Bentley is een van de meest Britse merken aller tijden, afgezien van het feit dat ze in Duitse handen zijn. Dat is sinds 1998 het geval, toen Volkswagen het merk overnam. Daarvoor was Bentley decennialang gelinkt aan Rolls-Royce.
Bentley nieuws
-
Drie keer raden wat Bentley’s eerste EV voor auto wordt
Lees meer -
Betaald toeren met een W12, leukste baan ter wereld?
Lees meer -
Een Rolls van €1.045.870 en meer leuke Britten op vers kenteken
Lees meer
Bentley videos
Inhoudsopgave
Oprichting Bentley
Bentley is een van de meest prestigieuze merken op dit moment. Dit is overigens altijd zo geweest. Waar sommige merken enorm zijn afgegleden (Chrysler) en andere merken enorme sprongen hebben gemaakt (Audi), is Bentley ‘zichzelf’ gebleven. Dat is eigenlijk best opmerkelijk, want er zijn veel periodes geweest waarbij Bentley juist niet zichzelf was.
Het begint in elk geval goed in 1919, wanneer Horace en Walter Bentley hun eigen automerk oprichten: Bentley. De broers hebben ervaring met de verkoop van het automerk ‘Doriot, Flandrin & Parant’ (logischerwijs vaak D.F.P. genoemd). Hun eerste project staat een paar maanden later al op de London motor Show te schitteren. Omdat het zo kortdag was, ligt er nog nog geen werkende motor in het vooronder. Bentley heeft zo’n anderhalf jaar nodig om de eerste auto’s af te leveren aan klanten.
Bentley Boys
Niet veel later doet Bentley mee aan diverse races, waaronder heuvelklim-races en de Indy 500. De eerste deelname in Le Mans was al in 1924. De periode waaraan Bentley nu nog zijn imago ontleend is 1925 tot 1931. Dat was namelijk de periode van de Bentley Boys. Een grote groep bijzonder rijke autosportliefhebbers met een passie voor mooie auto’s en racen. Dat was dan ook precies wat ze deden. Het waren ook bijna allemaal heren van stand. Ondanks dat Bentley in recordtempo een ijzersterk imago opbouwde én succesvol was in de racerij, wist het merk ternauwernood het hoofd boven water te houden. De financiële crisis werkte niet echt mee: daardoor verdampte de vraag naar enorm dure auto’s.
Dankzij de vele kapitale injecties van de Bentley Boys (met Woolf Barnato op de voorgrond) kon Bentley toch overleven. Zowel op de racebanen als op de openbare wegen maakt Bentley grote indruk. De auto’s zijn onverwoestbaar én bloedsnel. Ettore Bugatti, zelf een voorstander van lichtgewicht automobielen, noemt de Bentley’s de snelste vrachtwagens ter wereld. In 1924, 1927, 1928, 1929 én 1930 wordt de 24 uur van Le Mans gewonnen. Uiteindelijk mocht het niet baten. De grote depressie hakte er te veel in en zelfs de Bentley Boys konden niet geld in het project blijven pompen. Daarom nam in 1931 Rolls-Royce de boel over.
Rolls-Royce
Juist, het ene merk dat grote, luxe en enorm prestigieuze Britse automobielen bouwt, neemt het andere over. Een groot verschil is dat Rolls absoluut geen sportief imago had en Bentley wel. De eerste auto’s waren de zogenaamde ‘Derby’-Bentley’s. De 3,5 1/2-litre was in feite een Rolls-Royce 20/25. Omdat destijds vaak een ander type carrosserie werd gebouwd op de auto’s, waardoor het niet overduidelijk was dat je in een gerebadgede Rolls-Royce rondreed.
In de Tweede Wereldoorlog verhuisde Bentley en Rolls-Royce naar Crewe. Deze plaats werd tactisch gekozen vanwege de infrastructuur die aanwezig was en de locatie. Niet om auto’s te bouwen, maar onderdelen voor het leger. In dit geval motoren voor gevechtsvliegtuigen. Na de Tweede Wereldoorlog kon Bentley verder met het bouwen van auto’s. In veel gevallen waren het Rolls-Royces in een iets andere uitvoeringen op enkele uitzonderingen na.
Bentley onder Vickers, Turbo-era
Gelukkig ging dat veranderen onder leiding van Vickers, dat het merk overnam in 1970. Vickers was een een enorm industrieel bedrijf dat Rolls-Royce en Bentley kon gebruiken als uithangbord. Aanvankelijk ging het niet al te best met Bentley onder Vickers’ leiding: in de jaren ’70 liepen de verkoopcijfers hard achteruit. Op een gegeven moment was slechts 5% van alle geproduceerde auto’s een Bentley, de andere 95% was een Rolls-Royce.
In de jaren ’80 werd er extra tijd, geld en moeite gestoken in Bentley. Dit resulteerde in de Mulsanne Turbo en Continental Turbo. De Turbo-modellen deden enigszins denken aan de Blower Bentleys van de jaren ’20: loodzwaar, maar verrassend snel. Dankzij deze ingrepen van Vickers werd Bentley alsmaar populairder. In de jaren ’90 was het ongeveer 50-50.
Overname Bentley door Volkswagen, splitsing van Rolls-Royce
In de jaren ’90 speelden er wel andere dingen. Volkswagen was bezig om een groot aantal merken op te kopen in korte tijd en een van de merken was Rolls-Royce (en Bentley). Echter, BMW had dezelfde plannen. Dankzij enkele juridische dwalingen en missers bleek dat Volkswagen Bentley zou krijgen, Rolls-Royce zou op den duur naar BMW gaan. Dit betekende dat er voornamelijk werd geïnvesteerd in Bentley. De Arnage kreeg de beroemde 6.75 liter V8 in de Red Label.
Daarnaast wilde Volkswagen een nieuw instapmodel hebben. Op basis van de D1-platform werd de Continental GT Coupé ontwikkeld. Deze auto moest terugdenken aan de periode van de R-Type Continental uit de jaren ’50. Een grote tweedeurs Gran Tourer voor de lange afstanden. De motor kwam weliswaar van Volkswagen, maar het was een waar kunstwerk: een 6.0 W12 met 48 kleppen, 4 bovenliggende nokkenassen en twee turbo’s. Hierdoor leverde de motor 560 pk en 650 Nm. Deze werd via een zestraps automaat over gebracht op alle vier de wielen. Bijna al deze technische wapenfeiten waren een primeur voor Bentley.
Arnage en Mulsanne, uitbreiding Continental
Daarnaast bleef het Britse merk de Arnage updaten. De Red Label werd bijgestaan door een Black Label (later omgedoopt tot Arnage R en Arnage T). De Continental-reeks werd uitgebreid met een tweedeurs cabriolet (Continental GTC) en een vierdeurs sedan (Continental Flying Spur). Ook verschenen er snellere versies, waaronder de ‘Speed’.
Naast de Continental investeerde Volkswagen ook in een opvolger voor de Arnage. Wederom werd de inmiddels stokoude 6.75 liter V8 opgewaardeerd. De Mulsanne verscheen in 2010 en was een klassieke Bentley dankzij ‘de’ Bentley motor (eigenlijk nog een Rolls-Royce relikwie) en het feit dat de auto grotendeels met de hand gebouwd werd. In 2011 kreeg de gehele Continental-reeks een zeer geslaagde facelift. Daarbij werd bij de Flying Spur de naam Continental verwijderd: het was nu een op zichzelf staand model.
Bentley Bentayga
Het grootste nieuws in lange tijd is natuurlijk de Bentayga. Dat Bentley met een SUV op de proppen zou komen, was slechts een kwestie van tijd. Er waren al behoorlijk wat geruchten en een concept. In 2016 werd het model onthuld en vanaf 2017 ging die in de verkoop. Binnen de kortste keren was de Bentayga verreweg de populairste Bentley. Voor merken als Aston Martin en Rolls-Royce was het duidelijk dat zij ook moesten komen met een dergelijke auto.
In 2018 kwam de nieuwe generatie Continental GT. Een van de grootste kritieken die de auto kreeg was zijn verwantschap met de VW Phaeton. Nu was dat een steengoede auto, maar de layout was niet des Bentley’s. De motor hing namelijk voor de vooras. Omdat het ook nog eens een dikke 6-liter twaalfcilinder betrof, waren de Conti’s erg onderstuurd. Mede daarom stond de nieuwe generatie op het ‘MSB’-platform. Het is het platform dat Porsche gebruikt voor de Panamera. Het motorblok staat nu verder naar achteren. De transmissie is geen automaat met koppelomvormer, maar eentje met dubbele koppeling (PDK). De 6.0 W12 heeft nu eindelijk ook directe injectie en nog meer vermogen dan voorheen: minimaal 603 pk.
Flying Spur
Op basis van de Continental GT komt uiteraard ook een cabriolet, de Continental GT Convertible. In 2020 wordt de Flying Spur opgevolgd door een nieuw model. Ook deze staat op het MSB-platform. Rond deze periode wordt de Mulsanne uit productie genomen. De Flying Spur moet beide modellen vervangen. Het blijkt een goede keuze, want het gaat qua verkopen beter met Bentley dan ooit. Enig zorgenkindje is de toekomst. Bentley heeft namelijk weinig geïnvesteerd in duurzame technieken en alternatieve aandrijflijnen. Daardoor worden uiterst positieve berichten (weer een verkooprecord) afgewisseld met minder florissante berichtgeving.