En dat is zonde, want ze maakten ware pareltjes!
Een sportwagen bouwen. Hoe moeilijk kan het zijn? Motor van een bekende grote fabrikant (liefst Ford). Niet te veel elektronica. Goede looks. Mooie plannen om met Porsche de concurrentie aan te gaan. Twee broers, samen met een paar vrienden. Of een ‘visionair’ in de garage van zijn ouders. Het is hét beproefde recept voor een sportwagen, maar ook hét beproefde recept om zo spoedig mogelijk bankroet te geraken. En het opmerkelijke is: meestal zijn het de Britten die het telkens maar weer proberen. De verhalen zijn vaak mooier dan de auto’s zelf.
Marcos is helaas niet meer onder ons, evenals TVR (dat weer een comeback gaat maken). Maar ook merken als Connaught, Riley, MG, Argyll, Evante, Railton, Lea Francis, Invicta: de lijst blijft maar doorgaan. Bij sommige auto’s zie je van te voren al dat het een lastig verhaal wordt (FBS, Strathcarron) maar soms komen er auto’s voorbij dat je denkt, ja: dit zou best wel eens iets goeds kunnen zijn. En daar komt deze Ronart Lightning V8 om de hoek kijken.
Ronart is net als al die andere een typisch Britse autobouwer. Sinds de jaren tachtig zijn ze maar met één ding bezig: de ultieme sportwagen maken. Dat lukt eigenlijk heel erg aardig, want ze hebben een bijzondere niche gevonden. Eind jaren ’80 komt Ronart namelijk met de W152. Een soort liefdesbaby van een Lotus Super Seven, een jaren ’50 F1 auto en een Jaguar XJ. Qua aandrijving zijn er diverse zes-in-lijn motoren van Jaguar leverbaar, maar voor de échte fijnproever is er ook de V12. Tot op de dag van vandaag worden deze auto’s nog altijd gebouwd. Stel er ook weer niet te veel van voor: er rijden er zo’n 130 van rond. Er zijn dictators met meer baby’s.
De Ronart W152 is een ware gentlemen sports car. Gaat het bij een Caterham om alle bochten zo snel mogelijk te ronden, de specialiteit van de Ronart W152 zijn de rechte stukken. Met de smeuïge V12 heb je de beschikking over zo’n 350 flinke paarden. En in vergelijking met een Caterham is een Ronart W152 vrij zwaar, maar 950 Kg is nog altijd bijzonder weinig voor 350 pk. Ze sprinten in minder dan 5 tellen naar de 100 en halen met gemak 250 km/u, dus een beetje GTI blijf je nog wel voor.
Net als elk merk dat het een beetje langer dan normaal volhoudt, krijgt Ronart expansiedrift. Merken als TVR en Marcos zijn in de jaren ’90 behoorlijk succesvol (lees: niet failliet aan het gaan) met het bouwen en verkopen van GT’s. Dus besluit het merk uit Petersborough óók zo’n soort auto te maken. Op de London Motorshow in 1999 staat de Ronart Lighting V8 te shinen op Earls Court, samen met de Jensen SV-8, Lotus M250 en TVR Tuscan. Als je de Lightning zo ziet, zie je overduidelijk invloeden van de Jaguar XK180. Kopieergedrag is van alle tijden, zou je denken. Echter, de Jaguar werd pas een paar maanden later op de Salon van Parijs onthuld… Great minds think alike.
De reacties zijn overweldigend: zowel pers als publiek is erg enthousiast en Ronart ontvangt al de eerste aanbetalingen voor de Lightning V8. De Lightning V8 is een klassieke GT in zijn puurste vorm. Dus een tweezits coupe met targadak, een dikke Cobra V8 van Ford, achterwielaandrijving, handbak en een minimum aan elektronische hulpmiddelen. Dat dak is overigens heel erg slim gedaan. In plaats van een coupé en een cabrioletversie bouwen heb je de goede looks van een coupé (plus diens stijfheid), maar wel de openlucht-sensatie van een cabrio.
De Modular V8 levert 320 pk en is gekoppeld aan een 5-bak plus Hydralock sperdifferentieel. Het koetswerk is opgetrokken uit koolstofvezel (in 1999!) en het chassis is volledig onafhankelijk met double wishbones rondom. De wielen zijn lichtgewicht 18″ OZ velgen met Pirelli P-Zero banden. Nu je die maat gewoon op Clio’s en Polo’s ziet lijkt het niet zo groot, maar in 1999 stonden de Porsche 911 Carrera, Audi S6, BMW M Coupé en Chevrolet Corvette nog gewoon op 17″ wielen. Hoe de tijden zo snel veranderen.
Het interieur was het geen ramp. Dat klinkt dramatisch, maar een deugdelijk interieur ontwerpen en met name bouwen is bijzonder lastig voor een kleine fabrikant. Het oogt allemaal een beetje kaal, maar de dikke Recaro’s maken veel goed. Tevens was er optioneel een Clarion navigatiesysteem ‘af-fabriek’ leverbaar (in 1999 was het Shell Stratenboek immer populair). Het was verder geen kale auto: items als elektrische ramen, airco, centrale deurvergrendeling en dergelijke zaten er gewoon standaard op.
Prestatiecijfers zijn erg lastig te vinden, ergens staat een topsnelheid van 260 km/h vermeld. Acceleratie naar de 60 miles per hour moet rond de 5 seconden achter de rug zijn. De laatste twee Lightnings zijn overigens voorzien een supercharger en hebben 500 pk. De prestaties zullen wel navenant zijn. Met ‘laatste 2’ geven we al aan dat het niet een verkoopwonder is geweest. Want reken de eerste vier mee en je komt uit op zes exemplaren. Sommige Britse auto ‘bouwers’ hebben minder exemplaren gemaakt.
De reden dat er niet meer van verkocht zijn lag niet zozeer aan de auto zelf: die scheen namelijk best goed te zijn. En ook het bedrijf was financieel gezond. Echter, Ronart kreeg nieuwe eigenaren en deze zagen geen brood in het project en stopte het direct. Helaas. Ook alle orders werden geannuleerd. Zelf concentreerden ze zich meer op de W152, om daarvan een Vanwall versie te maken. Dus een soort F1 kopie, welke ook te zien is geweest in een Top Gear aflevering, waarin Richard Hammond op zoek gaat naar de nationale racekleuren.
Dus compleet dood? Ja en nee. De Lightning was wel de inspiratie voor de nieuwe bedrijfsnaam. Lightning Car Company (niet te verwarren met Light Car Company van Gordon Murray). Dit bedrijf bouwt nog altijd de Vanwalls en ook een Ronart moet je dus kunnen krijgen. Daarnaast zijn ze (al jaren) bezig met een elektrische auto, genaamd de Lightning GT. Vier elektromotoren moeten zorgen voor zo’n 700 pk. En als je goed kijkt zie je dat het gewoon een Ronart Lightning is die een facelift heeft gehad. Dat basisontwerp was dus zo slecht nog niet.
Jansen zegt
Zie ik daar nu weer een Citroën cx (serie 2) achteruitkijkspiegel?
Pallas zegt
@jansen: Comme il faut
granlusso zegt
@jansen: Achteruitspiegel zou een hele nieuwe serie opleveren over de CX ;)
Robert zegt
Die vijfde foto, waarop de Lightning V8 op de voorgrond haast en profil wordt getoond: zó hoort een coupélijn er uit te zien. Schitterend.
r3fl3x zegt
Met recht een auto waar ik nog nooit van gehoord had. Leuk :-)
Pallas zegt
Is Marcos er niet meer? Heb ik even gemist blijkbaar.
cocoloco zegt
Niks over Cor Euser en zijn race Marcos?
KEV9 zegt
@cocoloco: juist.. de grandfather of racing en zijn marcos zijn vermaard
willeme zegt
@cocoloco: waarom dan?
futse zegt
@cocoloco: gaat het over Marco’s dan?
futse zegt
@futse: Marcos dus
granlusso zegt
Wat een fantastische lijnen van de Lightning V8! Geweldig, en oprecht jammer dat het oorspronkelijke project zo’n vroeger dood is gestorven.
Alfarobert zegt
Het ziet er echt niet verkeerd uit.Zet mij er maar 1 voor de deur.
jannemaneke zegt
Hun recente modellen zien er veel te guitig uit voor mij. Onbekend is onbemind
boomhauwer zegt
Heeft Ferrari voor de 612 hier de inspiratie gehaald voor de neus?
_Eend_ zegt
Dat is wel een heel shabby fabriekshalletje..
Maar de LCC Lightning is wel erg, erg mooi. En die W152, zet die maar hier op de parkeerplaats
ghost zegt
Blijft een beetje kitcar-achtig allemaal..
naamloos3 zegt
Achterkant lijkt een beetje op een Wiesmann
prop zegt
Net niet. Net als ’t interieur.