Van sportief Brits merk naar sportief geprijsde Chinese auto’s. Het Britse MG ging in 2005 ten onder, maar het merk heeft inmiddels een succesvolle comeback gemaakt onder het Chinese SAIC. MG bouwt tegenwoordig vooral elektrische cross-overs, maar met de Cyberster en de MG4 XPower proberen ze ook het sportieve imago terug te winnen.
MG nieuws
-
MG Cyberster – best slecht, maar erg leuk
Lees meer -
MG haalt op geniale wijze uit naar reclamecampagne Jaguar
Lees meer -
Chinese merken willen Europese Commissie slopen
Lees meer
Modellen
Inhoudsopgave
Morris Garages
Bij Britse automerken wil het nog wel eens zo zijn dat de verhalen eromheen mooier zijn dan de auto’s zelf. Bij MG is dat eigenlijk niet anders. Het merk was ooit een toonaangevende sportwagenfabrikant, maar het merk drijft eigenlijk al 70 jaar lang af naar de afgrond. En, net zoals meer Britse merken, wil het maar niet van het strijdtoneel verdwijnen.
MG is een afkorting voor Morris Garages. Het was een dealer die Morris auto’s verkocht in Oxford in de jaren ’20. Echter, de man achter het bedrijf was Cecil Kimber. Zijn idee was dat een Morris sportiever, fraaier en leuker kon. Deze auto’s werden de ‘Kimber Specials’ genoemd, maar waren voorzien van een Morris-badge. Wel werd er nóg een badge opgeplakt, die van MG. De auto sloegen aan bij het publiek, want de Kimber Specials (inmiddels omgedoopt tot MG in 1925) bleken niet aan te slepen. Dit zorgde voor logistieke uitdagingen, waardoor het merk diverse malen in korte tijd moest verhuizen.
Compacte roadsters
De sportieve wagens zijn dermate populair dat het in 1928 tijd is om MG als apart merk op de markt te brengen. In de jaren ’30 en ’40 bleef het merk sportwagens bouwen. MG specialiseerde zich in compacte roadsters zoals de M-Type Midget, F-Type Magna en K-Type Magnette. Echter, ook enkele luxe sedans en coupé’s werden gebouwd in de jaren ’30. In 1945 overleed Kimber vanwege een bizar treinongeluk.
MG kwam onder de BMC-vlag te vallen begin jaren ’50. In deze periode braken nieuwe hoogtijdagen aan voor het merk. Althans, als het gaat om compacte sportwagens. De andere MG’s waren niets meer dan ge-rebadgede producten uit de BMC-stal, met name Morrissen en Wolseley’s. De MG A en later de MG B zijn misschien wel de hoogtepunten als het aankomt op de typisch Britse roadster. Ze zagen er geweldig uit en waren redelijk betaalbaar. En als het reed, reed het zeker niet onaardig. Het was het type auto dat andere automerken probeerden te imiteren.
MG onder British Leyland
Ondanks een behoorlijk sterk imago, was het voor MG echter lastig om als merk te overleven. MG kwam onder de British Leyland Motor Group te vallen. Daarin stierf het merk een stille dood en kunnen we wel spreken van de eerste officiële sterfdatum. MG viel nu onder dezelfde vlag als Triumph (de grote concurrent). Waar er bij Triumph veel geld werd geïnvesteerd in nieuwe modellen, moest MG het doen met wat lauwwarme special editions op basis van de bestaande auto’s. In 1980 werd de stekker uit de fabriek getrokken en werden er geen MG’s meer gebouwd. Althans, geen echte MG’s.
Onder British Leyland zag men de MG-badge als een perfect label voor snelle Rovers. De Metro, Maestro en Montego waren sportieve topmodellen van de bestaande brave Rover-modellen. In 1992 keerde het merk terug met een échte MG, de RV8. Een retro-esque Britse sportwagen met achtcilinder motor en open dak. Het was een gemoderniseerde MG B, met een 3.9 liter Rover V8 in het vooronder.
Comeback met MG F
Het bleek een soort opwarmertje voor wat ging komen: de MG F. De Mazda MX-5 zorgde ervoor dat de betaalbare roadster weer populair was. Ironisch genoeg kopieerde Mazda het idee van de MG B en andere Britse roadsters uit die periode. Mazda kon het echter veel beter samenvatten met de MX-5, kijkend naar de veel te dure en achterhaalde RV8. De MG F was specifiek gebouwd om de MX-5 van repliek te dienen. De compacte roadster was voorzien van een middenmotor en achterwielaandrijving.
Ondanks het feit dat de MG F niet onder BMW-regie was ontwikkeld, werd de auto wel in de BMW-periode verkocht. Het was een van de weinige succesverhalen van BMW in die periode. In 2000 stapte het Duitse merk eruit en werd Rover verkocht voor 10 pond aan de Phoenix Group. Deze groep moest zorgen dat Rover op zijn eigen benen ging staan. Het concern werd omgedoopt tot MG Rover met de merken, jawel, MG en Rover.
Rebadge
Daarbij haalde de Phoenix Group een oude truc uit de kast: alle Rovers kregen een snelle MG-versie. De Rover 25, 45 en 75 werden respectievelijk de MG ZR, ZS en ZT. Het bijzondere was dat er diverse motoren leverbaar waren voor de modellen, iets dat je niet veel ziet bij een ‘topmodel’. Zo kon je de ZR ook met 105 pk sterke 1.4 krijgen of zelfs als diesel.
De ZT was er met een 2.5 V6, een 2.0 diesel (nog van BMW-origine) en later ook een 1.8 turbo. Maar de meest bijzondere versie was de ZT260 met een 4.6 liter grote V8 uit de Mustang. De Ford Modular V8 was overdwars geplaatst en dreef de achterwielen aan. Er waren snellere versies aangekondigd met 385 pk en zelfs 500+ pk, maar daar is het nooit van gekomen.
Zwaar weer
MG Rover zat intussen (weer) in zwaar weer. De modellen waren al behoorlijk op leeftijd aan het raken. Met name de 45/ZS waren producten van de vroege jaren ’90. Na een zoveelste facelift vielen de verkoopcijfers nog verder terug. Rover probeerde met allerlei noodgrepen de boel aan de praat te houden, zoals de Rover 25 Streetwise en de Cityrover.
MG kreeg de X-power SV, een afgedankt project van Qvale, de DeTomaso Mangusta. De X-Power SV was leverbaar met diverse achtcilinders van Ford. Instappen deed je met de 320 pk sterke 4.6, maar een SV-R met 5.0 V8 en 385 pk was er ook. Natuurlijk stonden er veel sterkere versies op de planning. Daar kwam het echter nooit van. Uiteraard was het verhaal achter die auto schitterend, maar het was in commercieel oogpunt in flop. In 2005 was het over en uit voor MG Rover.
SAIC Motor
Nanjing Automobile ging met de MG TF (de facelift versie van de MG F) aan de slag. Deze kwam uit in 2007 in een beperkte oplage. Vergeet niet dat basis van de auto inmiddels al 12 jaar oud was. In 2009 nam SAIC Motor de rechten voor MG over. Onder deze Chinese gigant kon MG uitgroeien tot een groot en volwassen automerk met een overzichtelijk en compleet modelgamma. Van de compacte MG 3 en de iets grotere MG 5 tot de zakelijke MG 6. In principe was het voor SAIC handig om een merk met modelnamen te hebben, zo werd Magnette als uitvoering weer in het leven geroepen. Het heeft echter niets te maken met het oude MG.
MG ZS EV
In Nederland krijgen we er in eerste instantie weinig van mee. De auto’s zijn bedoeld voor de Chinese markt en af en toe komen er een paar naar het Verenigd Koninkrijk. In 2017 verschijnt echter de MS ZS, een compacte cross-over. Een jaar later voegt MG daar een elektrische variant aan toe, de ZS EV. Deze wordt ook in Nederland geïntroduceerd, met succes. De ZS EV is een vrij voordelige elektrische auto, die aardig verkoopt in Nederland.
Uitbreiding gamma
MG laat er geen gras over groeien. Het Nederlandse gamma wordt in een rap tempo uitgebreid met de EHS, Marvel R, de MG 4 en de MG 5. Dit zijn allemaal volledig elektrische modellen, met uitzondering van de hybride EHS. Vooral de MG 4 en MG 5 bieden veel value for money. De MG 5 is sowieso een interessant model, omdat het een van de weinige elektrische stationwagens is.
Nog een uniek model is de MG Cyberster. Dit is een van de allereerste elektrische cabrio’s. Met twee zitplaatsen en een softtop is het een raszuivere roadster. Met deze auto moet MG weer een sportief imago krijgen. In dat kader wordt ook de MG 4 XPower gelanceerd, een 435 pk sterke elektrische hatchback.