Gevonden in een stoffig schuurtje: een pre-1959 Aston Martin vol Russische onderdelen, tot de motor aan toe. Dat schuurtje kan natuurlijk maar in één land staan.
Stel: je begeeft je ergens in the middle of nowhere, ver weg van huis, en plots doemt er een oer-Hollandse set wielen voor je op. Dit gebeurt vaker dan je denkt.
Dat de autoverkoop in Nederland dit jaar niet echt in de lift zit is duidelijk. Zet je de cijfers af tegen die van Cuba, dan valt het allemaal nog best wel mee.
Omdat de “vrije automarkt” van Cuba beperkt is tot de happy few, moet je wel creatief te werk gaan met je klassieker om toch iets nieuws te kunnen rijden.
Het gegeven dat het importverbod voor auto’s op Cuba opgeheven wordt was hoopgevend voor de locals met hun houtje-touwtje zevendehands jaren ’50-Amerikanen met Russische onderdelen, maar hoeveel mensen profiteren er echt van het vrijmaken van de Cubaanse automarkt?
Wie wel eens op Cuba is geweest zal bekend zijn met de vele jaren ’50 Pontiacs, Fords en Chevy’s van voor de revolutie die het eiland telt. Nog wel, want gisteren schijnt het auto-importverbod er opgeheven te zijn, waardoor er eindelijk verse wagens kunnen binnenstromen.
