Zet jezelf schrap, want vanaf aanstaande maandagavond word je weer overspoeld met een tsunami aan beursnieuwtjes. Autoblog goes IAA (Frankfurt), en graag horen we van jullie wat we daar uit moeten vlooien.
Er zijn auto’s die algemeen geaccepteerd zijn als liefhebbersauto. Grote Citroëns, luchtgekoelde Porsches of klassieke Italianen, je schopt niemand tegen het zere been. Maar net als bij muziek, zijn er ook auto’s die eigenlijk echt niet kunnen, maar die je tóch fantastisch vindt.
Nozems, klaplopers, nietsnutten, werkschuw tuig, handophouders, werkelozen, en uitvreters: volgens werkgeversbaasje de Boer zit Nederland er vol mee. Maar waar hoort zo’n ongewassen hippie met het arbeidsethos van een koalabeer zich eigenlijk in te verplaatsen?
Van Audi weten we dat de designs bijna niet uit elkaar te houden zijn, maar ook BMW lijkt zich steeds vaker schuldig te maken aan een stevige portie copy-paste tussen de verschillende modelreeksen. Gaan ze daarbij te ver of niet?
Andermans gele platen verwijderen: het is een favoriete bezigheid onder benzinedieven, inbreektuig en ander onfris volk. Nu wordt het ze door een laffe bevestiging ook wel erg makkelijk gemaakt, maar als het aan VW ligt, dan komt daar verandering in.
Vroeger, toen de gulden nog van hout was, vogels nog omhoog poepten en autofabrikanten vrouwen gebruikten om hun auto’s te verkopen. Dat waren nog eens tijden.
Nederland is een rijk land en we weten dat er héél veel moois verstopt staat in schuren, loodsen en privégarages. Maar wat is de mooiste privécollectie van Nederland?
Bijna alle boekjes en verkopers drukken het op je hart als je een nieuwe auto koopt; de eerste x aantal kilometers niet teveel toeren maken en rustig aan doen. Maar is dat nog wel nodig?
Het Olympisch vuur is inmiddels in Sotsji aangekomen maar als het vlammetje gaat branden zullen er geen motoren ronken. En waarom eigenlijk niet? Daarom willen wij van jullie weten: welke autosport moet er naar de Olympische Winterspelen?
