Jullie weten inmiddels waarschijnlijk wel dat ik een nostalgische dromer ben.
Ik heb jullie in eerdere columns al meerdere keren doorgezaagd over mijn passie voor oldtimers, ging graag de discussie aan over retro en mijmerde over “Wat als…?” met betrekking tot de racerij en gehomologeerde straatversies.
Mijn voorkeur qua styling gaat uit naar neo-klassiek, ik werk nu aan een onvervalst retro-hommage aan de Ferrari 250 GTO en werk mee aan de revival van de Special Coachbuilding.
‘Men’ zegt wel eens tegen me dat ik in de verkeerde tijd ben geboren… Getuige mijn vele gemopper over moderne designmissers en de hedendaagse emotieloze Microsoft-Mobielen kan ik die ‘men’ geen ongelijk geven.
De jongeren onder jullie (al ben ik zelf ook nog niet zo oud…) zullen waarschijnlijk geen idee hebben waar de titel van deze column over zou moeten gaan. “Wat bedoel je in ’s hemelsnaam met GTX? Welk automerk bouwde die? Of bedoel je misschien een oud chroompoetsmiddel?” Nee, ik heb het over een oude raceklasse.
GTX was naast de standaard GT-klasse en de vrijere prototypeklasse een relatief vrije GT-klasse binnen het wereldkampioenschap voor GT’s en op Le Mans. Tegenwoordig heb je de LMP1 en LMP2 voor prototypes en voor de GT-klasse gebruikt de FIA drie categoriën: GT1, GT2 en GT3.
GT1’s zijn ver doorontwikkelde racers op basis van bekende sportwagens. Aston Martin heeft de DBR9, Corvette doet het met de Z06 en dan heb of had je nog de dikke Vipers, Ferrari’s 550 en 575 enzovoorts. Deze auto’s lijken allemaal wel sterk op hun gewone straatbroertjes en -zusjes, maar hebben onderhuids niet zo heel erg veel gemeen.
Het chassis is bijvoorbeeld vaak een lichtgewicht buizenframe, omdat de auto met het standaard chassis nooit onder het maximaal toegestane gewicht uit kan komen.
In feite zijn het silhouette-racers ( net zoiets als de V8 Star serie ) met het uiterlijk van bekende sportwagens, maar met een compleet andere onderliggende structuur.
De constructeurs van deze auto’s zijn in feite echte individuele automerken, want ze ontwikkelen hun eigen chassis en onderstel, maar ze maken gebruik van de (zwaar gemodificeerde) carrosserievorm van een bestaand model.
Wat dichter bij de straatauto’s staan de GT2’s en de GT3’s. In deze klasse zijn de regels met betrekking tot bodymodificaties en technische aanpassingen veel stricter.
Hier zie je onder andere de Spyker C8 Spyder, de Aston DBRS9, Lambo Murcielago en Gallardo, Ferrari F430, Porsche 911 RSR en wederom diverse Vipers en Corvettes.
Het chassis dient direct van de straatversie afgeleid te zijn en ook de bodymodificaties zijn aan regels gebonden.
Als fabrikant kan je alleen voor deze klassen gehomologeerd worden als je genoeg straatversies produceert. Mini-merkjes en kleine specialisten vallen buiten de boot en moeten hun niet-gehomologeerde modellen in andere vrije raceklasses inzetten. Ascari en Mosler bijvoorbeeld zie je wel in de diverse regionale GT-races, maar niet op Le Mans tegen de big boys strijden en dat vind ik best jammer.
Vroeger (jaren ’50 / ’60 / ’70) was er op Le Mans wel ruimte voor de racende Calimero’s in de GTX-klasse. De GT’s van destijds (250 GT SWB’s, 250 GTO’s, 365 GTB Daytona’s, Corvettes, Porsches, Aston DB4 GT’s, e.d.) waren meer vergelijkbaar met de huidige GT2’s en GT3’s, want dit waren gehomologeerde sportwagens met dezelfde technische structuur als de straatlegale varianten. De GTX-klasse was er voor de kleine specialisten die geen grote serieproductie hadden, maar vaak voortborduurden op een standaard GT en zeer bijzondere creaties maakten op bestaande techniek. In feite een omgekeerde variant van de huidige GT1; gangbare techniek, maar met een nieuwe body in plaats van een standaard body met nieuwe GT1-structuur daaronder.
Zo verscheen er in 1962 de One-Off 250 GT Breadvan op basis van een Ferrari 250 GT SWB. Een groep ex-Ferrari-engineers, waaronder de ontwikkelaars van de 250 GTO: Giotto Bizzarrini en Carlos Chiti, gingen na een ruzie met Ferrari voor de Scuderia Serenissima van Graaf Giovanni Volpi werken met als doel Ferrari op Le Mans te verslaan. Toen Enzo hierachter kwam, weigerde hij het team de reeds bestelde GTO te leveren en dus gingen de mannen op zoek naar een gebruikte SWB om daar een GTO-killer van te maken.
Het lukte ze bijna… de wagen was, ondanks een oude SWB-vierbak, maar dankzij een lager gewicht en betere aerodynamica, wel sneller dan de officiële GTO’s, maar viel vroegtijdig uit. Deze auto is nu meerdere miljoene waard (ondanks dat het geen officiële Ferrari is) en is onlangs door onze carrosseriebouwer Alwin Hietbrink naar originele staat teruggebracht.
Tien jaar later kwam het team North American Racing Team (N.A.R.T) van Luigi Chinetti met de Ferrari 365 GTB/4 NART Michelotti Speciale uit in de GTX-klasse. Dit was een Special Coachbuilt 365 GTB/4 “Daytona” en dus niet gehomologeerd voor de standaard GT-klasse. Deze auto is laatst geveild voor bijna twee miljoen…
Voor deze ‘outcasts’ waren dus gelukkig speciale gelegenheids-klassen in het leven geroepen onder diverse namen als IMSA-GTX, GTP en GTP-GTX, maar voor het gemak noem ik het maar gewoon GTX. En nu zullen jullie uiteraard wel begrijpen waarom de titel van de column “Revive the GTX” is. Special Coachbuilding is terug, dus waarom ook niet de GTX-klasse weer nieuw leven inblazen? In een eerdere column omschreef ik al eens dat de homologatie-eisen voor veel leuke wagens op de weg zorgden, maar helaas onthouden diezelfde eisen het publiek van zeer bijzondere creaties op het circuit.
Stel je toch eens voor… James Glickenhaus rijdt met een speciale LM-versie van zijn P4/5 naar de startgrid, een groep Callaway Corvettes sluit aan en langszij rolt een Castagna Corvette. De Zagato 575 GTZ in vette racetrim wordt met een luide brul in de pitbox gestart en Saleen heeft een nieuw team samengesteld voor zijn Special op basis van de Ford Mustang.
Kleine racespecialisten als Prodrive, Edo Competition en Larbre Racing stoppen al hun expertise in unieke hightech projecten met als doel de strijd aan te binden met de grote GT1-teams. Ook hoeven kleine merken als Ascari, Koenigsegg en Mosler niet in de anonimiteit van de regionale GT-klassen te vallen en kunnen ze via GTX furore proberen te maken op Le Mans. De kleine slimme Calimero’s tegen de gevestigde orde. Een jongensdroom… Michel Vaillant in het echt!
“En daar in de laatste ronde zien we de zwart-rode Vandenbrink GTO van ‘Ecurie Vandenbrink’ met Peter Kox achter het stuur op het rechte stuk van Mulsanne de rode Leader van Steve en de blauw-witte Vaillant van Michel op topsnelheid inhalen en een onverwacht rappe eindsprint trekken, waarbij de tot dan op kop liggende Castagna Corvette alsnog in de laatste bocht verslagen wordt. Ecurie Vandenbrink wins GTX-class!!”
VROOAAAAAARRRRR!!!!
Michiel, je gaat me kielhalen maar bij je titel dacht ik meteen aan deze:
Dus GTX is dus techniek van GT2/3 auto’s met een andere body??
Zoiets al een Porsche 904?
Is de p4/5 van Glickenhaus, ook echt uitgebracht als racewagen naast de originele of is dit een fotoshop?????
zoals altijd leuk en goed geschreven, maar mijn complimenten gaan deze keer vooral naar je tekening! Echt heel gaaf, en hij illusstreerd denk ik precies de jongensdroo die je voor ogen hebt! Klasse!
heerlijk Michiel, ik kan het alleen maar met je eens zijn, geweldig, ga zo door.
succes!
@ Joep
De tekeningen zijn van Jean Greton, de tekenaar van de Michel Vaillant stripboeken.
@ Michel (nee niet Vaillant)
Ik krijg net door dat ene V. Müller graag mee wil doen met een nederlands-inaliaanse auto. Alleen zijn baas vindt dat niet goed. Hoe moet dat nu?
Die P4/5 is uiteraard een Photoshop. ;)
@Michiel Van Den Brink
Komt je VandenBrink GTO misschien in de allernieuwste Vaillant?
@ I hate hybrids: t is een shop
Heel leuk stukje, en ik kan alleen maar zeggen: breng de GTX maar terug!
@Thelis, maar ik neem aan die Vandenbrink design onderaan toch niet? ;)
Inderdaad revive the all mighty GTX, maar onder welke klasse valt deze
http://www.datrats.com.au/83_SKYLINE_SUPER_SILHOUETTE_HIROS_CAR-2.JPG
D’r zitten toch wat kleine incorrecties in je verhaal Michiel.
GT1’s zijn niet vergelijkbaar met silhouettes als V8 Stars of DTM wagens. Dat zijn racewagens voorzien van een body die lijkt op een seriewagen, waar GT1’s wel degelijk gebaseerd worden op een straatmodel. De reglementen zijn erg vrij, zo mag men sleutelen aan de plaatsing van de motor en mogen alle bodydelen vervangen worden door Carbon onderdelen. Bepaalde daken zoals het dak moeten echter gelijk zijn aan de seriewagens. Het dak van een GT1 mag ook niet van Carbon zijn, dit moet gelijk zijn aan de seriewagen en is dus van staal. Ook moet de basis van de motor hetzelfde zijn als de seriewagen, wat bij het V8 Star, DTM of Super GT (Japans GT) niet het geval is .Je hebt gelijk als je zegt dat GT1’s veel verder van de seriewagens staan als de GT2’s en GT3’s, maar ze zitten nog altijd veel dichter bij seriewagens dan silhouettes.
Er is op Lemans wel degelijk plaats voor kleine teams met eigen ontwikkelingen. De eerste jaren van Spyker bijvoorbeeld, men reed toen met de Double 12R, waarvan nog geen straatmodellen bestonden. Dit word toegestaan, maar men krijgt wel beperkingen mee in de vorm van kleinere restrictors (luchttoevoer regelaars) en ballastgewicht. Als je een Vandenbrink GTO zou ontwerpen volgens de GT1 specificaties en reglementen zou je hem in principe dus kunnen inzetten in GT1, maar als er niet genoeg straatmodellen van rondrijden moet je redening houden met extra beperkingen.
Verder noem je Larbre, Prodrive en Edo als kleine teams die de strijd aanbinden met de grote namen. Dit klopt niet. Edo is niet actief in de racerij, alleen in de tuning. Larbre heeft nooit racewagens ontwikkeld of gebouwd, zij zijn altijd actief geweest als renstal met ‘fabrieks’ ondersteuning van de ontwikkelaar. Eerst met de Viper voor Oreca, later met de Ferrari 550 en Aston Martin voor Prodrive. Prodrive mag een relatief kleine speler zijn, in de endurance racerij zijn zij echter een grote naam. Misschien heeft men niet de financiele middelen van Pratt & Miller, maar men heeft wel de expertise. Dat ze de Corvettes eindelijk verslagen hebben dit jaar werd ook nodig tijd.
PS: Verder wel weer een top verhaal, en inderdaad: Laat die GTX klasse maar weer komen, ook ik ben een absolute fan van unieke one-off modellen.
@ LC: als ik me niet vergis is die Skyline een IMSA-racer.
@ Bramzel: Je hebt helemaal gelijk.
De incorrecties zijn er met name om de tekst niet te lang te maken en het geheel wat te versimpelen, want de hoeveelheid regels en klassen maken het er niet echt overzichtelijker op.
Wat betreft Larbre, dat team reed met Oreca Vipers en de naam zegt het al: de auto’s zijn ontwikkeld en gebouwd door Oreca en niet door Chrysler/Dodge.
Uiteraard is veel techniek wel afkomstig van de normale Viper, maar in feite is het een (bijna) compleet nieuw model die weinig met de straatViper meer te maken heeft dat de naam Oreca als merk gezien kan worden.
Net als de Prodrive 550’s die zonder fabriekssteun van Ferrari tot stand waren gekomen. (en lange tijd zelfs de Fabrieks Ferrari’s 575 GTC’s het snot voor de ogen reden. ;) )
@ Bramzel: Edo is een racepreparateur (wel heel wat meer dan een gewone tuner) die raceteams als klant heeft.
Hij ontwikkelt auto’s voor alle soorten raceklassen en zou dit in principe ook voor zichzelf kunnen doen en een eigen raceteam starten.
Ik snap je reden inderdaad ;)
Oreca bouwde de Vipers, maar wel in opdracht van Dodge/Chrysler. Het gebeurt niet al te vaak dat een fabrikant zelf de racewagen ontwikkelt. Zo is de (geflopte) 575 GTC ontwikkeld door N-Technology, de 430 GTC door Michelotto, de Corvette C6.R door P&M en de Saleen S7-R door Oreca. Dit zijn allen fabrieks-ondersteunde projecten waarbij de ontwikkeling uit handen werd gegeven. Porsche, Maserati en Spyker zijn hier dan weer de uitzonderingen op de regel.
Bedrijven als Michelotto, Oreca en Prodrive zijn eigenlijk ook racewagen fabrieken. Michelotto produceert 430 GTC’s en GT3’s bij bosjes, Oreca bouwt tegenwoordig de Saleen S7R’s en is ook nog eens de officiele dealer van de Viper GT3 en Prodrive heeft z’n handen vol aan het verkopen en onderhouden van alle DBR9’s en DBRS9’s. Porsche Motorsport is helemaal een fabriek op zich, waar de 997 GT3’s en GT3 RSR’s bij bosjes de deur uit vliegen. Reken maar dat daar genoeg geld verdient word ;)
Het verschil tussen een straatViper en een raceversie valt trouwens nog wel mee. Mijn baas heeft in 2004 met de gebroeders van der Zwaan in een Viper geracet, en ondanks alle verbouwingen waren straat en raceversie nog akelig gelijk. Plaatsing van de motor, algehele body en interieur zijn behoorlijk gelijk. Hierin was de Viper echter ook een der laatste Mohikanen, aangezien het toch al een behoorlijk verouderde wagen was in vergelijking met de concurrentie dat jaar. Bij wagens als de 575 GTC, DBR9, MC12 e.a. is het verschil al een stuk groter.
Dat van Edo wist ik niet, I stand corrected :)
Erg leuke plaatjes die het geheel leuk illustreren! Mooi verhaal.
Michiel, een prachtstuk.
En je droom zal misschien nog een keer uitkomen maar er zitten zoveel haken en ogen aan een dergelijke “open” raceklasse.
Maar ik ben het volledig met je eens dat bepaalde coachbuilders en mogelijk ook tuners het gewoon verdienen om een mooie race te kunnen rijden op bijvoorbeeld Le Mans.
Wel leuk dat je 250 GT breadvan naar boven haalt, dat zegt toch iets over je intresse bij ferrari (en natuurlijk de geschiedenis).
Geeft een mooi beeld over de tekortkomingen van ferrari, welke we ook terugzien in bijvoorbeeld de Enzo.
Toch heeft het artikel een bijsmaak pro-Ferrari ;)
Dat is toch wel weer leuk om te zien….
Alec schrijft: “Toch heeft het artikel een bijsmaak pro-Ferrari”
Zeg maar gerust een pro-Vandenbrink bijsmaak. ;)
Michael Vaillant was vroeger mijn lievelings strips. Ik vondt vooral die allereerste van de jaren 50 met die oude auto´s zo ruig. Ik snap alleen niet hoe die coureur al 50 jaar op het hoogste niveau van race. Worden die strips trouwens nog steeds gemaakt?
Gave column Michiel!
heb je trouwens zelf die impressie van de LM P4/5 gemaakt? Ziet er top uit!
Ja, die shop van de P4/5 LM is al vrij oud.
Dit plaatje circuleert via James al enige tijd binnen Pininfarina.
De Enzo is niet echt een optimaal product en daarom is er ook nooit een goede raceversie van gebouwd, maar als ze de Maserati MC12 Corsa als basis zouden nemen, zou er een zeer goede LM-versie van gemaakt kunnen ontstaan.
Sorry… beetje rare zin.
Zo dan: maar als ze de Maserati MC12 Corsa als basis zouden nemen, zou er een zeer goede LM-versie van kunnen ontstaan.
Goed verhaal, maar ik vraag mij af of het realiseerbaar is in het huidige big bucks klimaat. Ik kan mij zo voorstellen dat je al gauw een miljoen of 5 stukslaat aan zo’n auto en dat krijg je niet makkelijk dichtgesponsord. Voor de keuze gesteld, zal een sponsor eerder naar een fabrieksteam kijken dan naar een verkapte privateer’s cup. Daarnaast is er op Le Mans simpelweg geen ruimte voor een extra klasse. Misschien dat zoiets in ALMS realiseerbaar is, maar niet in Europa.
Een geweldenaar uit de IMSA die dankzij de GTX-klasse op Le Mans uit kon komen.
Check: http://www.autozine.org/959/959_8.htm
“At least the rally 959 won Paris-Dakar. The track version, now called 961, won only a category victory.
Since its introduction in 1982 until its cancellation in 1986, Group B category was never successfully expanded outside rallying. FIA had a “Group B evolution” regulation for endurance racing which allowed some degree of modifications to the 200-off production model by only making 30 such cars. However, Porsche did not do that because, actually, no other car makers were doing that. Instead, according to the loosely IMSA GTX regulation which had no production requirement, Porche created several 961 based on 959, and entered them in Le Mans 24 hours only.
961 would have been a successful racing car if it were given suitable regulation. Remember we said the 959 engine was developed from Porsche 956 / 962’s Group C endurance racing cars ? With a little more work to restore the original nature, 961 can easily output 680 hp while running at 1.4 bar boost pressure (versus 959’s 0.9 bar). The turbochargers returned to parellel arrangement like the Group C engine. Brakes came from 962. The 4-wheel drive was retained but was set to heavily rear-biased (20 / 80). No adjustable damping and ride height like the 959 Sport. The body was thoroughly lightened so that kerb weight was reduced to only 1,150 kg. Bigger rear wing and revised air dam reflected the needs of track racing.
In the first try in 1986 Le Mans 24 hours, the 959 ran smoothly and finished 7th overall, or 1st place in IMSA GTX category. All the cars in front of it were Group C cars, so the result was quite respectable.”
Michiel, waarom vind je (of is) de Enzo geen optimaal product? (Dat is toch ook de basis van de FXX)
@ RijNouNsDoor!: Lang verhaal, veel technisch gepraat en het lijkt me beter om daar niet in detail op in te gaan.
Het kan altijd beter en er zijn altijd wijsneuzen op deze wereld die denken dat het beter kan en zelfs druk bezig zijn dat te bewijzen.
Future will tell. ;)
Is het niet zo dat de Maserati niet aan de toelatingseisen van de ACO voldoet en daarom niet op Le Mans rijdt?
Ik ben er niet voor. Zoals de GT1 nu is, vind ik het prachtig. Wagens die nog sterk lijken op het straatmodel en onderhuis nog enigzins het frame delen enzo.
Door de homologatie regels kan iedereen het straatmodel kopen en dat maakt het toch een stuk interessanter dan rare prototypes die alle regels van straatmodellen naast zich neer kunnen leggen.
Sterker nog in zo’n klasse zou je tegenwoordig door alle kennis alleen maar auto’s krijgen die meer lijken op F1/LMP1/2 auto’s dan de mooie auto’s waar jij van droomt :)
Als je nou je Ferrari 599 GTO een oplage maakt van 25 stuks, kan je er een team mee laten racen in Le Mans/GT. Het zou behoorlijk veel geld ontwikkelen om ze te laten racen, maar wie weet is Prodrive al stiekem bezig voor de 599 GTB, aangezien die 550/575 wel is opgevolgd mogen worden.
Dan is een coachbuild laten racen niet zo duur meer, omdat ie onderhuis eigenlijk 100% hetzelfde is.
@ Pieter: Ja, erg jammer, vind je niet?
…..Het zou behoorlijk veel geld kosten (totaal onrendabel) om te ontwikkelen…..
even een verbetering
@ Sjon: Prodrive werkt al aan de 599 GTB, maar een zeldzame coachbuilt versie zal niet gebruikt mogen worden wegens de strenge eisen mbt bodymodificaties.
Het zou volgens mij erg gaaf zijn als een coachbuilt racer mee zou kunnen liften op de homologatie van het model waarop deze gebaseerd is.
Qua techniek ligt deze dan dichter bij de straatauto’s dan de GT1’s, alleen de body is afwijkender.
Precies zoals de Breadvan mee kon liften op de homologatie van de 250 GT SWB. (terwijl de 250 GTO op oneigenlijke grond ook meeliftte op diezelfde homologatie)
@ Michiel: zeker jammer, want ik zie ze graag racen. De 24 Uur van Spa-Francorchamps waren dan ook smullen met een heel contingent Maserati’s. Het schijnt dat Maserati hun vizier nu richt op het ALMS. Ook goed, dan ga ik wel naar Sebring en volg de rest op Motors TV.
Dit is ook wel aardig: een Astra racer met een 300pk 350Z V6 midscheeps.
Jammer dat zo’n auto niet voor de straat beschikbaar is. Alleen Renault heeft met de Clio een vergelijkbare aanbieding. Over schoonheid valt te twisten trouwens.
Ford heeft van de GT een GTX versie.
De vierkante Tona is schitterend, maar wat een boel geld . . .
De Maserati in het ALMS is een privateer entry, geen fabrieksteam. Met RISI Competizione heeft men het geprobeerd, maar ze konden geen vuist maken tegen de Corvettes.
@ Pieter: Waarom zou het in het ALMS wel kunnen en op LeMans niet? LeMans, ALMS en LMS rijden volgens dezelfde reglementen (ALMS op details anders, maar grote lijnen van het ACO reglement). Ik zie niet in waarom dat in LeMans niet zou kunnen.
@ Michiel: Prodrive werkt aan een 599? Waar heb je die info vandaan?
@ Bramzel: de spreekwoordelijke wandelgangen. ;)
Zo is de Tona van Michelotti beter te zien:
Nog niet zolang geleden stond deze schoonheid op classicdriver.com
En de originele Ford GTX:
@ Dink: je Daytona-plaatje komt helaas niet door…
Hier een andere:
De auto reed op Le Mans in een wit-oranje kleurstelling.
En een stukje toelichting van http://www.thecarexperience.com/Article/124/article.htm
“1972 Ferrari 365GTB/4 ‘Daytona’ Competizione Spyder, the ex-NART (North American Racing Team) and Geneva Motor Show car, estimated at 1.200.000 – 1.400.000 EURO that’s likely to take centre-stage at the sale. ‘Daytona’ prices have been going through the roof recently and this car, with its Michelotti styling, is one of the rarest, wearing bodywork that’s lines improve with time and carrying an original Gp IV 458 HP series 3 engine. The story behind the car was that NART commissioned the re-bodying of a 1972 ‘street’ car for entry at the 1975 24 Hours race, the project financed by a Los Angeles customer, Dan Ward, who would then take delivery of the unique GT afterwards. In the end the car only practised, it being part of the three-car entry from NART that was withdrawn just 88 minutes before the start of the race, a protest over the organisers’ treatment of its heavily modified 308 GT4’C’.
The car would now appear to be in ‘fast road’ condition with a trimmed interior but carrying all the hallmarks of its racing career including the powerful tuned motor, racing fuel cell and side exhausts. A genuine one-off Ferrari and a ‘Daytona’ to boot, it has an awful lot going for it – let’s see what happens on the day.”
@ Michiel: het geruchtencircuit dus ;) D’r zijn namelijk ook geruchten dat Michelotto er mee aan de slag zou gaan. Voorlopig heb ik echter nog geen concrete aanwijzingen gezien dat hij er echt gaat komen. ’t Is vrij stil op GT1 ontwikkelingsgebied momenteel, alleen die Koenigsegg komt er misschien nog aan.
@Bramzel: je hebt gelijk, dat is een private entry. Ik geloof dat de MC12 te breed is volgens de reglementen van de ACO. Waarom ze dan toch in het ALMS mee mogen doen zal te maken hebben met het feit dat GT1 daar armoede troef is.
IS niet de firma Hansen uit Nederland niet bezig met een GT racer? Daarmee willen ze dit jaar de 24h van zolder gaan race. In eerste bedoeling is die alleen bedoeld voor race maar hij verschijnt ook op de weg.
http://www.hansensportscars.com/sportscars.html
Klopt, maar vanwege de kleinschaligheid van het Hansen project zal deze auto nooit op Le Mans mogen rijden… helaas…
de maseratie mc12 was gewoon te breed en daarom lieten ze een kleinere spoiler opzetten.
@ Pieter; ja, de MC12 is te breed én te lang. Misplaatste arrogantie van Maserati, die dacht dat men wel zou schikken bij de ACO. Niet dus, FIAGT ging door de knieen maar ACO hield zijn poot stijf en wou de wagen alleen toelaten als hij smaller en korter werd. Waar Maserati niet aan wou, waardoor hij dus niet mee kan doen. IMSA heeft in het ALMS een uitzondering gemaakt voor de MC12, waardoor nog even spanningen ontstonden met de ACO. Dit is allemaal echter goedgekomen.
@ Michiel: Als hij voldoet aan de GT2 eisen mag hij best op LeMans rijden, maar dan wel met de eerdergenoemde beperkingen. En je moet uitgenodigd worden door de Fransozen natuurlijk ;)
Alleen droomverhalen schrijven of vertellen levert geen businesscase op. En racen op niveau van GT1 of hoger is naast een portie fun en heel veel image ook keiharde business.
Lees de homologatie documenten van de FIA maar eens door en als je weet hoe de FIA is……………. Ik vermoed er echter wel potentieel voor het type raceauto wat als ” GTX ”
wordt geschetst. Mss. niet op FIA GT niveau, maar nationaal. UK of Frankrijk ?
Wie zegt dat ik hier bezig ben met een businesscase?
Nationaal kan je al met GTX-achtige auto’s rijden, zoals ik in de column al noemde.
Zie Dutch Supercar Challenge, Spaanse GT’s, British GT, enz, enz.
beste Michiel, geloof me: Serieus racen met serieuze auto s is gewoon business. Ken die wereld al wat langer dan vandaag.
Kijk bijv. alleen maar eens naar wat Prodrive verlangt voor hun Astons………………
Maar mss. begrijp ik de intentie van de column hier verkeerd ?
Racen is inderdaad big business. Erover schrijven niet.
Dit is gewoon bedoeld als leuk, informatief, onderhoudend, enz… wat je er zelf van wil vinden…
Hallo allemaal
ik ben naar francorschamps geweest om naar de LM en GT1/2 series te kijken.van de geluiden van deze wagens krijg ik het al koud.
dit is gewoon hoge school racen en doet niet onder voor F1.
zo wie zo dag van m,n leven gehad
De TVR Sagaris met brute Chevy V8 . . . Er rijden er 2 in de Dutch Supercar Challenge.
Eigenlijk ziet Michiel het gewoon goed, buiten het feit hoe de regeltjes zijn en zo zijn de kleine gepassioneerde teams altijd smaakmaker geweest, dit in tegenstelling tot de F1, waar het ‘spek en bonen’ goevoel zich van me meester maakt.
Hoe, Wie, Wat en Waar doen er niet toe voor deze column, het is een stuk dat een lans breekt voor kleinere teams en het endurancen (Nieuw Woord!) terug kan brengen op de buis en in de publiciteit – waar het hoort !
CanAm anyone?
@ ruben baeten, ik dacht precies hetzelfde! =)
goh, deze column had ik gemist. Mooi idee, mooie droom. Van mij zouden ze het mogen doen, het zou er een stuk interessanter van worden!
@Dink
’t Ziet er inderdaad wel goed uit, die Astra.