In deel 2 van de MINI-update laat Martijn een langgekoesterde wens in vervulling gaan!
In de vorige update gaf ik het al aan, de AST 5300 schroefset kent erg veel instelmogelijkheden, en dat betekent dat je niet alleen veel in kúnt stellen, maar dat je ook veel in móét stellen. Het beste is om telkens een stuk te rijden, één ding aan te passen, weer een stuk rijden, etc. Nou vind ik dat leuk om te doen, maar bij een hobbyauto waar je niet zo vaak in rijdt moet je dat wel allemaal onthouden. Dus hou ik nu netjes een logboekje bij in mijn telefoon, waar ik alle instellingen noteer, samen met mijn bevindingen, en iedere keer als ik iets aanpas draai ik de instelling eerst netjes terug naar de nulstand om dan weer opnieuw de ‘clicks’ te tellen. Mijn vriendin noemt me een nerd, en daar kan ik haar eigenlijk geen ongelijk in geven. Van AST krijg je bij je onderstel trouwens een klein notitieboekje om dit soort dingen bij te houden, dus zo gek ben ik niet!
Om het af te maken ging de auto nog een stukje omlaag (kleine moeite met een schroefset), liet ik een paar roll-center-adjusters monteren en werd de auto nog een keer opnieuw uitgelijnd naar mijn wensen. Eigenlijk zou dat laatste inmiddels nog weer een keer moeten, maar ik ben bang dat ik dan samen met collega @willeme naar een onderstel-nerd-praatgroep moet.
Brandblusser
Omdat ik behalve ouder, ook verstandiger word (heel saai), kwam het besef dat het misschien niet onverstandig is om een brandblusser mee te nemen in je oudere hobbyauto. Nou is er op dat gebied echt enorm veel te kiezen, met allemaal hun eigen voor- en nadelen. Voor nu koos ik voor een brandblusser-pen van Fire Suppression Systems, die vooral een aantal van de voordelen lijkt te combineren. Lang nagedacht over de montage, maar hij zit nu met klittenband aan de rolbeugel, op een plek waar ik zowel vanachter het stuur als vanuit de kofferbak bij zou kunnen komen. Maar graag hoor ik ook van jullie, lieve lezers, wat er aan te bevelen is op brandblusser-gebied.
Rijden rijden rijden
Op het wensenlijstje stond voor de MINI een hele logische: meer ermee rijden! Eigenlijk is bijna iedere langere rit ermee wel memorabel, dus besloot ik er vaker met mijn vriendin op uit te trekken. Toeren over de Veluwe, op zondagochtend over de Lekdijk (met zelfs opgestoken duimpjes van wielrenners, komt vast door de spotlights), een bezoekje aan het pittoreske Gorinchem en een dagje naar Texel. Nou is Texel niet direct een stuurmanswalhalla, al zijn er in het Noordoosten wel een paar leuke landweggetjes, maar door de overtocht met de veerboot voelt zelfs een dagtripje alsof je op vakantie gaat. Ook gewoon zomaar eropuit gaan, even naar Zandvoort, of gewoon genieten van een zomeravond, heerlijk!
Carterventilatieterugslagklep
Tijdens een meervoudige acceleratieproef bij wat Mexicaanse verkeerslichten, samen met een oudere man in een roze Porsche, rook ik bij hoge toeren wat olielucht. Dat was me al eens eerder opgevallen, maar ach, het is een twintig jaar oude auto. Voordeel van de populariteit van auto’s zoals de MINI, is dat er op internet oneindig informatie over te vinden is. Vroeger voornamelijk op fora, tegenwoordig is dat grotendeels verschoven naar Instagram en Facebook-groepen. Op één van die laatste las ik toevallig dat iemand zijn PCV-klep had vervangen. Dit is een terugslagklep die de positieve carterventilatie regelt, maar door ouderdom en vervuiling slechter kan gaan werken. Gevolg is dan dat de overdruk op een andere manier zijn weg naar buiten zoekt.
Even met een zaklampje onder de kap gedoken, en inderdaad, aan de achterkant van het blok zag ik bij de kleppendekselpakking wat zweetsporen. Nieuwe PCV-klep besteld, die draai je er bij deze MINI gelukkig zo in, de zweetsporen schoongemaakt (om nieuwe te kunnen ontdekken), en het euvel lijkt verholpen te zijn. De kleppendekselpakking mag alsnog wel een keer vervangen worden, maar zo is er bij oudere auto’s altijd wel wat te doen.
Wielmoeren
Uit de categorie altijd wat te doen: de wielmoeren begonnen er wat roestig uit te zien. Ik ben geen fan van aluminium voor wielmoeren, dus ze zijn van staal. Na jarenlang gebruik slijt de coating eraf, waarna ze uiteraard gaan roesten. Niet direct ernstig, maar op een gegeven moment gaat het wel wat armoedig staan. Nou had ik ze al eens vervangen door dezelfde exemplaren, dat kon ik nu weer doen… of meteen voor titanium exemplaren gaan, die níet roesten. Overkill? Ja, maar dat is mijn favoriete soort kill.
Meer aangedreven wielen
Een langgekoesterde wens van mij was een permanentere verbinding tussen de voorwielen in de vorm van een sperdifferentieel. Ik had ooit een Renault Mégane RS met zo’n wondermiddel, en dat is toch wel erg leuk. Nou is daar voor MINI van alles voor te krijgen, en sommige MINI’s hadden dit zelfs af-fabriek, maar als totaalproject lag het voor mij iets gecompliceerder. Om bij een voorwielaandrijver een sperdifferentieel te monteren, moet over het algemeen de hele versnellingsbak uit elkaar. En als je dat toch gaat doen, monteer je ook meteen een nieuwe koppeling natuurlijk. Maar dan kun je ook wel meteen een lichter vliegwiel monteren. Oftewel, een prima kandidaat voor een flinke dosis ‘project creep’.
Maar het moest er toch maar eens van gaan komen, dus met Roel van 1202 Automotive een plan gesmeed. De versnellingsbak in mijn MINI is er eentje van vóór de facelift in 2004 (code BKD), die iets langere overbrengingsverhoudingen heeft dan de exemplaren van na die tijd (code BKE). Het verschil is niet lineair, met name in de lagere versnellingen is het verschil wat groter. De versnellingen zijn vrij lang, mijn MINI deed 116 km/u in z’n 2, wat bij een auto die nogal wat toeren nodig heeft om zijn vermogen af te geven wat afbreuk doet aan de beleving. Nou is dat met een facelift-versnellingsbak nog altijd 107 km/u, maar dat scheelt toch zo’n 8%.
Aan onderdelen geen gebrek bij 1202 Automotive, zo ook een facelift-versnellingsbak. Dit was zelfs een exemplaar met code BKL, die af-fabriek reeds met een sperdifferentieel kwam. Geen hele heftige sperwerking, dus laten we die meteen maar vervangen als alles toch open moet (‘project creep’, weet u nog?). Voor achterwielaangedreven auto’s ben ik meer fan van sperdifferentiëlen met koppelingsplaten, maar voor een voorwielaandrijver voldoet een exemplaar met wormwielen erg goed. Ik had mijn vizier gericht op een exemplaar van Quaife, maar in de MINI-wereld is ook Blackline erg populair. Lijkt er sprekend op, tot het punt dat onderdelen uitwisselbaar zijn, maar kost zo’n 30% minder.
Vliegwiel
Het vliegwiel bij een moderne auto is altijd een compromis tussen comfort en sportiviteit. Enerzijds dient het ervoor om trillingen op te vangen van zowel de motor als minder kundige bestuurders, anderzijds zorgt extra gewicht ervoor dat de motor minder makkelijk toeren maakt. Soms is dit gewenst, om te voorkomen dat de motor afslaat als je wegrijdt of als je af wilt remmen op de motor zonder bijgeluiden, soms is het ongewenst als je een fellere reactie wenst bij het geven van tussengas of voor snel acceleren in de lagere versnellingen.
Ik koos voor een enkelmassa aluminium vliegwiel van TTV, dat 5,3 kg weegt, tegenover de 12,3 kg van het originele vliegwiel. De koppeling werd vervangen door een origineel exemplaar van LUK, deze kan prima tegen extra vermogen van getunede MINI’s zolang je bij de originele supercharger blijft. Door de lineaire vermogensopbouw is er slechts beperkt koppel beschikbaar in het lagere toerengebied, pas bij een turbo-ombouw zie je dat er een agressievere koppeling nodig is om het vermogen aan te kunnen.
Ombouw
En zo ging mijn MINI in de zomer weer uit logeren bij 1202 Automotive voor de ombouw, waarbij ook meteen alle lagers en dichtingen vervangen werden waar je nu goed bij kon. Ook vond er meteen een stevigere motorsteun van Vibratechnics zijn weg onder de motorkap, om de door Powerflex verstevigde exemplaren bij de versnellingsbak en aan de onderkant te vergezellen.
Na een paar weken haalde ik de auto weer op, en kon het grote genieten gaan beginnen… althans… na wat geduld. De meningen lijken er nogal verdeeld over te zijn, maar ik begon met het gedurende 1.000 km rustig inrijden van de nieuwe koppeling. Ook het sperdifferentieel moest volgens Blackline na 1.000 km voorzien worden van verse bakolie, dus dat kwam niet slecht uit.
Snelwegkilometers tellen niet, want er moet wel een beetje geschakeld en gestuurd worden, dus reed ik volledig binnendoor naar mijn lieve schoonouders in het hoge Noorden. Rustig opbouwen, maar de verschillen waren meteen al goed te voelen. Door de kortere versnellingen voelt de auto een stuk levendiger, een gevoel dat nog eens versterkt wordt door het lichte vliegwiel. Wegrijden valt me enorm mee, ik liet de auto slechts twee keer afslaan, en beide keren was tijdens achteruit rijden bij het inparkeren.
Ik had verwacht dat het effect van het sperdifferentieel met name in de lagere versnellingen te voelen zou zijn, door de lineaire vermogensopbouw en daarmee ook het niet al te overdadige koppel bij lagere toeren. Maar ook bij snellere bochten in de derde en vierde versnelling voel je nog erg goed het gier-effect van koppel dat naar het buitenste voorwiel gedirigeerd wordt.
Brullen met die spullen
Na de eerste duizend kilometer de standaard versnellingsbakolie vervangen door Redline MTL, wat volgens ‘het internet’ de beste zou moeten zijn voor een MINI. En eerlijk is eerlijk, hiermee schakelt de auto meteen een stuk soepeler! Hierna kon het gas er echt lekker op, en ik moet zeggen dat de upgrades de auto enorm goed gedaan hebben. Voelt echt een stuk pittiger, zoals ik hoopte met meer actie op lagere snelheden, trekt nu mooi twee strepen vanuit stilstand en maakt het rijden ermee na al die jaren weer een nieuwe uitdaging.
Waar ik altijd gewend was om te wachten tot het einde van de bocht voordat je weer op het gas kan gaan, kun je nu veel eerder op het gas gaan en daarmee óók de lijn van de auto beïnvloeden. Dat kunstje kende ik al uit mijn eerder genoemde Mégane RS, maar om het te voelen in de MINI die ik al zolang heb is toch wel weer een erg leuk spelletje. Slechts twee keer een situatie gehad waar het nadeel van een sperdifferentieel met wormwielen merkbaar is ten opzichte van een exemplaar met koppelingsplaten. De tandwielen versterken het koppel van het wiel met minder grip naar het andere wiel, maar dat werkt niet als de grip nul is. Als je de binnenkant van een rotonde als kerbstone gebruikt merk je heel even verlies van aandrijving als het wiel loskomt van de grond. En datzelfde effect had ik ook één keer toen ik stapvoets haaks uit een uitrit met een hoge drempel reed.
Het lichtere vliegwiel valt me voor een hobbyauto enorm mee, na de koude start loopt de auto wat onrustig in combinatie met de fellere nokkenas, maar dat is ook een soort voorpret. Bijgeluiden hoor ik alleen in z’n vrij met de koppeling omhoog, en als je hoog in de toeren afremt op de motor, terwijl je de ramen omlaag hebt. De motorsteun bleek de perfecte keuze te zijn, nog een wat strakker gevoel bij schakelen en lastwisselingen, maar geen extra trillingen in het interieur.
Nazomer?
Mijn plan was om de ombouw in de zomer te doen, zodat ik lekker nog de hele nazomer had om rond te rijden. Helaas viel dat plan in het water, letterlijk, want wat viel er een hoop regen! Gelukkig hadden we nog wel een paar mooie dagen, zoals die waarop de Collecting Cars Coffeerun plaatsvond.
In oktober wist ik het schijtweer te ontvluchten door met mijn vriendin een roadtrip naar Frankrijk en Italië te maken in haar MINI JCW Cabrio (jaja, het is besmettelijk, ik zal hier nog een verslag van maken). Nadeel van zo’n roadtrip over mooie bergwegen is wel dat daarna het rijden in Nederland een beetje gewoontjes aanvoelt. Een paar van onze autovrienden stelden voor om een roadtripje te maken, maar daarover was ik dan ook slechts mediumenthousiast.
Roadtrip(je)
In het verleden ging we met dezelfde groep onder andere naar de Alpen en naar Kroatië, maar zoals wel vaker blijkt het naarmate de jaren verstrijken steeds lastiger om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen, zeker voor een volledige week van huis. Het plan was nu dan ook om slechts twee dagen weg te gaan naar het Duitse Saarland, wat voor veel mensen een stuk makkelijker in te plannen is.
Dus ik besloot om wat minder een zuurpruim te zijn en ook mee te gaan met mijn vriendin. Alleen leek het mij ter verhoging van de feestvreugde wel leuk om met mijn MINI te gaan, want meer leuke ritten daarmee is nog steeds mijn streven. Gelukkig is mijn lieve vriendin enthousiaster dan ik, dus die was meteen vóór, mits ik een paar aanpassingen zou doen.
De passagiersstoel zou iets achterover gekanteld mogen worden, de uitlaat kan wel ietsje minder dreunen op de snelweg en zelf leken mij ook banden die wat beter tegen natte Duitse wegen in november kunnen me een goed idee. De stoel was snel aangepast, de sidemounts bleken omgedraaid te kunnen worden, waar de stoel ietsjes schuiner staat, net zoals aan de bestuurderskant.
De uitlaat is nogal afwijkend van standaard, want deze bestaat uit het volgende: een uitlaatspruitstuk van OBX (kopie van een Supersprint volgens mij), gevolgd door de originele katalysator, het tussenstuk van de originele Cooper-uitlaat en de einddemper van een MINI R56 Cooper S. Niet asociaal luid, maar inderdaad met een lekker zeurende dreun rond de 2500-3000 toeren, waar je op de snelweg nogal eens rijdt, zeker nu je in Nederland nog maar 100 mag overdag. Dus voor de zoveelste keer Roel van 1202 Automotive lastiggevallen, die voorstelde om een middendemper te monteren. Hij had nog een exemplaar liggen van een R53 JCW uitlaat, die er zo tussen gelast kon worden.
Qua banden moest er ook iets gebeuren, want hoewel de Toyo Proxes R888R erg vermakelijk zijn bij zomers weer, waren de voorspellingen nu zo’n 5 graden, regenbuien en misschien zelfs wat natte sneeuw. Nou hoefden er niet meteen allseasons onder, bij winters weer blijft de auto binnen, maar ik zocht toch wel drieseizoensbanden in plaats van éénseizoensbanden.
Ik wilde wel graag bij 16 inch blijven, wat het aanbod in sportieve banden erg beperkt. Je komt dan al snel bij ‘gewone’ banden, met opvallend vaak iets als “Green” of “Eco” in de naamgeving, net niet wat ik zocht. De keuzes waren eigenlijk alleen Uniroyal RainSport 5, die volgens de reviews op internet nogal zachte wangen hebben, óf Vredestein Ultrac, die in de nieuwste versie eigenlijk wel goed uit de bandentests komen. Volgens ANWB laten ze helaas wat steken vallen op het gebied van verbruik, maar blinken ze uit op nat wegdek, oftewel: perfect voor mijn MINI
Op naar Duitsland
Het verzamelpunt voor onze weekendtrip naar Duitsland was Enschede, en op de weg daarheen viel meteen op dat er nu een oase van rust in de auto te vinden is. De uitlaat klinkt nog steeds lekker sportief, maar zonder de vermoeiende dreun, en ook de banden zijn enorm veel stiller. Ik was even vergeten hoeveel afrolgeluid die semislicks maakten! De Vredestein-banden sturen iets minder direct, maar dat vertaalt zich in wat meer comfort, en dankzij het fantastische AST-onderstel voel je precies wat er gebeurt.
Met vijf auto’s togen we vanaf Enschede binnendoor richting Paderborn, een bont gezelschap met een Skoda Fabia RS, Porsche 996, Subaru Forester XT, Porsche Macan turbo en mijn MINI. Al snel kwamen we in Duitsland op leuke stuurmanswegen terecht, om de dag te eindigen met de obligate deurmat-schnitzel in een knusse Duitse Gasthof.
Regen
De volgende dag begon koud en zonnig, maar dat veranderde helaas in langdurige regen terwijl we door de regio rond Winterberg toerden. Dat had als voordeel dat het heerlijk rustig was op de wegen, dus wij hadden de grootste pret met z’n allen. De nieuwe banden bleken ook hier weer een goede keuze, gecombineerd met het sperdifferentieel had de MINI meer grip als ooit tevoren op natte en gladde wegen. Tijdens zo’n volle dag achter het stuur kon ik de auto echt goed herontdekken, en na zo’n twee uur rijden had ik echt de ‘klik’ met het nieuwe rijgedrag.
Na een late (en stevige, want: Duitsland) lunch werd het weer steeds slechter, met her en der ook wat natte sneeuw. We besloten de route grotendeels uit te rijden, maar daarna via de Autobahn richting Nederland te rijden om bij een steakhouse op de Veluwe de trip af te sluiten. Nou zijn we in Nederland toch wel erg verwend met onze ZOAB-snelwegen, want in het donker met 130 over een natte Autobahn vergt toch wel iets meer van auto en bestuurder. Wel echt het moment dat ik erg blij was om daar zònder semislicks te rijden, want de Vredestein Ultrac banden deden het ook hier erg prettig.
Conclusie
Slechts één nacht van huis geweest, maar toch het gevoel dat je heel wat beleefd hebt. Bewijst maar weer eens dat er niet zoveel nodig is om memorabele ritten te beleven, en zo’n tripje is dan ook iets dat we dit jaar zeker in de herhaling gaan gooien! De MINI deed het voortreffelijk, zo’n 1000 kilometer gereden in die twee dagen, en zelfs op de oliepeilstok was geen verschil te zien. Niet gek na bijna 22 jaar, en een mooie manier om het 12,5-jarig-jubileum te vieren (tussen mij en de MINI dan, m’n vriendin houdt het wonderbaarlijk genoeg al veel langer vol!).
Is de MINI nu dan klaar? Je kent mijn antwoord hè? NOOIT. Voor nu staat er wat preventief onderhoud op de planning, zoals bijvoorbeeld het koelsysteem en de eerder genoemde kleppendekselpakking. Ook raakte ik onlangs weer geïnspireerd toen ik naast een klassieke Mini (met maar één hoofdletter) parkeerde tijdens de Stupid Car Meet van @onblackvince, dus ik denk dat er weer wat chroom terug moet komen.
Daarnaast is mijn neefje van vijf inmiddels groot genoeg om met een zitverhoger in de auto te kunnen zitten. Hij is ongeveer net zo autogek als dat ik op die leeftijd was, dus die gaan we binnenkort een rondje meenemen!
jessepinkman zegt
Lekker artikel om lezen op de zaterdagochtend. Eindelijk een redacteur die de spellingsregels omtrent spatiegebruik goed snapt (al je collega’s zouden ‘carterventilatieterugslagklep’ als minimaal 3 losse woorden geschreven hebben). Dat leest een heel stuk fijner!
MartijnGizmo zegt
Dank u! Als je graag meer spaties gebruikt, schrijf je maar lekker in het Engels.
kniesoor zegt
Het is inderdaad opvallend en grappig tegelijk, dat uitgerekend de fotoredacteur het geschreven Nederlands het beste beheerst van alle redactieleden. Dat neemt niet weg, dat verreweg de meeste bijdragen lezenswaardig zijn, ik lees ze ondanks de rammelende grammatica e.d. met groot genoegen.
chills zegt
Als Neerlandicus kan je vast deze vraag wel beantwoorden; wanneer stop je met het samenvoegen van woorden?
Is ‘carterventilatieterugslagklepopslagdoosdekselsticker’ dan nog wel gewenst?
degrotemuis zegt
Leuk artikel Martijn! Mooie modificaties die je auto transformeren zonder helemaal door te slaan, wat inderdaad wel uitdagend kan zijn, project creep ligt altijd op de loer als je eenmaal bezig gaat. Ennuh, gewoon lekker uitlijnen en die praatgroep opzoeken, worden vast leuke gesprekken met mede onderstelnerds.
V8Vantage zegt
Heel leuk artikel. De combinatie met een road trip is erg vermakelijk en geeft inspiratie om zelf ook weer eens wat te ondernemen.
tortuga zegt
Heel vermakelijk leesvoer! Tot dat ik aan de laatste alinea´s kwam. Geen chroom op een sportieve auto!
MartijnGizmo zegt
Maar kijk dan hoe gaaf die Classic Mini is! 😍 Voordeel is wel dat het zo weer terug gewisseld is.
Richmond zegt
Chroom delete doet afbreuk aan Mini. Maakt het niet sportiever of stoerder
rollingstoned zegt
“Geen chroom op een sportieve auto!”
Wat een onzin.
https://www.classicdriver.com/sites/default/files/article_images/dsc_0203_1.jpg
sabrerator zegt
Fijn leesvoer op de zaterdagmorgen.
Mijn Rover 200 BRM heeft ook een sperdifferentieel, een TorSen, standaard voor de uitvoering. Het rijdt inderdaad heel vermakelijk, in plaats dat bij gas geven in een bocht je steeds wijder uitkomt, hoekt ie min of meer naar binnen. Zeker als je ineens en veel gas geeft. Je moet er een beetje mee leren rijden.
Als ik een kritisch puntje over dit artikel zou mogen opmerken: de foto’s zijn nou niet de scherpste.
MartijnGizmo zegt
Volgens mij alleen in de app, op de (mobiele) site gaat het wel goed.
Voorheen gebruikte ik ook wel eens mijn linker voet op het rempedaal om het binnenste voorwiel een beetje in het gareel te houden, dat zou bij een torsen sperdifferentieel ook moeten helpen. Zoals je al zegt, een nieuwe ontdekkingstocht. :)
Alwood zegt
Dikke Subaru ik zou het wel weten, is die sneller dan een Porsche?
MartijnGizmo zegt
Langzamer dan de MINI zelfs! :P
bobje zegt
Die Vredestein’s heb ik ook. Rijden prima, maar idd 10-15% hoger verbruik tov de Michelins die eronder lagen.
MartijnGizmo zegt
Michelin heeft dat helaas weer niets sportiefs in 16”. Ten opzichte van de Toyo R888R die erop zaten zijn ze trouwens een stuk zuiniger. :)
rollingstoned zegt
Fijn stukje leesvoer inderdaad @MartijnGizmo 👍
Svensson zegt
@MartijnGizmo: Leuk geschreven stuk over een gave auto. Mooi verwoord ook, leest prettig weg!
retsok zegt
Mooie mini! Smaakvol getuned! Ik hou wel van als mensen hun auto zo veel modificeren! Wat is het gewicht nu ongeveer? Ik herken het wel om lekker te prutsen met het onderstel en om telkens opzoek te zijn naar de perfecte setting. Ik heb zelf ook verstelbare swaybars en coilovers en het is wel een tijdje spelen met de instellingen voordat je de fijnste instellingen hebt gevonden voor de gemiddelde omstandigheden. Wel een groot deel van de pret als je het mij vraagt omdat telkens de rijbeleving weer anders is.
MartijnGizmo zegt
Dat vroeg ik me laatst ook af, zit een ijzerboer bij mij in de buurt waar je kunt wegen voor een tientje, binnenkort eens doen. Hij is wel gewogen bij het omkeuren, dus dat gewicht van 1150kg klopt enigszins.
retsok zegt
Ik heb een celica t sport. Heerlijk wagentje die ook circa 1150 kilo weegt. Wel wat minder power dan de mini vermoedelijk maar met 192pk wel echt een raceblok. Dat is echt een ondergewaardeerde auto. Mijn broertje heeft een civic type r ep3 maar onze auto’s ontlopen elkaar niet veel terwijl de ep3 langzamerhand wel een epische ststus bereikt. Ik wacht altijd nog een keer dat iemand een t sport aanbied bij mijn auto. Hoeveel pk haal jij uit die mini?
MartijnGizmo zegt
2ZZ is inderdaad een heerlijk blok, beetje onterecht dat ie zo ondergesneeuwd wordt door de K20. We hadden ooit iemand met een MR2 met 2ZZ-swap in Mijn-Auto, ook een leuke combinatie!
Mijn MINI zit nu op zo’n 230pk en 250Nm, genoeg vermogen om het leuk te maken. Van mij zou hij nog wat gretiger mogen zijn in het middengebied, al is dat nu wel beter geworden met de kortere overbrengingen.
Dutchdriftking zegt
Heerlijk leesvoer weer. Hoog tijd voor een ander onderstel onder mijn eigen auto.