Op sommige producten kun je niets aanmerken. Die doen wat de verpakking belooft. De Peugeot 505 is zo’n auto. Lees hier alle Peugeot 505 informatie en geschiedenis.
De jaren. ’80. Je moet er maar van houden. Tegenwoordig is het weer heel ‘hip to be square’. Vierkante styling, grote vetkuiven en een hoop slechte muziek. Nu noemen we het weer ‘goede’ muziek, maar A-Ha, Tears for Fears en Depeche Mode hebben de speakers veel te lang geteisterd.
Jaren ’80 verschijnsel
Maar dat was niet het enige verschijnsel in deze periode. Denk aan de wollen beenwarmers, spijkerbroeken die over de navel gedragend dienden te worden, neon-kleuren, rubix-kubussen en het begin van elektronische dancemuziek. Zonder Jan Hammer en Giorgio Moroder zouden de hitlijsten er tegenwoordig heel anders uitzien, maar luister je er nu nog steeds naar zónder de melancholie? De jaren ’80 waren gelijk aan voorstellingen van je kinderen op school: je hebt er warme gevoelens bij en je bent er trots op, maar geen een ouder gaat zo’n toneelstuk op video op zijn vrije avond nog eens nakijken. En terecht.
Ondergewaardeerd
Met die intro zijn we beland bij het onderwerp van vandaag, de Peugeot 505. Het was de grote sedan van Peugeot in de jaren ’80 en uiteraard was het een absoluut meesterwerk. Destijds was de auto dermate onderdeel van het automobiele behang, dat we er nooit op gelet hebben. Maar was de 505 niet zwaar ondergewaardeerd en stiekem niet veel beter dan dat wij nu aannemen?
In de jaren ’70 had Peugeot het uitstekend gedaan als het gaat om grote sedans. De Peugeot 504 geldt terecht als een rijdende legende. De Peugeot 504 was alles: comfortabel, onverwoestbaar, ingetogen, betaalbaar en representatief. Denk aan een financieel bereikbare Franse Mercedes en je komt een eind. Natuurlijk deed Mercedes met de W213 net alles even een tandje beter in die periode, maar ten opzichte van de concurrentie had de Peugeot 504 duidelijk zijn eigen klantenschare.
Hoekige styling
Maar hoe voorzie je zo’n auto van een opvolger? Dat was nog best lastig. In de jaren ’70 was een elegant koetswerk voldoende om te zorgen voor de gewenste kopersaantallen. Dat was aan het veranderen. De hoekige styling deed zijn intrede. Het contrast met een typisch jaren ’70 ontwerp was dermate groot, dat bij veel merken er een gat leek te zitten tussen ‘model A uit de jaren ’70’ en ‘model B uit de jaren ’80’. Het duidelijkste voorbeeld is natuurlijk de Mercedes-Benz E-Klasse: van W123 naar W124 was (visueel althans) een enorme stap.
Bij Peugeot was de stap min of meer even groot, maar minder opvallend. Peugeot maakte in die tijd veel gebruik van de diensten van Pininfarina en dat was met de 505 niet anders. Het is echter wel in samenwerking met Peugeot tot stand gekomen. Beide instanties kozen voor een zeer ingetogen lijnvoering. Opvallen doe je maar in een Citroen. De Peugeot 505 was voor de stille genieter.
Proporties
Dat wil niet zeggen dat de Peugeot 505 niet mooi was. Integendeel. Het was werkelijk een plaatje. Natuurlijk was duidelijk het familiegezicht te herkennen in de auto. Met name de Peugeot 305 kwam naar boven drijven. Maar bij de 505 werkte het design nog veel beter. Ten eerste vanwege de extra centimeters. De 505 was meer dan 30 centimeter langer. De rest kwam door de perfecte proporties. De 505 was namelijk de laatste Peugeot met achterwielaandrijving.
Deze layout maakt het mogelijk om zeer fraaie verhoudingen in het ontwerp toe te passen. De voorwielen staan ver naar voren, met veel ‘massa’ tussen het voorwiel en de A-Stijl. De overhang aan de achterkant was juist wat groter. Het slanke en ranke koetswerk was voornamelijk erg gracieus. De grote koplampen keken ietwat priemend de wereld in. Het gaf de 505 een statig voorkomen. Niet dat de 504 een lelijke auto was, maar de 505 was een spannendere verschijning zonder dat het te opvallend was. Knap werk.
Introductie
De Peugeot 505 kwam in 1979 op de markt. Aanvankelijk met een beperkt aantal motoren. Instappen deed je met de 2.0 viercilinder benzinemotor. Deze leverde maximaal 100 stampende pk’s af. Maar het kon heftiger. Dan moest je wel kiezen voor de 505 2.3 diesel. Dan kon je 70 briesende paarden afvuren op de achteras. De 0-100 km/u sprint duurde meer dan 20 seconden. We zijn wat dat betreft wel verwend tegenwoordig.
Nee, het waren niet de prestaties waarvoor je een 505 kocht. Het was de overdaad aan ruimte en comfort. Het waren reisauto’s pur sang. De luxe in het interieur droeg daar aan bij. Als je het vertaalt naar hedendaagse maatstaven is de Peugeot 505 zo luxe als een Lotus Elise. Maar een hoop velours, metertjes en heuse verwarming maakten veel goed in de 505. Eveneens bijzonder aan de 505 was de vormgeving van het interieur. Verantwoordelijk daarvoor was Paul Bracq. De man die eerder Mercedes-Benz onsterfelijk maakte met briljante koetswerken.
505 Break & 505 Familiale
In 1982 werd de Peugeot 505 Break aan het gamma toegevoegd. Tegenwoordig laten moderne stationwagons zich meer classificeren als niet-onhandige hatchbacks. Want echt ruim zijn ze eigenlijk nooit. De 505 Break was anders. Dat kwam mede door de langere wielbasis en de vrij eenvoudige lijnvoering. De bagageruimte was 1.120 liter groot. Nauwelijks meer dan een Alfa 156 Sportwagon of Mercedes CLA Shooting Brake. Een groot verschil, bij de 505 Break kon je de achterbank omhoog laten!
Als je de bank neerklapte, ontstond er een ruimte van 2.240 liter. Dat is groter dan de huidige Mercedes-Benz E-Klasse. Sterker nog, het is ook groter dan de enorme laadruimte van alle E-Klasses daarvoor. De ruimte was zo groot, dat de Familiale een oplossing voor al je problemen was. De Familiale was een uitvoering met een extra zitrij. Niet zomaar een kleine kussen met een heupgordeltje, maar een volwaardige derde zitrij met drie zitplaatsen. jazeker, de 505 Familiale was een achtzitter. De Break en Familiale waren aanvankelijk gericht op de doelmatige mens, wat ook verklaarde dat de leverbare uitvoeringen vrij sober waren.
Sportief
Gelukkig lanceerde het Franse merk een serie uitvoeringen van de 505 die allesbehalve doelmatig en sober waren. Althans, ze waren nog altijd reuze praktisch, maar nu ook luxe en sportief. Rond deze periode begon Peugeot zich namelijk meer en meer te profileren als een fabrikant van uiterst sportieve automobielen.
505 GTI
Het begon met de 505 GTI. Deze uitvoering verving de quasi-sportieve Peugeot 505 STI. Tegenwoordig zien we GTI alleen op snelle hathcbacks, maar vroeger deinsde men er niet voor terug om de badge op een ander type auto te plakken. De 505 GTI was voorzien van een 2.2 liter grote viercilinder, die middels elektronische brandstofinjectie maar liefst 130 pk kon mobiliseren. We gaan geen 0-100 tijden en topsnelheden vermelden, want die zijn een beetje zinloos.
De 505 GTI was namelijk wel gezegend met een vijfversnellingsbak met redelijk korte verhoudingen. Combineer dat met een relatief groot slagvolume en een laag gewicht en je begrijpt dat de 505 GTI zeker heel vlot aanvoelde. Nog een reden om de 505 GTI te kiezen was de uitstekende standaarduitrusting. De Peugeot 505 GTI was niet alleen voorzien van de nodige uitrusting, maar smoelde ook uitstekend dankzij een kleine spoiler, lichtmetalen velgen en metallic lak. Mocht je veel kilometers maken, maar toch deze uitrusting wensen, kon je opteren voor de 505 GTD, die de uitrusting combineerde met een 2.5 turbodiesel motor. Deze kon je met met 95 pk nog steeds niet snel noemen, maar de zelfontbrander bleek niet onmogelijk langzaam.
505 Turbo
In 1985 zag de Peugeot 505 Turbo het levenslicht. Deze stond boven de GTI gepositioneerd. In de jaren ’80 was het begrip Turbo zeer populair. Ook op dingen die niets met een turbocompressor van doen hebben, werd het woord Turbo gebruikt. In de jaren ’80 keken we niet gek op van een Porsche Taycan Turbo. Op de snelle 505 werd de turbo geschroefd op de 2.2 motor. Het resultaat was een vrij potent blok met 160 pk (bij 5.200 toeren) en maar liefst 240 Nm, dat vanaf 3.000 toeren beschikbaar was.
Facelift
In 1986 werd de Peugeot 505 onderworpen aan een opfrisbeurt. De facelift van de grote Fransoos was opvallend onopvallend. In grote lijnen veranderde er niet veel aan het ontwerp. Je moest de oude en nieuwe naast elkaar zetten om de verschillen te zien. Dan werd duidelijk dat er stiekem toch veel gewijzigd was. De bumpers waren nieuwe, evenals de grillen en achterlichten. De 505 Berline en 505 Break waren weer helemaal bij de tijd.
Nieuw dashboard
Niet alleen het uiterlijk werd gemoderniseerd. Het interieur ging ook op de schop. Het wat klassiek aandoende Paul Bracq interieur moest plaats maken voor een compleet nieuw dashboard. Dat was veel moderner, maar niet direct mooier. De middenconsole was werkelijk gigantisch hoog én breed. In het midden prijkte een grote asbak. Tsja, die Gitanes konden in de jaren ’80 nog.
505 GTI
De gefacelift Peugeot 505 was te verkrijgen met een 1.8 (90 pk) en 2.0 (108 pk). Die viercilinder waren voorzien van een carburator. De 2.2 had een ‘i’ achter zijn naam staan. Deze leverde in de 505 GTI 120 pk. Voor de snelheidsduivels onder ons: de 505 Turbo kreeg er 20 paarden bij, waarmee het totaal op 180 stuks uitkwam. Het maximale koppel bedroeg 265 Nm.
505 V6
Dikke motoren en de 505 gingen samen als verse friet met mayonaise: heel erg goed, dus. Gelukkig zag Peugeot dat ook en werd er nog een luxe motor beschikbaar gesteld in de vorm van de 505 V6. Qua pure snelheid won de 505 V6 het niet van de Turbo. Zeker als je ‘m een beetje op toeren hield, was die 2.2 Turbo behoorlijk pittig. Nee, de V6 diende voor extra vermogen én comfort. In alle rust nog vlotter gaan, daar was de auto voor gebouwd.
De 2.8 motor was goed voor 170 pk vermogen en 235 Nm aan trekkracht. Later zou dat wat worden teruggeschroefd, dankzij de katalysator die zijn intrede deed. De V6 was een rustige en relaxte motor, maar ondank dat was je wel in staat om dik 200 km/u te halen. Aan de andere kant draaide een 505 zijn hand niet om voor een bochtige B-weg. Het gaat te ver om te zeggen dat het een regelrechte BMW 5 Serie concurrent was, maar meer als 5 Serie kwaliteiten in een voordeliger pakket: de 505 voldeed grotendeels.
Van alle markten thuis
Dat kwam mede omdat er een Peugeot 505 voor bijna ieder type klant was. Van sober werkpaard tot MPV, van sportsedan tot zakenauto: het was mogelijk. Nu valt dat te zeggen voor meer auto’s, maar de 505 leende zich echt voor allerlei doeleinden. De firma Dangel verhoogde de vering van de 505 en gaf ‘m vierwielaandrijving. Daarmee was de Dangel 505 4×4 geboren, een auto waarmee je bijna overal terecht kon komen. Er werden door Dangel zelfs enkele pickups gebouwd.
In tegenstelling tot de 504, was er geen 505 pick-up. Eveneens een gemis waren een 505 Cabriolet en 505 Coupé, alhoewel er van beide wel prototypes gemaakt zijn. Het heeft gewoon niet zo ver mogen komen. Wel zijn er van de Peugeot 505 andere variaties gebouwd door andere bedrijven, denk aan een 505 Ambulance (door Heuliez), een 505 lijkenwagen (Fúnebre por Bergadana) en natuurlijk de patrouillewagens van de Gendarmerie.
Duits en kaal
Ondanks dat de facelift een grote voorsprong voorwaarts was en het de Peugeot 505 zeker moderner maakte, mocht het niet baten. Eind jaren ’80 begonnen de aantallen van grote niet-Duitse premium sedans in te zakken. Een kale Teutoon met minimale motor werd telkens meer op prijs gesteld dan een luxe Fransoos met potentie. Voor de Peugeot 505 maakte dat niet meer zoveel uit. In totaal werden er uiteindelijk 1.351.254 stuks van verkocht, waarmee het in zijn klasse zeker een succes was.
Amerikaans
In 1989 werd de Peugeot 505 opgevolgd door de splinternieuwe 605. Deze auto was aanzienlijk anders. De 605 had namelijk voorwielaandrijving. Nog een verschil was dat de 605 niet leverbaar was in Amerika, terwijl de 505 daar wel leverbaar was. De Amerikaanse 505’s weken wel wat af qua uitrusting en motoren. Zo kon je in de VS wel een 505 Break met turbo krijgen, bijvoorbeeld. De Familiale uitvoeringen kregen daar overigens de naam ‘SW8’.
605
Van de 605 kwamen geen Breaks, Familiales en GTI’s. De 505 was bescheiden, de 605 was anoniem. Het Pininfarina ontwerp van de 605 was gewoon een Alfa Romeo 164 kopie. Voor de mensen die dit allemaal heel moeilijk konden verkroppen, de 505 zou in Europa nog tot 1992 leverbaar blijven. Daarna moesten we het doen met voorwielaangedreven Peugeots.
Afrika
De Peugeot 505 zou nog een tijd lang in productie blijven in andere landen. Want naast comfort, wegligging, prijs en uitrusting had de 505 nog een groot voordeel: de auto was namelijk onverwoestbaar. Net als zijn voorvader werd de 505 een populaire auto in Afrika. De Peugeots konden de mishandeling goed aan, de slechte wegen en in zo’n familiale kon je in Afrika op zijn minst 8 personen vervoeren.
Handjevol
De Peugeot 505 was destijds dermate populair dat het nooit in je zou opkomen dat ‘ie er ooit niet meer zou zijn. Maar dat is toch precies wat er gebeurd is. Enorm veel exemplaren hebben hun weg naar Afrika gevonden alwaar de Peugeots blijven rijden totdat ze op de draad versleten zijn. De rest is weggeroest of naar de sloop gebracht. Op dit moment rijdt er nog maar een handjevol rond in Nederland. Mocht je een leuke achterwielaandrijver wensen voor de leuke fun-kilometers, zo’n 505 biedt nog altijd veel weer voor relatief weinig geld. Dat niet alleen, het is tevens het rijdende bewijs dat er wel degelijk stijlvolle wagens in de jaren ’80 rondreden.
reetschild zegt
Ik vind dit een van de vetste sedans ooit. Zeker de full-option amerikaanse versie met V6, automaat en leder. De 405 is in US-spec ook fantastisch.
FieRo zegt
Ik had ze al tijden niet meer gezien tot een paar jaar geleden, een Dangel 4×4 break hier in het dorp. Leek gerestaureerd. Apart ding.
Robert zegt
Oom van me had zo’n familiale. Wij deelden thuis met z’n drieën de achterbank van een kale Audi 80 1.8. Wat was ik jaloers.
De ouders van vrienden van me hadden er ook een, want die hadden vijf kinderen mee te nemen. Elke maand of zo kwam er een oud Marokkaans baasje aan de deur vragen of -tie niet te koop was. Pas na drie jaar en een definitieve ontzegging voor nog een jaar APK kreeg de man zijn zin. Hij stond letterlijk te dansen in de straat.
Het zal me niks verbazen als die auto nu nóg rondrijdt in de Magreb.
marinepower zegt
Mijn oom had vroeger een 505 GTD, dat ding ging voor een diesel echt als de brandweer. In Nederland zie je ze zo goed als nooit meer, maar laatst toen ik in Egypte was reden er daar nog zat rond, afgeladen met volk en spullen.
sabrerator zegt
Een vriend van me laat er nu een restaureren. Een GTI met automaat.
Ik kan niet wachten er een keer in te rijden.
Prachtige auto’s!
sizedoesmatter zegt
Ik herinner mij vooral het fenomenale veercomfort! Daarmee hoefde hij alleen in de CX zijn meerdere te erkennen. Moderne auto’s benaderen dit amper.
v6ti zegt
Mijn op 1 na langste bezit qua Peugeots. Sinds 1993 in het bezit van een US spec 505 sti automaat uit 85. Alleen mijn 104 GL6 heb ik langer (1992)
phaeton zegt
Op Instagram komen zo nu en dan prachtige 505 foto’s voorbij op een Nederlands account. Mooie auto – de 605 ook overigens.
frank2b zegt
Automeubilair met donkerbruine velours bekleding waar je helemaal in wegzonk …
punt666 zegt
Op Instagram is iemand die z’n 505 “verfraaid” heeft
https://www.instagram.com/p/B7O3ChfI8iKMykpHP6n-mS4tQo6ftpyXLbm4ys0/?igshid=1g6avdhnk9lqu
Origineel en in de juiste kleur en als V6 of Turbo nog steeds een begerenswaardige voiture
moveyourmind zegt
Was zeker een mooie wagen voor die tijd. Met als mooiste detail die aan de bovenkant afgeschuinde koplampen, wat de 505 een zelfverzekerde aanblik gaf.
De vader van het op één na mooiste meisje van de klas reed er toen mee. Overigens haalde die 505 het niet bij de auto van de vader van het allermooiste meisje van de klas, een vaalgele Rover 3500 Vitesse! Dat was helemaal een bazenbak.
En die Rover vind ik nog steeds fantastisch. De 505 doet me tegenwoordig niet zo heel veel meer. Maar dat heb ik met veel auto’s uit die tijd. De 504 daarentegen vind ik wel erg mooi oud geworden. Die is ook net even wat karakteristieker met die rare knik in de kofferbak.
lompey zegt
Mijn alle eerste woordjes waren: papa nieuwe auto. Pa had een nieuwe 505 en iedereen moest het weten
johnwaters zegt
” In de jaren ’80 keken we niet gek op van een Porsche Taycan Turbo.” beter je huiswerk doen jongeman!
MaartenD zegt
Wij hadden vroeger een zilvergrijze 505 GTI, weet nog wat ik dat toen zo’n gave auto vond
cj87 zegt
goeie herinneringen aan deze wagen! we hadden er vroeger thuis een, en die was inderdaad niet kapot te krijgen! met zn 8-en (ja, groot gezin) naar Zuid-Frankrijk, tot de nok toe afgeladen met bagage, vouwwagen er achter en op het dak de imperial met dakzak (geen dakkoffer, de zak was zo breed als de auto, en er kon moeilijk veel in!)
en dan maar karren, cassettebandjes met opgenomen muziek van de radio aan en rijden maar!
Arnoud zegt
Je zag ze bij bosjes op paardenevenementen. Het waren eersteklas trekpaarden voor de trailer. En ik vind ze nog mooi ook. Zeker wanneer ze aangekleed zijn met skirts, dikke bumpers en een spoiler op het kofferdeksel.
vaakbenjetebang zegt
Wat destijds inderdaad toch vooral een gewone, grote auto was, is anno nu opgedroogd tot een werkelijk fantastische fraaie sedan. Redelijk recent nog een GTI zien rijden, die er nog volledig origineel uitzag. Alles er aan vond ik gaaf. De wielen, de koplampen, de subtiele aankleding en vooral het pretentieloze en eerlijke wat zo’n auto nog uitstraalt.
frederik zegt
Ik had me nooit gerealiseerd hoe erg de 505 en de CX gelijke tred hielden qua motoren en uitvoeringen. De CX GTi: 128 pk. Turbo: 158. Ook een relatief potente turbodiesel. En een facelift in 1986.
Ik zou best een keer een rondje in een 505 willen rijden, maar de CX is toch echt fraaier. Mijn ‘81 GTi staat trouwens te koop. :)
spidermann zegt
@frederik: mijn vader reed altijd een 504, maar toen de 505 uitkwam stond hij voor de keuze een 505 GL 2.0 voor destijds NLG 25K of een CX 2.0 Reflex met ipv de stokoude DS motor een nieuw ontwikkelde motor voor NLG 28K.
Na kort twijfelen voor de CX gegaan, heeft hij nooit spijt van gehad.
frederik zegt
@spidermann: Mooi! Mijn vader had een Fiat Panda, lucky you
spidermann zegt
@frederik: beste Frederik wat is fe relevantie van uw reactie? Ik geef tenminste context.
iaccaloco zegt
Boeie? Ga janken man!?
spidermann zegt
@redactie: kan er eens een review worden geschreven over de 604 of is die er al?
tjorque zegt
505 Dangel heerlijke bak! Woonde ik maar medio jaren 80 in de jura ofzo ?
En de 504 4×4 pick-up ook geweldig ding.
Ooit in Frankrijk eentje gezien die echt belachelijk krom, versleten en met grote zwarte roetpluim uit de uitlaat. Achter een stuur een stokoude man die waarschijnlijk zelfs niet door had dat er in Frankrijk tegenwoordig ook autokeuring bestaat.
@willeme: thanks voor de special!!!
BaRa zegt
Gek dat diezelfde fabrikant twee generaties later de weg insloeg van het anti-design. Het kan verkeren. Gelukkig is dat euvel intussen weer verholpen bij Peugeot. De 509 is een absolute parel, en een waardige opvolger van de 505.
iaccaloco zegt
*508
eaudi zegt
Ik lees iets over velours bekleding. Maar de eerste series hadden in de ‘sr’ uitvoering (een soort) tweed. Chique en apart. Leer was toen nog voorbehouden aan echt dure auto’s.
560pk zegt
@eaudi: in de 70-er en 80-er jaren hadden écht dure auto’s velours. Leer (“leder”) kwam pas later
gromit zegt
Ik vind het niet leuk hoe de jaren ‘80 worden door jullie zowat afgekraakt worden.
Ben benieuwd wat je gaat schrijven in de jaren ‘60 (van de 21e eeuw natuurlijk) over de jaren ‘20 ( van 2000) ‘k zal dat gelukkig niet meer hoeven mee te maken.
dirkv zegt
Ik vind zo’n 505 sedan nog best wel een gave bak. Zeker met een V6 er in.
Dutchdriftking zegt
Tja, het zal er vast mee te maken hebben dat hij van voor mijn tijd is, maar ik mis hem niet. Hij zal ongetwijfeld fantastisch rijden (dat doen Peugeots bijna altijd) en bijzonder praktisch zijn, maar ik vind hem gewoon heel erg lelijk.
iaccaloco zegt
Schitterende auto, altijd al gevonden!
Vooral die ‘boos’-kijkende voorkant, ik vond deze als jochie al prachtig om te zien.
De vader van een maat heeft er enkele gehad in de jaren ’80.
Was ik stiekem altijd jaloers op, mijn vader had toen een 104(terwijl ie normaal àltijd in grote bakken reed? maar toen dus een keer een klein karretje had!?)
Als ik nu de kans(lees:het geld!) ervoor zou hebben zou ik er dolgraag eentje op m’n oprit zetten!
Ach…..Wie weet komt die dag ooit nog eens!???