Williams is een Formule 1-team met een roemrucht verleden. Het team werd in 1977 opgericht door Frank Williams, die tot en met 2020 teambaas en eigenaar bleef. Williams heeft in totaal negen constructeurstitels en zeven coureurstitels in de wacht gesleept. Vooral in de jaren ’90 was Williams zeer succesvol. De laatste jaren had Williams het zowel sportief als financieel zwaar, maar sinds 2020 is er een nieuwe eigenaar in de vorm van Dorilton Capital. Momenteel rijden Alexander Albon en Logan Sargeant voor Williams.
Williams is een van de oudere Formule 1-teams en een team dat is opgericht door één persoon in plaats van een fabriek. Alles valt en staat natuurlijk met Frank Williams, die al vroeg een voorliefde heeft voor snelle auto’s. Williams probeert het aanvankelijk als coureur, maar zonder succes. Als monteur doet hij het al beter. Nog beter doet Frank het als verkoper van groente. Met het geld dat hij daarmee verdient, start hij in 1966 zijn eigen bedrijf: Frank Williams Racing Cars.
Beginjaren Williams
Aanvankelijk begint hij in de Formule 2 en 3, maar in 1969 maakt hij de stap naar de Formule 1. Williams is behoorlijk succesvol, want met Piers Courage in de auto finisht het team twee keer op de tweede plaats. Zeker niet slecht voor een debuterend team. Williams start een samenwerking met DeTomaso, maar die eindigt snel als Piers Courage verongelukt tijdens de GP van Nederland op Zandvoort in 1970.
Voor het seizoen van 1971 heeft Williams een chassis gekocht van March. Henri Pescarolo behaalt twee keer punten. In 1972 is het Carlos Pace die enkele punten binnen-sprokkelt voor Team Williams Motul. Dat gebeurt nog in een auto met March-chassis. Dankzij sponsoren Politoys en Motul kan Williams een eigen chassis ontwikkelen, maar die is minder competitief en wordt bovendien door Pescarolo in elkaar gereden.
In 1973 ziet de toekomst er een stuk beter uit. Williams weet namelijk Iso en Marlboro te strikken voor dat seizoen. De Nederlander Gijs van Lennep rijdt met zo’n auto de GP van Nederland en wordt zesde, daarmee behaalt ‘ie een WK-punt. In 1974 wordt voor het eerst de ‘FW’-naam gebruikt voor de auto.
In dat jaar alleen al zijn er drie evoluties, waarover Frank nog niet tevreden is. Williams werkt in 1976 met Wolf samen (Wolf Williams), maar die samenwerking bevalt niet. Walter Wolf ontslaat Williams en gaat onder de naam Walter Wolf Racing verder. Frank Williams neemt de talentvolle ingenieur Patrick Head mee en richt met hem Williams Grand Prix Engineering op.
Onder eigen Williams-vlag
Vanaf 1977 rijdt men onder de eigen vlag, alhoewel de auto in dat seizoen strikt genomen nog een March is. In 1978 rijdt Williams met de door Patrick Head ontworpen FW06, waarmee een keer het podium wordt behaald. In 1979 gaat het al (veel) beter. Williams wordt Alan Jones en Clay Reggazzoni tweede in het wereldkampioenschap.
Het blijkt een voorbode te zijn voor 1980 en 1981, waarin Williams twee keer de constructeurstitel wint. In 1980 wint Alan Jones het rijderskampioenschap. In 1982 eindigt het team als vierde, maar wint Keke Rosberg wel de rijderstitel met slechts één overwinning. Aan het einde van 1983 stapt Williams over op Honda-motoren. De Honda RA163E V6 turbomotor vervangt de Cosworth DFV8.
In 1984 gaat het al een beetje beter, in 1985 wordt de stabiele Rosberg aangevuld met de talentvolle Nigel Mansell. Rosberg scoort beter halverwege het seizoen, Mansell wint aan het einde van het seizoen twee races. In 1986 wint Williams de constructeurstitel. Het volgende jaar eveneens, plus dat Williams-coureur Nelson Piquet de rijderstitel binnenhaalt. In 1988 is het McLaren-Honda dat sneller is dan welk team dan ook. Williams wordt met Judd-motoren slechts zevende. Hoog tijd voor een nieuwe fabrikant.
De komst van Renault
Die arriveert in 1989 in de vorm van Renault. De 3.5 liter V10 klinkt geweldig en heeft veel potentieel. Williams eindigt dat jaar als tweede, in 1990 als vierde en in 1991 weer als tweede. Waar de McLaren-coureurs tot 1990 de rijderstitels pakken, doet Nigel Mansell dat in 1992. Zijn teammaat Ricardo Patrese eindigt als derde dat seizoen. In de jaren ’90 is Williams een enorm dominant team. Mede dankzij meesterontwerper Adrian Newey maakt het bijna niet uit wie er in de auto zit. In 1993 wint Prost de rijderstitel voor Williams. In 1996 doet Damon Hill dat en in 1997 Jacques Villeneuve. Het zou de laatste titel zijn voor een Williams-coureur.
In 1997 gaat het allemaal de verkeerde kant op. Meesterontwerper Adrian Newey, die zeer belangrijk is geweest voor het succes van Williams in de jaren ’90, wil zich graag inkopen bij Williams, om zo samen met Patrick Head een drieëenheid te worden voor het team. Die waardering krijgt hij niet, waardoor Newey naar het team van McLaren vertrekt. De grote sponsoren blijven uit en Renault stopt officieel met het leveren van de motoren. De Mecachrome GC37-01 is stiekem een licht opgewaardeerde Renault RS9. 1999 is een rampenjaar, waarin zelfs Stewart Grand Prix voor het machtige Williams weet te eindigen in de eindstand.
In 2000 keert het tij. Williams werkt samen met BMW. Met Ralf Schumacher en Juan Pablo Montoya worden er diverse successen behaald. Williams sluit 2002 en 2003 als tweede af, achter het almachtige Ferrari waartegen geen kruit gewassen is op dat moment. De jaren daarna zijn niet al te denderend. In 2004 wint Montoya zijn laatste race voor Williams, voordat hij naar McLaren vertrekt. Qua coureurs heeft Williams het tweede garnituur met namen als Webber, Heidfeld en Pizzonia. Successen blijven dan ook uit, op een enkel podium na.
Aanmodderen
Voor 2006 maakt Williams gebruik van Cosworth-motoren, zonder succes. Van 2007 tot 2009 rijden Nico Rosberg, Alexander Wurz en Kazuki Nakajima voor Williams, dat dan met Toyota-power rijdt. Wederom zonder echte successen. Dat aanmodderen zal nog wel even doorgaan. In 2010 weten Rubens Barrichello en Nico Hülkenberg ook niet te verrassen, ondanks een pole van de Duitser. In 2011 wordt Pastor Maldonado aangetrokken, een Venezuelaanse coureur met flink veel sponsorgeld. Dat hebben ze nodig ook, want Maldonado crasht nog weleens. Heel verrassend pakt hij pole position tijdens de GP Barcelona van 2012, die hij vervolgens ook wint.
Het zal voorlopig de laatste overwinning zijn van het team. In 2013 dreigen ze al het slechtste team te zijn van dat seizoen met slechts 5 magere punten. Gelukkig keert hun geluk in 2014. Williams heeft een nieuwe sponsor (Martini) en een nieuwe motorenleverancier. Een perfecte gok, want in 2014 begint ook het hybride turbo-tijdperk.
De motor van Mercedes is zoveel beter dan die van Ferrari, Renault en Honda, waardoor Williams goed voor de dag komt. In 2014 en 2015 zijn ze het derde team met Felipe Massa en Valtteri Bottas geregeld in de punten en af en toe zelfs op het podium. In 2017 verhuist Bottas naar Mercedes, omdat Nico Rosberg plotseling met pensioen gaat. Massa, die al afscheid genomen had, keert terug voor het seizoen 2017, omdat de jonge Lance Stroll een grote gok is. 2017 is nog redelijk, maar in 2018 gaat het aanzienlijk minder. De jonge Lance Stroll en pay-driver (coureur die een zak geld meeneemt) Sergey Sirotkin weten het tij niet te keren. Williams zakt daardoor af naar de tiende plaats in het constructeurskampioenschap.
Dieptepunt
Net wanneer je denkt dat het niet erger kan, wordt het toch erger. Bij Williams zet men in op alles vernieuwen. Paddy Lowe, die grote successen beleefde met het extreem dominante team van Mercedes, tekent de FW-42. Er zijn twee nieuwe coureurs: het jonge talent George Russell en de herintredende Robert Kubica. Het zal een absolute deceptie worden. Paddy Lowe heeft een extreme mispeer getekend waarmee de auto veel langzamer is dan de rest. In de knotsgek verlopen GP van Duitsland 2019 haalt Kubica nog een puntje om de eer te redden.
In 2020 gaat het al veel beter met het team, maar dat is niet te zien in de punten. Het team scoort er namelijk geen voor het eerst in de historie. In dat jaar wordt Williams verkocht aan Dorint Capital. Tijdens de GP van Toscane komt Russell heel dicht bij het halen van een punt (P11). Het zou de laatste race zijn onder leiding van Williams. Het team gaat overigens gewoon onder de Williams-vlag verder, ondanks het nieuwe management.
De auto voor 2021 heet dan ook gewoon de ‘FW43B’. Die auto is aanzienlijk beter dan het jaar ervoor, hoewel de prestaties uitblijven qua punten. Russell weet geregeld Q2 en soms zelfs Q3 te halen. De eerste punten worden in Hongarije gehaald. De race later behalen beide coureurs halve punten tijdens de GP van België, die achter de safetycar eindigt. In 2022 rijdt de oud-teamgenoot Alexander Albon voor het team van Williams, samen met Nicholas Latifi.
Tijdens de GP van Italië 2022 vervangt de Nederlander Nyck de Vries de zieke Alexander Albon. Hij weet indruk te maken door meteen twee WK-punten te halen. De verwachting was dan ook dat hij in 2023 Latifi gaat vervangen. De Vries gaat echter naar AlphaTauri. Latifi moet wel het veld ruimen: hij wordt voor 2023 vervangen door de Amerikaanse rookie Logan Sargeant.