En het is ook nog eens een sedan: de ideale manier om je Le Mans-succes te vieren als Cadillac zijnde.
We merken iets opvallends als het gaat om de 24 uur van Le Mans, die -voor als je het nog niet wist- momenteel gaande is. Namelijk dat de race al zo lang bezig is en voor zo veel merken prestigieus is, dat je bijna vergeet dat vrijwel iedereen met een Le Mans-special edition op de markt kan komen.
Cadillac op Le Mans
Zo kan het zijn dat de jonge garde denkt dat Cadillac met hun V-Series.R een nieuw avontuur aan gaat op Le Mans. Maar, om de eerste alinea te bevestigen: ook Cadillac heeft een reden om hun huidige succes in de FIA WEC te eren met twee speciale edities. Dit zijn de Cadillac CT5 V Blackwing ‘Le Monstre’ en de CT4 V Blackwing ‘Petit Pataud’.
Petit Pataud
Die namen klinken wat willekeurig en totaal niet Amerikaans, al is de moerstaal ervan niet bepaald lastig te achterhalen als je weet waar Le Mans ligt. Het zijn uiteraard hoedtikken naar het verleden. Petit Pataud was een Cadillac Series 61 uit 1950 die het merk meenam naar Le Mans. Met een 5.4 liter grote V8 die een heuse 160 pk op de weg zette. Het was op papier geen pottenbreker, maar de Petit Pataud wist toch een tiende plek te halen in 1950.
De speciale Cadillac CT4 V Blackwing die is vernoemd naar Petit Pataud krijgt een subtiel aangepast exterieur met blauwe accenten. Dat blauwe thema gaat verder in het interieur, waar de kleurstelling half zwart half knalblauw is. Met als geinig detail voor deze editie dat het racenummer van de 1950-racer in de stoel gestikt is.
Le Monstre
Cadillac nam in 1950 twee auto’s mee naar Le Mans, waarvan één ietwat gemodificeerde straatauto en de ander een compleet op maat gemaakte raceauto was. Des tijds mocht vrijwel alles, zo lang de technische basis maar een standaard straatauto was. Zo zag Le Monstre er bijzonder uit, maar onder de bijzondere koets en spaceframe ging een Series 61-chassis met dezelfde 5.4 liter V8 met 160 pk schuil. Het verhaal gaat dat deze auto een enorm traject moest doorlopen omdat de officials van de race niet geloofden dat dit echt een standaard chassis was. Overigens was de koets een experiment en eentje dat faalde: Le Monstre finishte op plek 11, één plek áchter Petit Pataud.
In ieder geval was Le Monstre bedoeld als de heftigere van de twee raceauto’s en dus kiest Cadillac om die naam te geven aan een soortgelijke special edition van de CT5 V Blackwing. Met dezelfde blauwe details en blauw interieur, maar dan uiteraard met de heerlijk dikke 6.2 V8 met 668 pk en handbak voorin. Overigens mag je ook zelf schakelen in de CT4, maar dan krijg je een 3.6 liter V6. Wel is de CT4 zeldzamer: daar worden er 50 van gemaakt als referentie naar 1950. Van de CT5 komen 101 stuks omdat dit jaar de 101ste editie van de race is.
Dus ja, ook Cadillac heeft een Le Mans-verleden. Al stevent het merk dit jaar af op een beter resultaat dan in 1950, want de V-Series.R staat derde op moment van schrijven.
Rob zegt
Toch nog wat aandacht voor de 24 uren van Le Mans op Autoblog. Ik was er even bang voor dat het helemaal ongemerkt voorbij zou gaan. Ik zou niet zeggen dat ik elke minuut volg, laat staan dat ik ingelezen ben in de teams, maar het blijft spectaculair om te zien. En nu zegt men dat de charme er wel een beetje af is in de hoogste klasse, maar die Ferrari’s, Porsches en Cadillacs zijn waanzinnige machines om te zien.
Het wordt tijd dat Max Verstappen eens mee gaat doen. Dan komt er tenminste wat aandacht voor deze race op Autoblog….
petert zegt
Waarom is er zo weinig nieuws omtrent de 24 uur van Le Mans? Mogen jullie dat niet plaatsen?
Richmond zegt
Er zal weinig interesse zijn, F1 wordt ook steeds minder
petert zegt
Dat is best knap, waar kaartjes eerst nog een maand van te voren te koop waren, waren die nu in één dag weg. Daarnaast doen in de hypercar categorie meer fabrikanten mee dan in zeer lange tijd.
dawwg zegt
@RIchmond Heb je daar enige onderbouwing voor; want mij klinkt het als kolder in de oren ?
Eduardo Cuvelier zegt
1950 Petit Pataud Cadillac Series 61 Holy Heritage – Score :
– Randy Newman : ‘Doc Racing’
– https://www.youtube.com/watch?v=7pgjXZuIEWY
pivavar zegt
BMW telt niet mee, dus dan ook geen aandacht voor de 24-uurs. Zegt een BMW-rijder. Maar gelukkig nog een artikel over een M3 met 4wiel aandrijving. Een dag geen BMW is een dag niet geklikt. Maar goed, na 20 uur racen nog 14 auto’s in dezelfde ronde, het lijkt wel een Moto3-race.
panam1 zegt
Kan iemand mij uitleggen waarom ze vroeger uit een V8 met 5 liter 160pk wisten te halen – en nu 750 pk (zonder turbo’s) . Het concept is toch identiek – benzine is zelfs veel lager in octaan in de huidige tijd. Mss iemand met wat technische kennis die dit kan uitleggen.
Merci
racerx zegt
Ik ben geen techicus, maar een aantal redenen zullen vast zijn:
– 4 kleppen per cilinder
– bovenliggende nokkenassen
– intrede van geavanceerde motor electronica incl klopsensoren waardoor de compressie omhoog kan.
– meerdere inspuitmomenten per arbeidsslag dmv moderne injectie. Dit meermaals per seconde gereguleerd.
– betere en gladdere interne coatings
– bredere intrede van drukvulling
– geoptimaliseerde inlaattrajecten
kniesoor zegt
Daarbij kunnen motoren, mede dankzij veel betere smeermiddellen, aanzienlijk hogere toerentallen draaien. En vermogen is in belangrijke mate een functie van toerental. Kijk maar naar straatoto’s met een atmosferische motor met een specifiek vermogen van meer dan 100 peekaa per liter (Honda S2000, Porsche GT3 (RS), BMW E46 M3), stuk voor stuk blokken, die 8-9000 rpm kunnen draaien. Van de Honda weet ik ‘t niet uit mn hoofd, maar het maximum vermogen van de Porsche ligt bij 8250 toeren, van de M3 bij 7900.
HZW zegt
Gewoon ten gevolge van doorontwikkeling, van de techniek.
Zo’n oude V8 motor had waarschijnlijk 2 kleppen per cilinder met klepstoters, en een carburateur.
Motor van toen is in de verste verte niet te vergelijken met een motor van nu, afgezien dat het een 5 liter V8 is.
B.T.W. deze Cadillac mag zo voor de deur gezet worden.