. De auto’s werden telkens exotischer en puur ontworpen en gebouwd voor de rallysport, denk aan de Lancia Stratos. Daarom besluit Alpine zijn sportieve successen meer te focussen op de racerij. Rond dezelfde periode wordt het merk ingelijfd door Renault. De expertise en naamsbekendheid kunnen Renault helpen.
Alpine A310
In die periode zoekt Alpine het ook iets hogerop met de A310. Niet zozeer qua prestaties, Want de A310 was aanvankelijk groter en zwaarder, terwijl de motor juist minder krachtig was. Gelukkig kreeg je wel een typisch jaren ’70 uiterlijk met zes ronde koplampen achter perspex-glas. Voor de puristen was de Alpine A310 geen succes en commercieel was dat eigenlijk ook niet het geval. De Alpine A310 SX, met uitgeklede uitrusting en eenvoudigere Renault-motor moesten de verkopen opkrikken.
In 1976 neemt Alpine eigenlijk iets afstand van zijn status als ‘Franse Lotus’ met de A310 V6. In principe dezelfde auto, maar dan met een aangepast koetswerk, ontworpen door niemand minder dan Robert Opron. Het grootste verschil is de motor, namelijk de PRV-V6.
Deze zescilinder is ontwikkeld door Peugeot, Renault en Volvo. Deze motor is goed voor 150 pk. De prestaties van de auto gaan er met stappen op vooruit, in korte tijd is de A310 van zware Lotus rivaal ineens een Porsche 911-concurrent. Die laatste heeft toevallig ook een zescilinder achter de achteras hangen.
In 1984 neemt de Renault-Alpine GTA het stokje over. Wederom wordt het model groter, luxer en zwaarder. De auto wordt nu ook voor het eerst met de naam Renault verkocht. Het koetswerk is van polyester en achter de achteras vinden we een PRV-V6. Ondanks dat de auto naar klassieke Alpine-maatstaven vrij zwaar is, is de Renault-Alpine GTA alsnog lichter dan de meeste concurrenten.
Met de 160 pk sterke 2.8 liter V6 zijn de prestaties ook uitstekend. Later was er ook een kleinere V6, maar die was dankzij de toevoeging van een Turbo aanzienlijk sterker. De ultieme versie van de Renault-Alpine GTA is de ‘Le Mans’, compleet met unieke bodykit en driedelige BBS-velgen. Dit model werd gebouwd van 1990 tot 1991.
Ultieme evolutie
Daarna was het tijd voor de A610, de ultieme evolutie. Deze auto was voorzien van klapkoplampen en een nog krachtigere motor, in dit geval goed voor 250 pk en 350 Nm, Porsche 911-waarden. Helaas was de auto ook aanzienlijk duurder geworden.
Daarmee was de auto buiten bereik van de Alpine-enthousiastelingen, maar was de naam ‘Alpine’ niet prestigieus genoeg voor de rijkere klanten. In 1995 werd het merk dan ook opgeheven.
Dat opheffen is puur symbolisch. Er kwam geen auto meer met de Alpine-naam, maar Renault had de Gordini-tak en Alpine-tak al een tijdje daarvoor samengevoegd tot Renault Sport. Dus de bouwers van de Alpine A610 waren dezelfde als die van de Renault Sport Spider. Sterker nog, kijk maar eens naar de velgen van beide modellen: die zijn identiek. Renault Sport mocht zich focussen op snelle versies van de Clio en Mégane, iets dat ze erg goed afging.
Nieuwe A110
Na lang wikken en wegen kwam Alpine in 2017 weer terug. Er waren plannen om samen met Caterham een auto te gaan ontwikkelen. Dat ging helaas niet door, Caterham moest zou 75 miljoen euro bijdragen, maar middels crowdfunding kwamen ze niet verder dan 20 miljoen euro. Dus bijna helemaal vanuit het niets werd de Alpine A110 ontwikkeld, alhoewel Caterham wel degelijk aan de wieg stond van het project.
De concepts lieten al snel zien dat het een interpretatie is van de A110 uit de jaren ’60. Echter, het design lijkt wel perfect te werken. In tegenstelling tot de A610 is de A110 weer een compacte lichtgewicht sportwagen.
Het koetswerk is van aluminium en de dimensies zijn compact. Dat houdt het gewicht laag, waardoor de A110 niet een enorme motor nodig heeft. De 1.8 turbo viercilinder is gekoppeld aan een zeventraps transmissie van Getrag. Het blokje is goed voor minimaal 252 pk, 2 pk meer dan de A610 had.
Aanvankelijk zijn er drie varianten: Pure, Premiere en Legende. De eerste is behoorlijk kaal (precies wat je moet willen van een dergelijke auto), Premiere het luxe introductiemodel en de Legende heeft wat retro-details ter ere van de originele A110.
Door de jaren heen komen er verschillende variaties op het thema A110. De A110 S is de sportieve variant die in 2019 verschijnt. Deze heeft een 292 pk sterke motor. In 2021 krijgt de A110 een update en stijgt het vermogen naar 300 pk. Er komt ook een A110 GT, die wel de motor van de A110 S heeft, maar niet de andere aanpassingen.
In 2022 komt er een nieuwe topversie in de vorm van de A110 R. Deze heeft óók 300 pk, maar weegt 34 kg minder, dankzij diverse carbon onderdelen. Optioneel is de A110 R te krijgen met een serieuze spoiler.
Formule 1
Alpine houdt zich intussen ook op grote schaal bezig met de racerij. Denk daarbij aan raceversies van de A110, FIA WEC-racers en vanaf 2021 zelfs de Formule 1. Het Renault F1-team verandert dan van naam en gaat verder als Alpine F1.
Toekomst Alpine
Alpine is in zijn huidige vorm een kleine sportwagenfabrikant, maar het is niet de bedoeling dat dit zo blijft. Renault wil van Alpine een heus volumemerk maken. Als onderdeel van dit plan gaan ze onder andere met een elektrische cross-over komen. De sportieve roots van het merk worden echter niet vergeten, want er zit ook een elektrische opvolger van de A110 in de pijplijn.