Knijpend tegen het felle licht word ik wakker. Kreunend draai ik me om, verblind door het licht, op zoek naar dat veel te kleine knopje waarmee ik mezelf weer wat slaap kan gunnen. Wat ze ook zeggen, geen wekker kan er voor zorgen dat het aangenaam wakker worden is om half 4 ’s ochtends. Zodra het duister weer invalt en de wekkende tonen verdwijnen val ik met een diepe zucht weer terug in de witte hemel van m’n kussens. Gelukzalig draai ik me om en kan in de schemering van de nacht nog net de silhouetten opmaken van een koffer. Zweden! Meteen ben ik klaarwakker en schiet in de kleren die her en der op de grond liggen. Een paar vluchtig belegde broodjes later sta ik bepakt en bezakt in de gang van m’n flat.
Eenmaal beneden werp ik de koffer op de achterbank van m’n 14% bijtellingsgebakje en duik achter het stuur. Terwijl de nachtradio er rustig op los tettert zet ik koers richting Schiphol. De laatste kilometers van de week in het bekampte interieur van een zakjapanner.
Bewapend met koffer, rugzakje en veel te warme kleren verschijn ik klam voor de schuifdeuren van vertrekhal 2. Aan de andere kant prijkt het logo van Saab op de vesten van twee lieftalige dames. “Hallo?” Zeg ik voorzichtig. “Volgens mij moet ik hier zijn.” “Als je hier bent om te gaan ijsracen in Zweden, dan ben je hier inderdaad goed.” Krijg ik lachend terug. We wisselen handdrukken, namen en boardingpasses uit. Als laatste krijg ik een warme muts op, het model van Southparks Kyle. Nee, onder het toeziend oog van Saab geen afgevroren oren.
Om de anderhalf uur die men van tevoren aanwezig dient te zijn enigszins invulling te geven besluit ik m’n koffer maar eens de diepe krochten van Schiphol in te sturen. Met een grijns van oorflap tot oorflap van de muts overhandig ik de boardingpass. “Zweden, leuk, wat ga je daar doen?” Vraagt ze. Je kunt het haar niet kwalijk nemen, 23 jaar, weggemoffeld onder een Saab muts met een grijns die bijna pijn doet. “Met Saab ijsracen in Zweden.” Vluchtig bekijkt ze me nog een keer en geeft me twijfelachtig m’n spullen terug. “Veel plezier.” “Dat zal prima lukken.” Lach ik naar de rij terecht jaloerse mensen achter me.
De groep rondom de twee gastvrouwen van Saab heeft zich inmiddels uitgebreid en nog meer handen worden geschud. Waaronder ook die van Onno, de andere winnaar, en natuurlijk de lokale bekendheden, Wouter en Patrick. “De mannen van de pers.” Zoals ze in Zweden regelmatig zullen worden voorgesteld. Het is een bonte verzameling geworden die zich straks bibberend op het vliegveld van Kiruna gaat melden. In leeftijd, maar ook absoluut in persoonlijkheden. Alles wijst er op dat het drie fantastische dagen in Zweden gaan worden.
Vijf uur aan kennismakende gesprekken later glibbert het vliegtuig over de besneeuwde baan van Kiruna. Door de raampjes is naast asfalt niet veel meer te zien dan sneeuw en dennenbomen. “Welcome in Sweden” klinkt het bijna sarcastisch door de intercom.
Bovenaan de trap waarmee we het vliegtuig verlaten is het contrast met het gecontroleerde Nederland goed te zien. Waar je in Nederland onder begeleiding van 5 man grond personeel door een pad van oranje linten wordt geleid, vloeit de inhoud van het vliegtuig hier rijkelijk over het asfalt, op zoek naar het afvoerputje, waar het gefilterd wordt door de vele gidsen met kartonnen bordjes. In schril contrast met de met viltstift bekraste stukken doos staat het bordje van Saab. Een soort strand tennis peddel, volledig vormgegeven in de stijl van de Arctic Challenge. Hetzelfde contrast zie je terug in de kleren. Waar de kartonnen dozen omhoog gehouden wordt door authentiek geklede mannen met baarden wordt de Saab peddel omhoog gehouden door een stel vriendelijk uitziende mensen die net van de skipiste af gekomen lijken te zijn.
Onze steun en toeverlaat voor de komende drie dagen wijst ons de weg naar een lunch, vervoer voor onze bagage en onze kledij voor de komende dagen. Kleren die zo mogelijk nog warmer zijn dan de kleren waarin we het, inmiddels behaaglijk te noemen, Nederland achter ons lieten.
Vermomd als moderne eskimo’s nemen we plaats op de blaffende limo’s die zich voor de deur van onze lunchtipi verzameld hebben. Voordat onze chauffeur de rem loslaat die de 12 trekkende honden tegenhoudt, krijgen we een paar veiligheidsvoorschriften mee die verdacht veel lijken op die van de gemiddelde achtbaan; “Houdt alles binnenboord, of je hebt kans dat je het kwijtraakt”. Instemmende knikken en de honden zetten zich in beweging. Al gauw trekken we de mutsen nog iets verder over onze oren en bekijken in stilte het adembenemende landschap. Ineens laten we de bomen achter ons en rennen de honden onverminderd hard een bevroren rivier op. “Do you see those two black dots?” Wijst onze bestuurder in de verte. “Those are reindeer.” Als kleine kinderen volgen we z’n hand naar de stipjes die hij aanwijst. We kunnen kop noch staart ontdekken, maar geloven hem blindelings. “Is dat ook een rendier?” vraag ik als een klein kind terwijl ik naar een bewegend stipje wijs. “No, that’s a snowmobile.”
Een half uur later komen we aan bij een grote sneeuwmuur. De achterkant van het ijshotel wordt ons verteld. Hier zal onze gids op ons wachten. We verzamelen ons rondom Keke. Anderhalve meter man die geboren en getogen is in dit gebied. „Als hij het jullie niet vertellen kan, dan kan niemand dat.” Galmen ons de woorden van de hondenslee bestuurder vers door het hoofd.
“Hi my name is Keke.” Het begin van een legende. Geduldig legt hij ons uit hoe leven in dit klimaat gaat. Hoe het ijshotel ontstaan is, en hoe het elk jaar opnieuw gebouwd wordt. Blokken blauw, transparant ijs leiden de weg naar de prachtig vormgegeven vriezer dat het ijshotel heet. Een ieder die met industriële vriezers heeft gewerkt kent het gevoel. De kou die je in het gezicht slaat als je de deur open trekt. Maar waar je daar terecht komt in een grijs, volgepropt hok, kom je hier in de onwerkelijke omgeving van het ijshotel. Sneeuw als plafond, ondersteund door fantastisch vormgegeven pilaren van ijs. Verlicht door het zonlicht wat door de bevoren muur van ijs naar binnen valt. Onverschillig loopt Keke door. Been there, done that, got the t-shirt. Misschien heeft jarenlang gids zijn in dit ijshotel dat effect op je, maar terwijl ik hier rondkijk kan ik me dat eigenlijk niet voorstellen.
Het ijshotel biedt 4 soorten accomodatie. De slaapzaal, waar je met een relatief groot aantal mensen de ruimte deelt en je een eenpersoonsbed hebt. De ‘normale kamers’, met een tweepersoons bed en een paar bevroren stoelen. De art suites; Uniek vormgegeven kamers, ingericht door kunstenaars van over de hele wereld, ’s nachts kamers, overdag een expositie. En de bruidsuites. Dure, unieke kamers om de 500 stellen die hier elk jaar trouwen te huisvesten.
Saab, vastbesloten om ons een onvergetelijke ervaring te geven, heeft de art suites voor ons gereserveerd.
Maar de dag is pas net begonnen. We worden voorgesteld aan de barman. Onze nieuwe beste vriend voor de komende dagen. Bevroren glazen die smelten in je handen worden over de net zo hard bevroren bar naar ons toegeschoven. Gevuld met een drankje wat qua kleur de accomodatie perfect accentueert. Alom wordt er goedkeurend gesmakt, en het half uurtje vrije tijd wat ons gegund wordt wordt veelal ingevuld met het vastleggen van elk stukje ijshotel, om te laten zien aan de thuisblijvers.
Als we wat tijd hebben gehad om te acclimatiseren worden worden we bijeen geraapt om met de bus naar het ijsmeer verhuist te worden. Billen trekken rondom samen als ze busschauffeur onbevreest het ijs op rijdt. Een auto is voor de meeste Nederlanders al spannend. Hier is een volgeladen bus op het ijs de normaalste zaak van de wereld.
Buiten op het ijs springen in de verte de koplampen van 4 auto’s aan de gesprekken vallen stil. De voorste Saab, een cabrio zelfs, komt op twee wielen rustig op ons af rijden. Gecontroleerd komen ook de twee vliegende wielen weer in contact met het ijs en het convooi stopt voor ons. Naast de oudere, gele 9-3 cabrio staan we ook oog in oog met drie hagelwitte 9-3X’s op rally banden.
Rustig stappen de 4 coureurs uit. “Hi, we’re the Saab Performance Team, how about a ride?”
Omstebeurt mogen we plaatsnemen naast de coureurs. Om je een idee te geven; Dit is niet het soort wat incidenteel een trackday meepakt. Dit zijn vier exemplaren van het uiterst zeldzame soort wat minimaal meerdere keren rallykampioen moet worden. En dan bij voorkeur op rij. Het soort bestuurder wat de rempunten op elk te bedenken circuit weet. Mensen die met een strak gezicht kunnen zeggen dat ze in Nascar auto’s hebben gereden en het saai vonden. Oftewel, hier zit je goed.
De banden met spijkers graven zich diep in het ijs en de auto schiet vooruit. Met een snelheid waarmee het op droog asfalt al werken is om een auto veilig de bocht rond te krijgen wordt de auto de bocht in gesmeten. Volledig in de lijn der verwachting glijden de banden zoekend over het ijs en kijken we door de zijruit naar waar we naartoe moeten. In stilte laat ik me heen en weer slingeren door de auto. “Vind je het niet leuk?” Vraagt m’n chauffeur in het engels op een manier die verraad dat dit dagelijkse kost voor hem is. “Ja hoor, maar dit doe ik thuis ook met de handrem.” Onze hoofden draaien van de rechter zijruit naar de linker als we de laatste bocht glijdend induiken. “Cool, wat voor auto rijd je dan?” Glijdend komt de auto tot stilstand voor de wachtend mensen. “Een Aygo.” Roep ik, en voordat ik een reactie kan krijgen spring ik uit de auto.
In Zweden weten ze wel hoe je moet bijkomen van een lange dag. De sauna is hoog opgestookt en ook van de hot tub slaat de damp af. De komende drie uur hebben we onze plek gevonden. Nootjes, bier en goed gezelschap is hier in het dunbevolkte stukje Europa verbazingwekkend genoeg niet moeilijk om te vinden.
Bekrast melden we ons drie uur later voor het avondeten. Een wijze les voor als je eventueel ooit naar Zweden toe wilt; Sneeuw is niet zacht met -15. Dus als je uit gloeiend heet gestookte sauna in de sneeuw duikt is dat niet alleen koud, maar vooral ook heel erg scherp.
In het restaurant maken we kennis met een Zweedse delicatesse; Rendier. Rendier is hier voor alles inzetbaar. Rendierhuiden als kleding en dekbed, rendieren als transport, zelfs rendiergewei als deurkruk en nu dan ook als eten. Een lang verhaal kort; Rendiervlees is heerlijk. Als al het scharrelvlees zo lekker zou zijn als dit dan zouden we in de supermarkt sneller de kiloknaller overslaan.
Alle etenswaren, behalve het ontbijt worden weggespoeld met alcohol. Liters wijn, bier en champagne hebben gevloeid, maar mijn zoektocht naar alcoholvrij kwam steeds uit op een glaasje of een flesje water. Alleen bij het ontbijt wil het water nog wel eens een smaakje hebben. Totaal niet storend, maar wel een leuk detail.
Uitbuikend na een mooie portie ijs en vis begeven we ons naar onze hutten. “Hi my name is Keke.” “Hi Keke.” Klinkt het in koor. We krijgen uitleg over hoe we moeten slapen. Mutsen op, thermo ondergoed aan en de rits tot aan je neus dichtritsen. Dat is het advies wat we meekrijgen om te overleven. Rillend kruipen de twee Autoblog bezoekers op hun twee persoons rendierhuidje. “Ongelovelijk dat we hier zijn.” Is de afsluitende zin van de eerste dag. Morgen ijsracen.
“Goodmorning, would you like something to drink?” Daar is m’n droomvrouw. Eerder wakker dan ik en na een lange nacht komt ze me wakker maken met iets lekkers te drinken. Ik voel de kou op het puntje van m’n neus, het enige deel van mij wat nog door de bivakmuts naar buiten steekt. Ik schuif de muts van m’n ogen en kijk in het vriendelijke gezicht van het meisje van de receptie die breed lachend een houten beker naar me uithoudt. “Did you sleep well?” “I did actually.” Brabbel ik terug.
Onno heeft volgens mij niet zo goed geslapen. In een paar slokken gooit hij z’n drankje achterover en steekt z’n voeten in z’n laarzen. Er gaat een rilling over z’n rug bij het voelen van de koude laarzen, maar stapt dan vastbesloten naar het warme gedeelte van het hotel. Daar ik nog prima lig schuif ik de bivakmuts weer over m’n ogen. Prijs me gelukkig dat m’n kwijl niet aan m’n gezicht is vastgevroren en draai me om om verder te slapen. Een half uur later schrik wakker, denkend aan alle Chinese toeristen die straks het hotel instromen en besluit dat het tijd is om de dag te plukken.
Douche, ontbijt en een busrit later melden we ons op de ijsvlakte. “Hi my name is Keke.” “Hi Keke.” Keke is onze magic lepricon. Niet omdat hij wat kleiner is, niet omdat hij een muts met bolletje heeft of omdat hij een enorme groene jas heeft. Nee Keke gaat altijd als laatste weg, maar is altijd als eerste op de andere locatie. Hij is er altijd eerder, maar je ziet hem onderweg nooit ergens. Keke tikt gewoon met z’n hakken tegen elkaar en verschijnt dan. Dat is onze Keke.
“These are your cars.” En met een wijds gebaar toont hij de rij 9-5’s die op ons staat te wachten. De mondhoeken gaan omhoog bij iedereen die Keke’s stem boven de wind hoorde uitkomen. “Pick a car and let’s have some fun.” Snelwandelend probeer ik zo nonchalant mogelijk naar onze auto’s toe te schuivelen. Per twee mensen een auto, en Onno en ik laten ons in het zwarte leer van onze auto, nummer 13, zakken. Handen en ogen onderzoeken de hele auto. De cockpit omringt me en de stoel laat zich elektrisch in alle vormen vouwen die ik kan bedenken. Grijnzend denk ik terug aan de stoel waar ik amper een dag geleden nog in zat en ik zet de stoelverwarming een tandje hoger. Niet omdat ik het koud heb, maar omdat het kan.
Nummer 12, de auto naast ons komt in beweging en rolt achter nummer 11 aan. Het eerste verkennende rondje over het ijs. Met twee handen grijp ik het stuur steviger vast en stuur achter de voorligger aan. Met een goeie snelheid maken we het rondje om de baan. Een snelheid waarmee ik, in alle eerlijkheid, normaal niet m’n eerste meters zou maken in een auto van 43.000 euro. De toon is gezet. We zijn hier om lol te hebben. Vertrouw maar op het X-Drive systeem.
Het rondje eindigt aan het begin van een uitwijkoefening. Getooid met gewei staat in de verte onze begeleider. Rij 70, trap de rem in en probeer op de ABS uit te wijken. De teller, lijkend op de hoogte meter van een vliegtuig, stijgt gestaag naar de 70 kilometer per uur. De eerste pionnen flitsen langs. De tweede rij. De laatste meters vliegen onder de auto door en ik trap hard op de rem. De ABS grijpt in en terwijl ik onverminderd hard op de haag van pionnen afglijdt geef ik een ruk aan het stuur. Niets. Ik stuur nog verder. Nog steeds niets. Het geluid van pionnen onder de auto klinkt door de cabine en ik laat de rem los. “Volgens mij eten we vanavond weer rendiervlees.” Lach ik zenuwachtig naar Onno. “You steered to much and pressed the brake to little.” Weet de instructeur te vertellen. Oh, is dat het, dat klinkt niet zo moeilijk. Drie oranje, rubberen elanden later wissel ik het stuur met Onno, die onbevreesd het gas intrapt bij vertrek. De auto glijdt zoekend over het ijs en onopvallend knijp ik iets harder in het handvat van de deur als de teller op weg is naar de 70. Deze keer moeten niet alleen de pionnen het ongelden, maar moet ook onze instructeur een paar stappen opzij doen. Gelukkig leert Onno van z’n fouten en stuurt later strak en beheerst om de pionnen heen. Onno houdt waarschijnlijk gewoon niet zoveel van rendiervlees als ik.
Gesneuvelde pionnen nog vers in het geheugen beginnen we aan de slalom. Iets wat met 50 prima gaat, maar met 70 een leuke uitdaging is. Daarom proberen we het eerst met ESP aan. Als een slalomskier glijden we tussen de pionnen door. Zachtjes veegt de neus soms langs de pionnen, maar verder ongeschonden komen we er aan de andere kant weer uit. Het ESP doet voelbaar, maar niet storend z’n werk. Er wordt merkbaar geremd om de wielen die het nodig hebben, zonder de auto onbestuurbaar te maken. Anders is dit op de grote rotonde, die gemaakt is om ons te laten driften. Elke keer als de auto schuin gaat grijpt het ESP in om je weer recht te zetten, iets waardoor twee rondjes hier eigenlijk vooral twee rondjes ondersturen is. In een poging de auto toch reactie te laten geven duik ik met veel te veel snelheid een bocht in. Het ESP duikt er bovenop en de auto verdwijnt in een wolk van sneeuw als ik van de baan afglijdt. Beschaamd werp ik een blik op Onno. “Dat was geen succes.” “Denk je?” Lacht hij terwijl we losgetrokken worden door een 9-3X die die al voorzag.
“Press the ESP off button for 10 seconds.” Klinken de verlossende woorden van een van de coureurs die door het elektrische zijraampje naar binnen hangt. Op het dashboard verschijnen de onheilspellende oranje lichtjes die verraden dat we vanaf nu op onszelf aangewezen zijn. “Now show us what you normally do with your Aygo.” Knipoogt de instructeur en hij geeft ons groen licht voor de baan. Wat een verschil. De slalom is van een uitdaging verandert in iets onmogelijks. Drie pionnen kan ik nog voorbij, maar ik merk al dat ik de auto eigenlijk al kwijt ben. Ik ben alleen nog maar aan het redden. Wijd komen we uit bij de pionnen en ik draai met alle macht aan het stuur om de voorwielen de goeie richting uit te laten gaan. ABS doet het niet meer en elke poging tot remmen versterkt m’n slip. Voorzichtig probeer ik bij te remmen en vlak voor de sneeuwmuur komt de auto tot stilstand. In m’n achteruitrij spiegel zie ik nummer 14 de sneeuwwand aan de zijkant induiken en hij werpt een enorme golf van sneeuw over Patrick die zichzelf, vanachter z’n camera, veilig achtte.
Hoe zwaar het was met de slalom, zo perfect was het op de rotonde zonder ESP. De zijkant komt uit en laat zich perfect sturen met het gas. Ik voel hoe de auto op de grens van spinnen zit, maar weet hem dankzij het X-Drive systeem met een flinke dot gas steeds weer voldoende recht te trekken en de twee ronden gaan veel te snel voorbij.
Bezweet druk ik op het knopje van het elektrische raampje en met een zacht gezoef verdwijnt het in het portier. Koele wind stroomt de cabine in als we in het zonnetje staan te wachten achter het doorlopende achterlicht van nummer 12. “Ik heb soms gewoon moeite te beseffen dat we hier zijn.” Zeg ik tegen Onno terwijl ik door de ruit naar de donker getinte achterruit van de auto voor me kijk. “Ik weet precies wat je bedoelt.”
“Oke jongens, nu mogen jullie op het circuit waar we gister ook reden. Er geldt geen snelheidslimiet. Doe wat je leuk vindt.” “Met ESP aan?” Vraag ik hoopvol. “Wat je zelf wilt.” Krijg ik grijnzend terug. Intens gelukkig kijk ik naar de waarschuwingslichtjes die verschijnen op het dashboard en ik trap het gas in. Drie rondes op deze perfecte baan met een heerlijke auto onder me. De rondes gaan steeds sneller en de auto gaat steeds schuiner. In de zijspiegel zie ik de achterkant van de auto rakelings langs de muur van sneeuw gaan. Het vrijgemaakte stuk baan is maar een meter of 6 breed en met elke ronde lijk ik meer te willen gebruiken van die beschikbare ruimte. Het grootste deel van de tijd kijken we door de zijruit naar de baan, en met de gouden tip van Onno om de rem te gebruiken, lukt het me om de volledige baan driftend rond te krijgen. Met de neus maar centimeters van de sneeuwmuur, vastgeklemd in deze leren stoel, draait het stuur snel door m’n handen. Het geluid van de motor vult de cabine, het geluid van de banden die zich in het ijs graven overstemmend, vliegen we door de bochten. Of dat door mij of de auto komt zullen we nooit weten, maar nog nooit voelde ik me zo in controle over een auto als op dit moment. Met tegenzin haal ik de versnellingspook uit de manuele stand, duw hem in ‘park’ en draag het stuur over aan Onno.
In de pauze, waarin zowel wij als de auto’s een kans krijgen om af te koelen, kijken we in stilte naar de B52 die laag over het ijs vliegt, onze handen warm om een kop tomatensoep. “Er vliegen hier verder nooit vliegtuigen.” Verteld Keke. “Ze vliegen hier maar één keer per jaar om parachutespringen te oefenen.” Het vliegtuig verdwijnt uit zicht en onze aandacht gaat weer naar de auto’s. Onze zilveren 9-5 moet plaats maken voor een witte 9-3X.
Zittend in de 9-3X is er een merkbaar verschil tussen de 9-5 en de 9-4X . De 9-3X is op z’n kortst gezegd “algemener”. Waar je in de andere twee het gevoel hebt in een Saab te zitten moet je het in de 9-3X eerder hebben van het logo op het stuur. De auto komt meer uit het GM tijdperk dan de andere twee en dat is merkbaar.
De remlichten van de auto voor ons, bestuurd door een van de instructeurs, gaan auto en de auto zet zich in beweging. Ik laat eveneens de rem los en de auto rolt dankzij de automaat van z’n plek. Op veilige afstand volg ik m’n voorligger, die ons over een aantal obstakels leidt die goed de sterke kanten van de 9-3X laat zien. Al snel wordt duidelijk dat je met de 9-3X een hoop rare dingen uit kan halen voordat je in de problemen komt. Niet op z’n minst dankzij LSD systeem waarmee de auto is uitgerust. Dit system zorgt ervoor dat het vermogen altijd naar de wielen met grip blijft gaan. In combinatie met het ESP systeem zorgt dit ervoor dat je niet voor verasssingen komt te staan wanneer je bijvoorbeeld van de weg af raakt, of zoals wiij nu doen; Op gladde wegen rijdt. De auto laat zich zonder problemen over de meest extreme obstakels sturen om ons aan de andere kant weer veilig af te zetten.
Wanneer we weer veilig met alle vier de wielen op het vlakke ijs staan komt Keke uit het niets tevoorschijn. “Het is dan nu tijd om te kijken wie het snelste rijden kan op het ijs.” Omstebeurt nemen we plaats in een 9-3X om een onbekende route over de ijsbaan te rijden en tot stilstand te komen voor een rij pionnen. Pionnen aanrijden is strafseconden, en van de baan af gaan is een gagarandeerde manier om te verliezen. “Rij dus snel, maar rustig.” Is het advies.
Ik neem plaats in de 9-3X en zie dat hij in de Sportstand staat. Enthousiast zet ik de automaat in de manuele stand en wacht op de groene vlag. “Ready, set, go!” Roept m’n official en de vlag zwaait omhoog. Het gaspedaal zakt diep in het tapijt en de auto komt nauwelijks van z’n plaats. Slippend en spinnend zoeken de wielen naar grip die ze pas krijgen als ik het gas voor driekwart los laat. De auto schiet vooruit als de spijkers zich vastgrijpen in het ijs en ik ben weg. Eerste bocht, de rem en ik stuur in. De achterkant breekt wat uit en de auto glijdt de bocht rond. Tweede versnelling. Ik geef de pook een duw naar boven en een hele seconde ben ik het vermogen kwijt. De tweede bocht is lang en ik manouvreer me, met het gas spelend, de ronding door. Vol in de remmen, versnelling terug en de derde bocht in. Opnieuw ben ik een hele seconde m’n vermogen kwijt terwijl de auto zoekt naar de juiste versnelling. Door het lagere verzet verplaatst al het gewicht zich naar voren en breekt de auto ver uit in de bocht. Het ESP grijpt ongenadig hard in en zet de auto bijna volledig stil. Terwijl ik me probeer te focussen op het circuit zoek ik ondertussen naar de ESP knop op het dashboard om tot de conclusie te komen dat die te goed verstopt zit. Ik geef een nieuwe tik tegen de versnellingspook in de hoop de bak te overtuigen van m’n ernst. Weer die enorme pauze tussen het schakelen. Ook de flippers in het stuur lijken geen soelaas te bieden en ik duw met gezonde tegenzin de bak weer in volledig automatische stand. Het schakelen gaat sneller, maar het toerenjagen is geen optie. Ik duik de laatste bocht in. Doe de uitwijk oefening en trap de rem vol in. Als ervaringsdeskundige van auto’s zonder ABS zoek ik de grens op van m’n remvermogen zonder daarbij de ABS te gebruiken. Ik sta te vroeg stil, ik zie het gebeuren en ik laat langzaam de rem vieren. Een tiende van een seconde en ik duw het rempedaal weer in. Meteen schiet de ABS me ongevraagd te hulp en zachtjes tik ik de pion om. Weg tijd.
“Hi my name is Keke.” Trouw begroet Keke ons wanneer we laat op de middag weer uit de bus stappen bij ons bevroren hotel. We krijgen een half uur om ons op te frissen, want we gaan daarna rendierracen. Ik plens wat water in m’n gezicht en stap de sneeuw weer in. Loom zit ik in de bus en kijk naar de chauffeur die de bus glijdend over de platgereden sneeuw stuurt. In Nederland durven we collectief niet harder dan stapvoets te rijden bij wat natte sneeuw in september en hier rijden ze doodleuk 80 met een volgeladen bus over een meter sneeuw.
We worden door de magische Keke overgedragen aan een traditioneel geklede rendierhoeder die ons enthousiast verteld over de natuur in Zweden en hoe rendieren werken. Hij maakt een bokkend rendier vast aan een slee en geeft ons gedegen advies mee. “Wees voorzichtig.” Met z’n aangeknoopte lading rent het dier vooruit om een paar meter verder weer tot stilstand te komen. Er was ons verteld bepaalde rare geluiden te maken om er weer gang in te krijgen, maar al gauw blijkt dat de meeste mensen zich wat bezwaard voelen om die geluiden na te doen, waardoor onze traditioneel geklede man noodgedwongen achter de beesten aan moet rennen om er beweging in te krijgen. Een vermakelijk spektakel om te zien, liggend in de diepe sneeuw langs de baan.
Na de rendieren voldoende uitgeput te hebben nemen we plaats in een verwarmde tipi met in het midden een groot vuur waar we kennis maken met een nieuwe receptuur voor rendiervlees. Stil kauwend en drinkend luisteren we naar de tradities van de Sami people. De mensen van dit land. En we bewonderen hoeveel van die cultuur bewaard gebleven is.
Schuivelend over de sneeuw gaan we naar het restaurant. In gedachten zitten we bij de mensen die hier leven. Die door de sneeuw en de kou achter de rendieren aan trekken om in hun levensbehoeften te voorzien. En ik pak de auto naar de supermarkt om de hoek om een zak chips te halen. “Schandalig.” Denk ik bij mezelf.
We lopen langs een lantaarnpaal. Te midden van 5 auto’s. Alle auto’s hangen met een kabel aan de lantaarnpaal, alsof het allemaal plug-in hybrides zijn. “Dat is voor de carterverwarming, zodat ze ’s ochtends de auto’s kunnen starten.” Vertelt m’n buurman me. “Als het echt koud wordt laten ze de oudere auto’s vaak gewoon de hele nacht draaien.” Ik zucht opgelucht. Het kan altijd nog slechter dan ik met m’n zak chips.
Wanneer het licht van de laatste lantaarnpaal in het donker verdwijnt valt de lucht pas op. Onze ogen wennen aan het donker en het noorderlicht steekt af tegen het donker van de hemel. Langzaam komen we tot stilstand en niemand zegt meer iets. Alleen het suizen van de wind is hoorbaar terwijl iedereen naar boven kijkt. Slierten groen licht golven door de donkere nacht. Aangelicht door meer sterren dan je ooit in Nederland zult zien. Onmerkbaar veranderen de lijnen licht van intensiteit en vorm. En soms verdwijnen ze zo snel als ze gekomen zijn.
Verderop gaat een deur open en zien we de herkenbare fluor gele skibroek naar buiten stappen. “How about something to eat?” Doorbreekt de stem de stilte. We werpen een laatste blik op de lucht, glimlachen en trekken onze muts verder over onze oren. Tijd om te eten inderdaad.
Naast rendiervlees houden ze in Zweden ook van vis. Geen Albert Heijn “verse vis”, maar gewoon verse vis. En dat is een verschil wat je proeft. Zoals de scharrelrendieren, heeft ook deze vis merkbaar de ruimte gehad voordat ze op m’n bord belandde. Gezelligheid overheerst als een van onze gastvrouwen opstaat. Het wordt stil en iedereen kijkt haar aan. “Bedankt dat jullie hier allemaal zijn vanavond. Vanvond is een speciale avond voor ons allemaal, maar voor één iemand hier is het extra speciaal.” Een tel kijkt ze in stilte naar haar publiek en kijkt dan naar mij. “Er is namelijk iemand jarig vandaag. Thijs is vandaag 24 geworden!” Een gejuich stijgt op meteen worden de bijbehorende liederen ingezet. Overweldigd door deze plotselinge felicitaties zit ik wat stil in m’n stoel. “24 en nou al hier in Zweden aan het rondcrossen in Saabs! Dat doet hij helemaal niet verkeerd.” Wordt geroepen. “Bedankt voor deze fantastische verjaardag allemaal!” Roep ik snel en lachend terug. Een van de coureurs staat op. “We hebben ook iets voor je natuurlijk.” Uit z’n tas pakt hij de peddel waarmee we op het vliegveld van Kiruna onthaald werden. “We’ve all signed it.” Met een brede grijns neem ik het in ontvangst. “Heel erg bedankt.”
Hoewel we allemaal korte nachten achter de rug hebben is de avond nog lang niet voorbij. Prijzen worden uitgedeeld voor onze tijden op het ijs. Onno wordt derde, cameraman Patrick wordt eerste. Autoblog is goed vertegenwoordigd. We zingen yoiks met Sami bekendheid Yana Mangi-Sundgren. Sculpturen een gedeelte van de wand van het ijshotel en hangen aan de bar. En vallen uiteindelijk in slaap in onze luxe, verwarmde kamers.
De telefoon gaat en ik schrik wakker. Dit is voor het eerst in de afgelopen 50 uur dat ik een telefoon hoor en ik heb even nodig om te orienteren. Het licht valt door het raam naar binnen, nog eens extra versterkt door de sneeuw en verblind kruip ik over de vloer naar het bureau waarop de telefoon staat. “Hallo?” Grom ik. “This is your 7 o’clock wake-up call sir.” Meteen klinkt het geluid van een opgehangen telefoon en ik kijk even naar het ding in m’n hand. Het verschil in wake-up calls met gisterochtend is net zo groot als dat in accomodatie. Waar ze gisterochtend probeerden je warmte in te praten, lijken ze me vanochtend alvast voor te willen bereiden op de kou buiten. Ik kruip weer even tussen de lakentjes en besef me dan langzaam welk heerlijke ontbijt er op me staat te wachten.
Voldaan hijs ik mezelf in m’n winteroutfit. Op deze laatste dag, deze laatste ochtend eigenlijk, gaan we het ijs op met sneeuwscooters. Niets begrenst, en geen training. “Hier zit het gas, hier zit de rem en probeer er op te blijven zitten.” Ik trek voor de zekerheid het bandje van m’n helm nog wat strakker aan en duw dan voorzichtig het gas in. De toeren gaan omhoog en de scooter schiet vooruit. Vloeiend is anders. Er werd aangeraden om 20 meter afstand te houden in verband met veiligheid. Iets wat Wouter waarschijnlijk niet gehoord had, want zwaaiend vliegt hij mij voorbij. Amper z’n voorligger ontwijkend. Door het lachen beslaat de binnenkant van m’n vizier en duw hem open. Met het vizier open trek ik het gas open om weer bij te komen en al gauw hangt het ijs aan m’n wenkbrouwen en wimpers.
Na een uur de mogelijkheden van de sneeuwscooter uittesten en de omgeving in ons opnemen zetten we weer koers richting het ijshotel.
Voor de laatste keer kleden we ons om. De pakken worden teruggehangen en de spijkerbroeken komen weer tevoorschijn. De laatste dingen verdwijngen in koffers en schieten onze laatste foto’s van het ijshotel. Tijd om weer naar het warme(re) zuiden te gaan.
Op het vliegveld zeggen we onze gidsen gedag. In 3 dagen kun je verbazingwekkend veel doen. Het voelt als een week, maar wel een fantastische week.
Uit het raampje van het vliegtuig kijk ik naar het noordelijke Zweden, nou al terugdenkend aan de afgelopen dagen.
In de drukke aankomsthal van Schiphol komt de ene na de andere koffer voorbij en omstebeurt nemen we afscheid van elkaar. Ook al kennen we elkaar nauwelijks, we zijn allemaal vrienden. De hal wordt steeds dunbevolkter en als een van de laatsten kijk ik naar m’n koffer als die tevoorschijn komt. Het Saab Arctic Adventure label pronkt aan het handvat. Met een glimlach pak ik hem op en loop naar de uitgang, bepakt met rugtas, een koffer en een hoofd vol herinneringen.
Met dank aan Thijs voor deze bijdrage, hij wil heel graag Saab en Autoblog via deze weg bedanken voor de fantastische tijd in Zweden. Het was een onvergetelijk avontuur en hij hoopt dat hij met deze veel te uitgebreide beschrijving de lezers van Autoblog een beetje mee heeft kunnen nemen.
307-2.0-chipped zegt
Wat een gigantisch, en vooral prachtig verhaal!!!
Ennuh…Zweden rulez. Wat een geweldig mooi land! (aanrader). :D
BartvL zegt
@156v6power: Jij kan echt heel snel lezen :)
pieter zegt
@BartvL: Met een snelheid van 1398 woorden per minuut ! :P
307-2.0-chipped zegt
@BartvL: Heb hier heeeel snel internet… :D
tvrspeedsix zegt
Mooi verhaal en leuk geschreven!
petermb zegt
Zal best een leuk verhaal zijn, maar mij te lang om ‘even’ te lezen.
@Thijs, ik ben best wel een beetje jaloers, ook al heb ik je verhaal niet gelezen ;)
Wat me wel opviel is dat er een Volvo tussen de plaatjes staat :)
janklaassen zegt
Best verhaal, goed lang in ieder geval! Zweden en Saab rulez!
JeejEm zegt
Geweldig stuk! Je bent een schrijftalentje als dit representatief is voor je stukken. Dit overklast de meeste autoblog posts met gemak, echt een aanwinst voor mijn zondag! Zou super zijn om hier nog een abhd film van te mogen bewonderen.
Patrick_Createmedia zegt
@JeejEm: Tadaa!
http://www.autojunk.nl/2011/03/saab-arctic-adventure-2011
Jokkebrok zegt
Het was me een genoegen dit verhaal te mogen lezen echt TOP.
Volgende keer wil ik ook wel mee ;)
lemster zegt
Tnx iedereen ;) Als ik weer eens wat schrijf zal ik proberen het korter te houden :P
noon zegt
@lemster: tjonge thijs, leuk om alles zo terug te lezen! We hebben tof gecrossed in die saabs! Erg pakkend geschreven! Alsof je er bij bent. Oja, dat was ik :)
GOD zegt
Was klaar met lezen en dacht ff een klein stukje naar boven te scrollen om nog ff de foto’s te bekijken die ik had overgeslagen. Ik schrok me de tiefus!!! Heb zowat een kompleet boek gelezen terwijl ik normaal al in slaap val van 10 regels text. Weet niet hoe lang ik er over gedaan heb. Ben het besef van tijd totaal kwijt geraakt. Dit kan maar 1 ding betekenen en dat is dat het geweldig is geschreven!!!
jetje zegt
En wanneer ga je een boek schrijven?
lemster zegt
@jetje: Working on it ;)
presic zegt
@lemster: Speciaal een account aangemaakt voor dit geweldige verhaal! Inderdaad, zoals al door anderen opgemerkt, je hebt een echt talent, en je weet het. Autoblog, als deze meneer inderdaad zijn boek gaat uitgeven, promoot het dan – ik weet zeker dat ik dat wil lezen! Top, Thijs!
Gideon zegt
Wow, wat een geweldig verhaal! Het leest weg als een goed boek. Natuurlijk ook mooi dat Autoblog en Saab dit mogelijk maken.
kets zegt
volgens mij is dit nog de korte versie van het verhaal
lemster zegt
@kets: Ik heb hier en daar wel wat shortcuts genomen ja.
Freewarefreak zegt
@lemster: Complimentje Thijs, heb het met plezier gelezen. Super, je neemt ons echt mee. Ik dacht wat een lapt tekst.. daar begin ik niet aan.. maar ik startte en hop ik zit er in.
Licht eens een tipje van de sluier op? Wat is het geheim van een goede schrijfstijl? Één ding is mij al opgevallen, dat tot in details beschrijven van sfeerelementen. Dat roept het beeld op wat je voor je ziet.
lemster zegt
@Freewarefreak: Tnx voor het compliment :) Ik moet in alle eerlijkheid zeggen dat ik maar wat doe. Zodra ik er een vorm in herken laat ik het je weten oke ;) Enige wat ik eigenlijk kan zeggen is dat oefening kunst baart.
audirs6ravant zegt
Schrijf er een boek over XD
Truttenschudder zegt
lepricon — leprechaun
tvrspeedsix zegt
Het verhaal geeft ook mooi weer wat een KLOTEN baan Wouter en consorten hebben ;) ;)
PortRo zegt
Ben jij deze ‘Duitser’ dan op 3 minuut 20… in het verder saaie videootje? Beschaamd werp ik een blik op Onno. “Dat was geen succes.” quote: “Denk je?” Lacht hij terwijl we losgetrokken worden door een 9-3X die die al voorzag.
http://www.youtube.com/watch?v=hTR5Z2W4g90
lemster zegt
@rahpor: Haha nee, ik zat er niet zo diep in en ik werd gewoon recht naar achter getrokken. Bovendien had de 9-3X de band op de voorkant. Onze groep was ook gewoon Nederlands.
noon zegt
@lemster: nee, maar het was wel op hetzelfde punt, toch? Haha
lemster zegt
@noon: Sst ;)
Citrofiel zegt
Wat een fantastisch geschreven verhaal, je opzet is geslaagd, ik heb echt kunnen meegenieten. Ben blij dat ik hier even goed voor ben gaan zitten. :)
ciska zegt
Zie je nou wel dat je schrijfstijl in grote getale bijzonder wordt gewaardeerd? :) Denk erom he; mijn eerder geuite lovende woorden komen op de achterflap van je eerste boek!
Oja, leuk verhaal trouwens. Beetje auto-technisch allemaal, maarja, op een site die autoblog heet moet ik natuurlijk al lang blij zijn met je beschrijvingen van dat prachtige Noorderlicht en je geslaagde verjaardags-moment :)
Svenska_Aeroplan_AB zegt
Goed verhaal Thijs! Veel beter dan het ‘hap-snap-verhaal’ van AB.nl zelf… En wat een ervaringen! Ik ben dit ook meegemaakt, lang geleden, en ben het nog niet vergeten hoor! Dit zal je nog wel even bijblijven…
Cantago zegt
Dat meenemen is zeker gelukt! Alsof ik er zelf was;) Dit leek me echt een prachtige ervaring.
IK vraag me nog wel één ding af? Heb je de koffer van Wouter moeten dragen?!
lemster zegt
@Cantago: Van de bagageband tot de hondenslee. Zo’n 50 meter dus ;)
Nee, ik was vrij van bagageduty. Maar met alles elektronica in de koffers van Patrick en Wouter is dat ook logisch :)
Cantago zegt
@lemster: Kijk, goed geregeld!
trdijkstra zegt
@lemster in 1 ruk uit, en niet droog gehouden ;)
Spreken elkaar snel! x
trdijkstra zegt
In 1 ruk uit, en niet droog gehouden ;)
Spreken elkaar snel! x