Lancia zelf won nooit een race, maar toen Ferrari de toko overnam werden ze opeens wereldkampioen.
Je zou het tegenwoordig niet zeggen, maar Lancia was vroeger een van de innovatiefste automerken. Niet alleen waren ze de allereerste met een zelfdragende carrosserie -misschien wel de belangrijkste vooroorlogse innovatie op de uitvinding van de auto na- ook ontwikkelden ze in die tijd een complex, maar waanzinnig goed werkende onafhankelijke wielophanging.
Ook na de Tweede Wereldoorlog bouwde het toen nog onafhankelijk Lancia technologisch hoogstaande auto’s. Misschien wel het hoogtepunt was de D50, waarmee ze in 1954 deelnamen aan het F1-kampioenschap. Ze waren een beetje aan de late kant, want pas de allerlaatste race van het toch al korte seizoen was de D50 gereed. Wel wisten ze een van de beste coureurs van die tijd te strikken, Alberto Ascari was helemaal klaar met zijn onbetrouwbare Ferrari en ging op het aanbod van Gianni Lancia in. Ascari was misschien wel de enige die nog wat weerstand kon bieden aan de oppermachtige Maserati-coureur Fangio. Dat bleek wel toen hij zich die eerste race direct als beste kwalificeerde. Helaas viel hij in de tiende ronde van de race in leidende positie uit met een kapotte koppeling.
De D50 was overduidelijk zeer rap en dat was de verdienste van Vittorio Jano. Hij ontwierp de innovatiefste Formule 1-auto tot dan toe. Zo ligt de door hem zelf ontworpen 2.5-liter V8 schuin in het chassis, zodat de aandrijfas langs de coureur kon lopen, in plaats van onderlangs. Hierdoor was de D50 lager dan de concurrentie en lag ook het zwaartepunt gunstiger. Daarnaast was de V8 ook een dragend onderdeel van het chassis, waardoor de auto stijver en lichter was. Het meest kenmerkende waren echter de twee benzinetanks tussen de wielen. Deze verbeterden volgens Jano niet alleen de aerodynamica, maar zorgden door de plaatsing ook voor een min of meer constante gewichtsverdeling, ongeacht de hoeveelheid benzine in de tanks.
Het idee was briljant, maar helaas kwam het ware potentieel van de wagen ook in 1955 nog niet naar boven. De eerste race in Argentinië viel Ascari uit met technische problemen, een race later belande hij met zijn bolide in de baai van Monaco. Ascari ontsnapt zonder enige verwondingen, maar vier dagen later slaat het noodlot alsnog toe. Ascari komt even buurten bij collega Castelotti, die een Ferrari 750 Monza aan het testen is op het gelijknamige circuit. Eigenlijk zou hij alleen kijken, maar hij kan de verleiding niet weerstaan om ook een paar rondjes te rijden in Ferrari’s nieuwe vierpits racewagen. In zomerse kledij en met een van Castelotti geleende helm stapt hij in. In de derde ronde verliest hij in een snelle bocht de macht over het stuur -volgens sommigen door een in zijn gezicht wapperende stropdas- en slaat hij twee keer over de kop. Binnen enkele minuten overlijdt Ascari aan zijn verwondingen. Die bocht heet nog altijd Variante Ascari, als eerbetoon aan de tweevoudig wereldkampioen.
Het verlies van hun coureur, tegenvallende resultaten op de baan en bovenal financiële problemen doen Gianni Lancia besluiten zijn aandelen in het bedrijf te verkopen. De familie Presenti wordt de nieuwe eigenaar, terwijl de race-afdeling -inclusief ontwerper Jano- wordt overgenomen door Ferrari. Zij ontwikkelen de D50 door als Ferrari-Lancia D50 en in seizoen 1956 als Ferrari DS50. Conservatief als Enzo Ferrari is, verhuist de benzinetank meteen weer naar de achterzijde van de auto en wordt de semi-onafhankelijke achterwielophanging vervangen door een conventionelere setup.
Toch gaat het Ferrari goed af met de DS50 en dat komt mede doordat het vorige seizoen ongeslagen Mercedes na het drama op Le Mans (1955) besluit te stoppen met autosport. Fangio komt voor Enzo werken, Moss gaat naar rivaal Maserati. Daar wint hij twee van de zeven wedstrijden, Ferrari-coureurs Fangio en Collins verdelen de overige vijf. Uiteindelijk is het Fangio die nipt wereldkampioen wordt voor zijn teamgenoot. Zo wint ook Jano toch nog dat zeer verdiende wereldkampioenschap.
Bij Ferrari ontwikkelt hij onder andere de V6 die de basis vormt voor de Dino-serie en ook de achtcilinders die toentertijd in de racerij worden gebruikt zijn van zijn hand. Net als Enzo Ferrari verliest ook Jano zijn zoon. Hij wordt ziek van verdriet en pleegt nog datzelfde jaar, in 1965 zelfmoord.
porker zegt
Mooi verhaal, met drama en al. Gaat zo door! Briljante vondsten met schuine motor voor beter zwaartepunt. Visionairen in die tijd zonder computers en simulatoren.
Dizono zegt
@porker: helemaal nieuw is het niet, zo had Alfa-Romeo voor de oorlag al een eenzitter met twee aandrijfassen -eentje voor elk achterwiel- die aan beide kanten langs de coureur liepen. Niet geheel toevallig is ook deze P3 door Jano ontworpen…
http://kingofwallpapers.com/alfa-romeo-tipo-b-p3/alfa-romeo-tipo-b-p3-007.jpg
viezefreddyw zegt
Mooi stukje tekst over een auto die mij totaal onbekend is. Mooi ding, de innovatie ervan is schitterend. Typisch Lancia ook. Tegenwoordig ondergewaardeerd door jonge autoliefhebbers. Onbekend bij velen en de grootste reden ervan is het laten doodbloeden door FCA. Mega zonde.
Dutchdriftking zegt
Buiten inovatief ook heel mooi!
MaartenD zegt
Prachtige auto…heb er nog een aantal schaalmodellen van schaal 1/43 van Brumm
rufctr01 zegt
Zo zonde dat Lancia nog maar een schim is van het vroegere merk.
zion88 zegt
Waar is die Like knop voor dit artikel? Nee dat is nonsens, top artikel weer hoor.
desjonnies zegt
Eigenlijk was die Ferrari een grote charlaran en manipulator.
Weliswaar excelleerde hij erin…..en jatte hij ideeën als ieder ander.
Zo’ n uitspraak als ‘ toen ik Alfa Romeo verliet gaf dat het gevoel alsof ik mijn eigen moeder had vermoord’ da’s natuurlijk schitterend dramatisch Italiaans.
Uiteraard was de man veel meer, hij heeft tijdens zijn leven zijn eigen mythe gecreëerd, wie kan dat nog meer, Madonna?? misschien. En hij reed privé Peugeot. En een Mini Cooper.
tt8n zegt
Loopt de uitlaat nou dwars door de benzinetank?!
boomhauwer zegt
@tt8n: lees de tekst eens ipv alleen naar de plaatjes te kijken…
tt8n zegt
@boomhauwer: excuses! het was ook al tijd om naar bed te gaan…
Nemus zegt
@tt8n: bij de Lancia niet, daar loopt die tussen benzinetank en chassis door.
Bij het Ferrarimodel zit er geen benzine meer in de sidepods en loopt daar dan de uitlaat.
camber24 zegt
Meer van dit aub
mnmg zegt
Hi Dizono, dank voor dit artikel, leuk! Even een kleine correctie op je gelinkte artikel over de zelfdragende carrosserie; de middentunnel is in een Lambda juist zeer beperkt, de stijfheid komt echt uit het totale ontwerp. Als je een keer wilt rijden, let me know!
siebren zegt
@mnmg: Opgeven voor de ‘Mijn auto’ rubriek zou ik zeggen!
mnmg zegt
@siebren: eerst de mille miglia rijden…:-)
hhitalia zegt
Geweldig artikel weer! ??
LaLancia zegt
Vincenzo Lancia had helemaal niets met de racerij, in tegenstelling tot zijn zoon. Het heeft het bedrijf toentertijd vooral veel geld gekost.
Overigens heet de overnemende familie niet Presenti, maar Pesenti.