Audi is trots lid van de Duitse Dikke Drie, samen met Mercedes en BMW. Ook bij Audi is de toekomst groen met veel hybride- en volledig elektrische motoren. Maar ook één van de Autoblog-favorieten zit nog in hun modellenlijn: de Audi RS6!
Audi nieuws
-
De meest illustere Audi RS6 Avant is terug
Lees meer -
Audi luistert naar fans en doet nep S-badges in de ban!
Lees meer -
Weer een A8 van €580k op kenteken, voor wie zou die zijn?
Lees meer
Audi videos
Audi spots
- Spotter: justawheelchairguy
- Spotter: justawheelchairguy
- Spotter: justawheelchairguy
Modellen
- Audi A1
- Audi A2
- Audi A3
- Audi A4
- Audi A5
- Audi A6
- Audi A7
- Audi A8
- Audi e-tron
- Audi e-tron GT
- Audi Q2
- Audi Q3
- Audi Q4 e-tron
- Audi Q5
- Audi Q7
- Audi Q8
- Audi R8
- Audi RS e-tron GT
- Audi RS Q3
- Audi RS Q8
- Audi RS2
- Audi RS3
- Audi RS4
- Audi RS5
- Audi RS6
- Audi RS7
- Audi S1
- Audi S3
- Audi S4
- Audi S5
- Audi S6
- Audi S7
- Audi S8
- Audi TT
- Audi TT-RS
Inhoudsopgave
De oorsprong van Audi
De wortels van Audi gaan terug naar 1899 wanneer August Horch zijn eerste bedrijf opricht. In 1904 start hij August Horch & Cie. Motorenwerke AG.
Dat gaat maar eventjes goed, wanneer August Horch in 1904 ruzie krijgt met het management en ‘zijn’ merk verlaat om wederom een autobedrijf te beginnen, ditmaal August Horch Automobilwerke GmbH. Dit moment geldt als het begin van Audi.
Oprichter Horch
Ondanks dat Horch Horch heet, mag hij zijn eigen naam niet gebruiken. Er wordt gekozen voor de Latijnse vertaling van Horch (hoor, luister): Audi. In 1932 is Audi een onderdeel van Auto Union, samen met Wanderer, DKW en heel verrassend: Horch! Het logo van Auto Union zijn vier ringen, elke ring vertegenwoordigt een merk. In de jaren ’30 maakt het merk furore met enorme V16-raceauto’s waarmee diverse records gevestigd worden met Bernd Rosemeyer achter het stuur. In de Tweede Wereldoorlog richt de fabriek zich op het maken van munitie.
Daimler aandeelhouder van Auto-Union
Na de oorlog krabbelt het merk weer op. Omdat in het oosten (Zwickau) de Sovjetten een te dikke vinger in de pap hebben, verhuist Auto Union naar Ingolstadt. In de jaren ’50 is Daimler-Benz de grootste aandeelhouder van Auto Union. Opmerkelijk, maar toen was nog niet duidelijk dat Audi een concurrent van Mercedes zou worden. In de jaren ’60 neemt Volkswagen de boel over. In de jaren ’70 worden modellen als de Audi 50, 80 en Audi 100 gelanceerd, waarbij de naam het aantal pk’s verklapt. De Audi’s zijn luxer en hoogwaardiger dan Volkswagens, maar staan nog niet op het niveau van BMW en Mercedes-Benz.
Quattro
Daar komt in de jaren ’80 verandering in met de Quattro. Per toeval wordt het AWD-systeem ontdekt en toegepast voor een sportcoupé. In de rallysport is de auto dermate competitief dat alle merken de integrale aandrijving zo snel mogelijk toepassen. het merk gebruikt het systeem niet alleen op de straatuitvoering van de quattro, maar optioneel kunnen de 80, 90, 100 en 200 ook uitgerust worden met quattro.
Audi A8
In de jaren ’90 zet het Duitse merk enorme stappen voorwaarts. De enigszins warrige range met de 80, 100 en V8 wordt geleidelijk omgezet. De eerste auto die dat doet is de A8. De A8 is de opvolger van de Audi V8 en een rechtstreekse aanval op de BMW 7 Serie en Mercedes-Benz S-klasse.
De A8 is geheel vervaardigd uit aluminium. Daarmee is de A8 lichter dan de concurrenten, ondanks dat de meeste exemplaren zijn uitgerust met quattro-vierwielaandrijving. Ook uniek is een sportief topmodel in de vorm van de Audi S8, compleet met een 340 pk sterke V8. Deze is eventueel uit te rusten met een handgeschakelde zesbak.
Audi A-modellen
De 100 wordt omgedoopt tot A6, de opvolger van de 80 heet A4. Nieuw in de range is de Audi A3. Het is de eerste auto van de VW-group die op het PQ34-platform staat. Waar alle auto’s van het merk de motor in lengte voor de vooras hebben staan, heeft de A3 het blok overdwars met de transmissie ernaast. Ook bijzonder: de 1.8 motoren hadden vijf kleppen per cilinder.
De Audi A3 is een enorm succes. Het duurde even voordat BMW en Mercedes hetzelfde recept volgden. Mede dankzij de A3 weet Audi een relatief jonge doelgroep aan te spreken. In 2020 komt er een nieuwe versie van de Audi A3 op de markt.
Audi TT
Dat lukt helemaal met de Audi TT. Deze sportieve coupé staat op hetzelfde platform als de Audi A3. In dit geval gaat het om het design: de TT is getekend door J Mays en Freeman Thomas. De conceptversie wordt in 1995 getoond en staat een paar jaar later, bijna onaangepast, in de showrooms. Een enorme cultuurschok voor het doorgaans ietwat brave merk.
Het legt ze geen windeieren, want de stijlvolle sportauto’s verkopen enorm goed. Wellicht iets te goed, want in het eerste jaar gebeuren er de nodige ongelukken met uitbrekende TT’s: het bijzondere uiterlijk zorgt voor een bijzonder ‘lichte’ achterzijde in snel genomen bochten. Audi voert direct wijzigingen door en monteert standaard het ESP-systeem van Bosch en een subtiele achterspoiler voor meer neerwaartse druk.
Snelle stationwagon
Een ander type auto dat het merk min of meer ‘ontdekt’ is de snelle stationwagon. In 1993 werken ze samen met Porsche aan een snellere variant van de al niet trage Audi S2 Avant. Het resultaat is de RS2 Avant. Per toeval moest het een stationwagon zijn: Porsche wil geen concurrent voor de 968 en 911, dus moest de auto zo ver mogelijk daarvan af staan.
Vandaar dat een RS2 Coupe en zelfs een RS2 sedan geen optie waren voor Porsche. De RS2 werd opgevolgd door de RS4, met een tot 380 pk gekietelde biturbo V6-motor, mede ontwikkeld door Cosworth, dat vlak daarvoor werd overgenomen door Audi. De RS4 is tijdens de introductie een absolute sensatie: de combinatie van snelheid, vierwielaandrijving en luxe in stationwagon-verpakking is ongekend.
Audi R8
Nog een Audi-aankoop uit die periode was Lamborghini. Het eerste wapenfeit van de Duitsers was het afschieten van de Diablo SV (waar nauwelijks marge opzat), het stoppen van het Canto-project en de planning voor een kleinere, goedkopere Lamborghini. Het resultaat was de Lamborghini Gallardo die in 2003 op de markt kwam. Ondanks dat de supercar in Italië gebouwd werd, waren de de Audi-invloeden overduidelijk zichtbaar. Met name in het interieur.
Ze maakten zelf ook een variant op basis van de Gallardo, de Audi R8. Deze auto is vernoemd naar legendarische en vooral dominante Le Mans raceauto’s. De R8 was groter dan de Gallardo en gebruiksvriendelijker. Ook was de R8 uitgerust met een 4.2 liter V8, terwijl de Gallardo een V10 had. Deze zou later zijn weg vinden naar de R8 en we zagen hem ook terug in de Audi R8 Spyder.
Audi Allroad
Een trend die ze gek genoeg misten, was die van de SUV-crossovers. In de jaren ’90 werden terreinauto’s alsmaar populairder. BMW was de eerste die de hoogte, vierwielaandrijving en het praktische vernuft bood van een terreinauto, zonder de nadelen als een enorm hoog gewicht en matige rijeigenschappen op asfalt. Op zich opmerkelijk, want als het aankomt op vierwielaandrijving had BMW nog niet zoveel ervaring, in tegenstelling tot Audi.
De eerste poging was de Allroad Quattro, wat in feite een verhoogde A6 Avant was met extra uitrusting en dikke plastic bumpers. Het was meer een doekje voor het bloeden wat later zou uitgroeien tot een eigen niche in de crossovermarkt. De A4 en A6 zijn nog altijd leverbaar als Allroad.
Audi Q7
Met de Q-serie sloegen ze dan ook sportief toe. De Q7 kwam in 2005 op de markt en geldt als de eerste echt patserige Audi. Het was dan ook een enorm slagschip. De reden daarvoor was vrij logisch: de Cayenne en Touareg stonden op het zelfde chassis en waren vijfzitters.
De zevenzits Q7 was dientengevolge een stukje groter. Het waren overigens met name de kleinere modellen die de verkooplijsten (per klasse) aanvoerden. De Audi Q5 was (en is) een wereldwijde hit. De nogal Amerikaanse X3 en hoekige GLK vielen minder in de smaak, waardoor de Q5 (en Volvo XC60) de markt konden voorzien.
Alternatieve aandrijflijnen
In de tussentijd groeiden ze uit van een uitdager van de gevestigde orde tót de gevestigde orde. Ook als het aankomt op alternatieve aandrijflijnen zijn er bij Audi diverse nieuwe ontwikkelingen. Voorbeelden zijn de Audi A3 g-tron (op aardgas), de TFSI e modellen op basis van de Audi A6, A7, A8, Q7 en Q8 en natuurlijk de e-tron, een volledig elektrische crossover die tussen de Q5 en Q7 in zit qua formaat.
Dit is het begin van een heel gamma aan e-tron-modellen, dat wordt uitgebreid met onder meer de e-tron GT en de Q4 e-tron. Om de eerste e-tron te onderscheiden van de andere e-tron’s wordt deze in 2022 omgedoopt tot Q8 e-tron.
Audi Sport
Aan de andere kant zijn ze de sportieve automobilist ook niet vergeten. Onder het Audi Sport label worden er extra krachtige varianten gemaakt: de RS3, RS4, RS5, RS6, RS7, RS Q3 en RS Q8, alsmede de Audi R8. Dat een RS-label en een e-tron-label ook samen kunnen, bewijst de RS e-tron GT.
Audi in de Formule 1
Vanwege de focus op elektrische modellen is het opmerkelijk dat Audi plannen heeft om de Formule 1 te betreden. Na een periode van speculaties wordt in het in januari 2023 officieel bekendgemaakt: Audi gaat met Sauber de Formule 1 in. Dit betekent dat Sauber vanaf 2026 een fabrieksteam van Audi wordt. Audi zal de motoren leveren en neemt tevens een belang in Sauber.